Vragen en Antwoorden

Belgische Senaat


Bulletin 2-26

ZITTING 2000-2001

Vragen waarop niet werd geantwoord binnen de tijd bepaald door het reglement
(Art. 66 van het reglement van de Senaat)

(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans


Minister van Sociale Zaken en Pensioenen Pensioenen

Vraag nr. 856 van de heer Siquet d.d. 27 oktober 2000 (Fr.) :
Pensioen van werknemers met een gemengde loopbaan. ­ Bedrag van het gewaarborgd inkomen voor bejaarden. ­ Discriminatie.

Ik verwijs naar artikel 131bis, § 1ter, tweede lid, van de wet van 15 mei 1984 en naar koninklijk besluit van 14 mei 2000 (Belgisch Staatsblad van 3 juni 2000).

Uit het onderzoek van een aantal pensioendossiers is gebleken dat de aanpassing op 1 juli 2000 van de rustpensioenen voor zelfstandigen aan de nieuwe gewaarborgde minima, discriminerend is voor personen met een gemengde loopbaan zelfstandige-loontrekkende.

Als iemand bijvoorbeeld na zijn leertijd als arbeider gewerkt heeft en nadien besluit om zelfstandige te worden, dan worden voor zijn pensioenberekening de jaren waarin hij als loontrekkende gewerkt heeft, afgetrokken van de jaren die vallen onder het stelsel voor de zelfstandigen.

Dit betekent dat het pensioen van personen met een gemengde loopbaan vaak minder bedraagt dan het gewaarborgd minimum voor bejaarden.

Is deze analyse correct ? Kunt u meedelen of uw departement weet hoeveel personen zich in deze situatie bevinden ?

Het verbaast mij trouwens dat het pensioen van de benadeelde personen niet wordt opgetrokken tot het gewaarborgde minimum voor bejaarden.

Is het niet mogelijk om alle gewerkte jaren over de gehele loopbaan op te tellen voor de berekening van het gewaarborgd minimum ?