2-99 | 2-99 |
(Voor de tekst aangenomen door de commissie voor de Sociale Aangelegenheden, zie stuk 2-636/4.)
De voorzitter. - Artikel 7 luidt:
§1. De inkomensgarantie kan enkel worden toegekend na onderzoek van de bestaansmiddelen en van de pensioenen. Alle bestaansmiddelen en pensioenen, van welke aard of oorsprong ook, waarover de betrokkene en/of de personen waarmee hij dezelfde hoofdverblijfplaats deelt, beschikken, komen in aanmerking voor de berekening van de inkomensgarantie, behalve de door de Koning bepaalde uitzonderingen.
Wanneer de betrokkene aan de in artikel 6, §2, bepaalde voorwaarden voldoet, wordt voor de berekening van de inkomensgarantie enkel rekening gehouden met de bestaansmiddelen en de pensioenen waarover hij persoonlijk beschikt.
De Koning bepaalt met welke bestaansmiddelen bij het vaststellen van de inkomensgarantie geen rekening wordt gehouden.
§2. Het totaal van de in §1 bedoelde bestaansmiddelen en de pensioenen wordt, na aftrek van de in de artikelen 8 tot 10 en 12 bedoelde vrijstellingen, gedeeld door het aantal personen die dezelfde hoofdverblijfplaats delen, de betrokkene inbegrepen. Dit totaal wordt meegedeeld aan de betrokkene.
Het resultaat van deze berekening wordt, na aftrek van de in artikel 11 bedoelde vrijstelling, in mindering gebracht op het in artikel 6, §1, of §2, bedoelde jaarbedrag, naargelang van het geval.
§3. De Koning bepaalt onder welke omstandigheden en onder welke voorwaarden het in artikel 6, §1, vermelde bedrag zonder een nieuw onderzoek naar de bestaansmiddelen naar het in artikel 6, §2, bedoelde bedrag wordt omgezet.
Op dit artikel heeft de heer Barbeaux amendement nr. 1 ingediend (zie stuk 2-636/2) dat luidt:
In dit artikel:
A. In het eerste lid van de voorgestelde §1, de woorden "en/of de personen waarmee hij dezelfde hoofdverblijfplaats deelt," vervangen door de woorden "en/of de persoon met wie hij een huishouden vormt,".
B. Paragraaf 2 doen vervallen.
M. Michel Barbeaux (PSC). - J'ai réintroduit en séance publique l'amendement que j'avais déposé en commission. Cet amendement répond notamment à l'argumentation développée par le Conseil de l'égalité des chances entre hommes et femmes.
J'ai bien entendu la réponse du ministre et je suis heureux de constater que le montant qui sera consacré à la GRAPA augmentera par rapport à celui consacré au revenu garanti.
Cette réforme comporte beaucoup d'éléments positifs, mais elle crée de nouvelles situations désavantageuses par rapport à la situation antérieure du revenu garanti.
Il est regrettable qu'une partie des mesures positives introduites soit financée par une compensation partielle, à savoir l'économie qui sera réalisée vis-à-vis des personnes vivant dans la même résidence et dont l'ensemble des revenus sera pris en compte.
Le ministre dit également qu'il sera tenu compte de certaines situations par arrêté royal. Je me réjouis qu'il pense notamment au problème des parents vivant avec leur enfant, ce qui est souvent le cas de personnes veuves. Il tiendra également compte des problèmes de dépendance physique et de soins de santé que cela peut entraîner puisque l'on veut favoriser le maintien des personnes âgées à domicile. Je regrette cependant que cela s'effectue par arrêté royal et non dans la loi elle-même et que certaines situations, comme celles de personnes vivant ensemble sans avoir un lien de parent-enfant, risquent de ne plus être prises en considération.
Le cas du notaire qui a été cité est exceptionnel et il ne faut pas généraliser ce genre de situation. Beaucoup de personnes, notamment des frères et soeurs, vivent ensemble avec des revenus parfois extrêmement faibles. Ces personnes perdront l'avantage qu'elles auraient eu dans l'ancien système. Je dis bien « auraient eu » puisque l'on maintient les droits acquis.
Une loi a aussi pour mission de donner des signes à la population, même si certaines situations délicates sont corrigées par arrêté royal. Malheureusement, ce signe consiste ici à ne plus favoriser le maintien dans une même résidence de personnes qui sont généralement d'une même famille, mais dont certaines ont des revenus et d'autres pas, puisque bien souvent celles qui n'ont pas de revenus ne bénéficieront plus de la GRAPA.
M. Frank Vandenbroucke, ministre des Affaires sociales et des Pensions. - Je demande le rejet de l'amendement et j'insiste sur le fait que personne ne perdra rien. Un nouveau système est ajouté au régime existant. Les droits y sont définis d'une autre manière, mais avec beaucoup plus de souplesse.
-De stemming over het amendement wordt aangehouden.
-De aangehouden stemming en de stemming over het wetsontwerp in zijn geheel hebben later plaats.