Vragen en Antwoorden

Belgische Senaat


Bulletin 2-28

ZITTING 2000-2001

Vragen van de Senatoren en antwoorden van de Ministers

(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans


Minister van Justitie

Vraag nr. 762 van de heer de Clippele van 10 juli 2000 (Fr.) :
Wet op de handelsvennootschappen. ­ Neerleggen van de jaarrekeningen bij de Balanscentrale. ­ Termijnen. ­ Strafsancties.

De pers meldt dat de parketten tot strafvervolging willen overgaan wanneer de vennootschappen hun jaarrekening bij de Balanscentrale van de Nationale Bank indienen meer dan 30 dagen na de goedkeuring ervan door hun algemene vergadering.

Volgens mij wijst deze bedoeling om streng op te treden uit dat de parketten niet weten hoe het er in een vennootschap aan toe gaat.

De parketten beelden zich misschien in dat elk vennootschap zelf zorgt voor de neerlegging van haar eigen rekeningen en achten een termijn van 30 dagen ruim voldoende.

Dat beeld stemt niet overeen met de realiteit. De overgrote meerderheid van de vennootschappen laat haar jaarrekeningen volgens het schema van de Nationale Bank opstellen door externe specialisten (accountants van het Instituut der accountants en boekhouders van het Beroepsinstituut van boekhouders).

Deze specialisten stellen een ontwerp op voor hun klanten. Dat wordt besproken in de algemene vergadering, die er wijzigingen in aanbrengt. Dat is haar recht en haar taak.

Vervolgens verzoekt de algemene vergadering externe specialisten het ontwerp aan te passen en de aangepaste versie van de jaarrekening neer te leggen.

De geachte minister weet ongetwijfeld dat bijna alle vennootschappen hun boekjaar afsluiten op 31 december. Tevens is het u ongetwijfeld bekend dat alle vennootschappen die dat doen, hun algemene jaarvergadering houden tussen de eerste dag van de vierde maand volgend op de afsluiting (1 april) en de laatste dag van de zesde maand (30 juni) volgend op de afsluiting.

Dat betekent dus dat de externe specialisten in drie maanden tijd (april-mei-juni) een opdracht moeten klaren die in optimale doch volstrekt denkbeeldige omstandigheden 12 maanden in beslag zou nemen. In de eerste plaats daarom is het zo moeilijk de beperkte termijn van 30 dagen na te leven.

Aangezien het openbaar ministerie het voorrecht heeft zich uit te spreken over de wenselijkheid van vervolgingen, zou het rekening kunnen houden met de objectieve toelichting hierboven veeleer dan een volstrekt nodeloos repressief beleid aan te vatten.

Zeer terloops kan het misschien de vraag zijn of de publieke opinie een strenger beleid op dit punt gegrond vindt wanneer het vaststelt dat de parketten stilzitten telkens als het gaat om misdrijven tegen personen waarvan de daders minderjarig zijn.

Kan ik uw zienswijze daarover vernemen ?

Antwoord : In antwoord op zijn vraag, heb ik de eer het geachte lid de volgende gegevens mee te delen.

De zaakvoerders of de bestuurders moeten de jaarrekening binnen zes maanden na afsluiting van het boekjaar ter goedkeuring voorleggen aan de algemene vergadering (artikelen 80, laatste lid, en 201, 3ºquater, van de gecoördineerde wetten op de handelsvennootschappen van 30 november 1935).

De bestuurders of de zaakvoerders moeten de jaarrekening binnen dertig dagen na goedkeuring door de algemene vergadering neerleggen bij de Nationale Bank van België (artikel 80 van voornoemde wetten op de handelsvennootschappen).

De zaakvoerders, de bestuurders of de specialisten die zij met de uitwerking van de jaarrekening belasten, hebben bijgevolg tijd tot de algemene vergadering die wordt gehouden binnen de zes maanden na afsluiting van het boekjaar om de ontwerpjaarrekening uit te werken. Nadat de algemene vergadering de jaarrekening heeft goedgekeurd, hebben de zaakvoerders of de bestuurders nog dertig dagen om haar aan te passen en neer te leggen.

Bijgevolg beschikken de zaakvoerders of de bestuurders over een termijn van maximaal zeven maanden om die verplichting na te komen.

Uit een korte vergelijking van verschillende rechtsstelsels blijkt dat de termijnen bepaald in de Belgische wet overeenstemmen met het Europees gemiddelde.

Zo zijn deze termijnen dezelfde in het Frans recht. De gewone algemene vergadering die uitspraak doet over alle vragen aangaande de jaarrekening, moet immers binnen zes maanden na afsluiting van het boekjaar worden bijeengeroepen (artikel 157 van wet nr. 66-537 van 24 juli 1966) en de jaarrekening moet bij de griffie van de rechtbank van koophandel worden neergelegd binnen een maand nadat zij door de algemene vergadering is goedgekeurd (artikel 293 van decreet nr. 67-236 van 23 maart 1967).

In het Italiaanse recht is bepaald dat de gewone vergadering die de jaarrekening goedkeurt, moet worden bijeengeroepen binnen vier maanden na afsluiting van het boekjaar (artikel 2364 van het Burgerlijk Wetboek), alsook dat de jaarrekening binnen dertig dagen na goedkeuring moet worden neergelegd bij of toegezonden aan het registratiebureau van de ondernemingen (artikel 2435 van het Burgerlijk Wetboek).

In Nederland bepaalt het Burgerlijk Wetboek dat het bestuur de jaarrekening binnen vijf maanden na afloop van het boekjaar op de zetel van de vennootschap moet neerleggen opdat de aandeelhouders haar zouden kunnen raadplegen (artikel 101 van het Burgerlijk Wetboek), alsook dat zij bij het handelsregister wordt neergelegd binnen een termijn van acht dagen na vaststelling of goedkeuring (artikel 394 van het Burgerlijk Wetboek).

In het Duitse Wetboek van koophandel tenslotte is bepaald dat de jaarrekening aan het handelsregister moet worden bezorgd vóór het einde van de negende maand van het boekjaar volgend op de afsluitingsdag van de jaarrekening (artikel 325 van het Wetboek van koophandel).

De verenigingen van accountants en boekhouders hebben overigens tot op heden nooit mijn departement gewezen op het feit dat de voorziene termijn onvoldoende was.