2-94

2-94

Sénat de Belgique

Annales

JEUDI 8 FÉVRIER 2001 - SÉANCE DE L'APRÈS-MIDI

(Suite)

Prorogation de la durée de fonctionnement des chambres supplémentaires des cours d'appel (Doc. 2-644)

Discussion

M. le président. - La parole est à Mme Taelman pour un rapport oral.

Mevrouw Martine Taelman (VLD), rapporteur. - De commissies voor de Justitie van de Kamer van Volksvertegenwoordigers en van de Senaat hebben de activiteitenverslagen van de hoven van beroep onderzocht tijdens de gemeenschappelijke openbare vergadering van 7 februari. Tijdens de vorige legislatuur werden in de wet van 9 juli 1997 houdende maatregelen teneinde de gerechtelijke achterstand weg te werken bij de hoven van beroep enkele bijzondere bepalingen opgenomen. Die strekten ertoe plaatsvervangende raadsheren toe te voegen aan de hoven van beroep, zonder hiervoor evenwel in een uitbreiding van de permanente formatie te voorzien. De tijdelijke aanvullende kamers zetelen enkel in burgerlijke en fiscale zaken. Ze werden geïnstalleerd voor een aanvangsperiode die afloopt op 12 februari 2001. De aanvullende kamers werden belast met alle zaken waarvoor hetzij nog geen rechtsdag werd vastgesteld, hoewel dit was aangevraagd, hetzij toch een rechtsdag werd vastgesteld die meer dan één jaar verwijderd was van de datum van de inwerkingtreding van de wet van 9 juli 1997 tot oprichting van deze kamers. Dit wordt de historisch gerechtelijke achterstand genoemd.

Artikel 106bis van het Gerechtelijk Wetboek bepaalt dat na beraadslaging door de Wetgevende Kamers over de verslagen van de magistraat-coördinator, zoals bedoeld in artikel 101, derde lid, van het Gerechtelijk Wetboek, de duur door de Koning kan worden verlengd wanneer de noodzaak daartoe blijkt. Uit de activiteitenverslagen en uit de daaraan verbonden conclusies door de hoven van beroep blijkt dat het hof van beroep te Brussel de verlenging van de kamers noodzakelijk acht. Dit hof verzoekt zelfs om de uitbreiding van de verwerkingscapaciteit van deze aanvullende kamers.

Het hof van beroep te Gent wenst eveneens een verlenging van de aanvullende kamers, gelet onder meer op het feit dat nog steeds 480 fiscale zaken onder de definitie van de historische gerechtelijke achterstand vallen. Bij het verdwijnen van de aanvullende kamers zullen deze dossiers blijven hangen. De aanvullende kamers blijken een reële positieve invloed te hebben gehad op het wegwerken van de achterstand.

Het hof van beroep te Antwerpen stelt ook de verlenging van de aanvullende kamers voor, weliswaar slechts tot het einde van dit gerechtelijk jaar, 30 juni 2001, daar de wettelijke achterstand van destijds, 2.142 zaken, nagenoeg volledig is weggewerkt.

Het hof van beroep te Bergen oordeelt dat de verlenging van de aanvullende kamers bezwaarlijk als noodzakelijk kan worden geacht omdat de achterstand zoals gedefinieerd in de wet, slechts bestaat uit 16 zaken, die opnieuw onder de gewone kamers kunnen worden verdeeld.

Het hof van beroep te Luik tenslotte is ook niet overtuigd van de absolute noodzaak om de aanvullende kamers te verlengen, daar deze verlenging dode letter zou blijven voor het rechtsgebied Luik.

De minister is van plan de tijdelijke kamers voor alle hoven van beroep met één jaar te verlengen. De commissie meende dat het een goed voorstel is de werkzaamheden van de aanvullende kamers van de hoven van beroep te verlengen voor een door de Koning te bepalen beperkte duur, in overeenstemming met de noodwendigheden van de dienst.

Deze maatregel moet evenwel tijdelijk blijven. Het is inderdaad niet ideaal binnen de hoven van beroep dezelfde personen verschillende functies te laten uitoefenen. Tijdelijk biedt dit wel een goede oplossing. Er werd bevestigd dat nog steeds het wegwerken van dezelfde historische achterstand wordt beoogd als op het ogenblik dat de wet van 9 juli 1997 werd aangenomen.

Voor de nieuwe achterstand zijn andere maatregelen genomen. De Ministerraad heeft haar goedkeuring gehecht aan een wetsontwerp tot vaststelling van een tijdelijke personeelsformatie die de benoeming van de raadsheren in overtal tot voorwerp heeft. De gezamenlijke commissies hebben besloten, ik citeer: "Dat een verlenging van de werkzaamheden van de aanvullende kamers van de hoven van beroep zich opdringt, onverminderd de door de Koning te bepalen beperkte duur, in aanmerking nemende de noden van de diensten zoals toegelicht in de onderscheiden verslagen".

Het voorstel van besluit werd door de commissie voor de Justitie van de Senaat eenparig aangenomen.

-La discussion est close.

-Il sera procédé ultérieurement au vote sur la proposition de décision.