Vragen en Antwoorden

Belgische Senaat


Bulletin 2-22

ZITTING 1999-2000

Vragen waarop niet werd geantwoord binnen de tijd bepaald door het reglement
(Art. 66 van het reglement van de Senaat)

(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans


Minister van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek, belast met het Grootstedenbeleid (Economie)

Vraag nr. 781 van de heer de Clippele d.d. 18 juli 2000 (Fr.) :
Burgerlijke vennootschappen. ­ Financieel plan. ­ Artikel 120quater van de gecoördineerde wetten op de handelsvennootschappen. ­ Faillissement.

Deze vraag handelt over de oneigenlijke inbreng door burgerlijke vennootschappen die voor de rechtsvorm van de handelsvennootschap kiezen, meer bepaald over eenpersoonsvennootschappen.

Immers, volgens artikel 120quater moet een bedrijfsrevisor een verslag opmaken.

Over het algemeen wordt van die regel niet afgeweken, doch er duikt een nieuwe stroming in de rechtsleer op.

Het financieel plan zou niet van toepassing zijn op burgerlijke vennootschappen want zo kan men een faillissement gedurende drie jaar uitbreiden tot de oprichters.

Nu is het evenwel zo dat de rechtbank van koophandel niet bevoegde is voor burgerlijke vennootschappen en een faillissement niet tot de mogelijkheden behoort.

Als dat klopt, moet er geen financieel plan komen.

Is de geachte minister het eens met mijn zienswijze ?