2-81 | 2-81 |
Mevrouw Ingrid van Kessel (CVP). - Deze vraag gaat vooral over de toegang tot de beroepstitel. Het verlenen van de beroepstitel is een federale bevoegdheid. Sinds kort bestaat er voor de opleiding verpleegkunde een brugmogelijkheid tussen het secundair en het hoger onderwijs. Het is positief dat het diploma van gegradueerde verpleegkundige via die brugopleiding kan worden gehaald. Daarvoor moet wel aan een aantal voorwaarden worden voldaan. Die voorwaarden staan vermeld in het protocolakkoord dat gesloten is tussen het federale en het gemeenschapsniveau, maar worden ingevuld door de gemeenschappen die instaan voor de inrichting van de opleidingen.
De inschrijvingen voor de gewone opleiding verpleegkunde dalen, maar die voor de brugopleiding kennen steeds meer succes. Op zich is dat geen probleem. Maar ik heb wel vernomen dat de brugprogramma's al naar gelang de school heel verschillend worden ingevuld. Een licht programma kan evengoed als een zwaar programma recht geven op de beroepstitel van verpleegkundige opgeleid in het hoger onderwijs. Opdat verpleegkundigen goed zouden functioneren op de werkvloer is kwaliteitsbewaking erg belangrijk en daarover maak ik mij zorgen.
Ik heb daarover al een vraag gesteld op het Vlaamse niveau, maar daar heeft men mij naar het federale niveau verwezen. Mijn concrete vraag aan de minister is dan ook hoe de kwaliteitsbewaking bij de brugopleiding zal worden georganiseerd?
Mevrouw Magda Aelvoet, minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu. - In tegenstelling tot wat mevrouw van Kessel zegt, daalt het aantal studenten voor de opleiding verpleegkunde niet. We beschikken nu over al de cijfers van de Vlaamse Gemeenschap. Daaruit blijkt dat er voor de opleiding A1 een stijging is van ongeveer 1,5% en dus niet langer een daling. Voor de opleiding gegradueerde verpleegkundige is er een stijging van 22,5%. Wat voor een grote vooruitgang heeft gezorgd, is het sociaal akkoord dat op 1 maart is gesloten. Daarbij werden namelijk 600 plaatsen gecreëerd, waarvoor zich 1800 kandidaten hebben aangeboden. Deze alleszins goede maatregel heeft voor een stijging van 15% procent gezorgd, bovenop de natuurlijke groei van 7%. Er is dus weer hoop.
Het is juist dat er te weinig tijd was om de brugmogelijk tot in de details goed te organiseren. Uiteraard moet die mogelijkheid aan een aantal kwaliteitscriteria beantwoorden, maar het belangrijkste was dat ze werd gecreëerd. In januari zal er al een evaluatie gebeuren van de diverse programma's, zodat er bijsturing kan gebeuren met het oog op een gelijkwaardige aanpak in alle scholen waar de opleiding wordt gegeven. Ondertussen werd ook een regeringscommissaris van de Vlaamse Gemeenschap belast met het bekijken van de programma's. Dat gebeurde in overleg met de VLOR met het oog op het maken van concrete afspraken en de uitwisseling van good practice. In de huidige context lijkt het ons inderdaad essentieel dat er een kwaliteitbewaking is voor de opleiding verpleegkunde en we zullen de realisatie ervan in de praktijk in samenspraak met de gemeenschappen op de voet volgen.