Vragen en Antwoorden

Belgische Senaat


Bulletin 2-20

ZITTING 1999-2000

Vragen waarop niet werd geantwoord binnen de tijd bepaald door het reglement
(Art. 66 van het reglement van de Senaat)

(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans


Minister van Landbouw en Middenstand (Middenstand)

Vraag nr. 722 van de heer de Clippele d.d. 8 juni 2000 (Fr.) :
Zelfstandig ondernemerschap. ­ Bevordering. ­ Programmawet van 10 februari 1998. ­ Resultaten.

Reeds vóór januari 1999 gold voor een veertigtal beroepen de verplichting de basiskennis van het bedrijfsbeheer te bewijzen.

Sedert januari 1999 geldt er een algemene verplichting om dat bewijs te leveren voor alle na die datum nieuw opgerichte KMO's die een activiteit uitoefenen waarvoor ze in het handels- of ambachtsregister moeten worden ingeschreven. Het is evenwel zeer de vraag of die maatregel zijn belangrijkste doel heeft bereikt, te weten minder faillissementen. Heeft deze nieuwe administratieve maatregel niet veeleer een averechts effect gehad, bijvoorbeeld voor de dynamiek van de « starters » en de vernieuwing van het economisch bestel ?

Op verzoek van het VBO heeft « IDEA Consult » immers een onderzoek verricht naar de administratieve belasting bij « start-ups ». Uit dit onderzoek is het Strategische Plan voor de administratieve vereenvoudiging voortgekomen. Dit plan gaat uit van een optimale aanwending van het potentieel aan ondernemers in België door gunstige voorwaarden te realiseren voor de starters.

Het consultantsbureau heeft vastgesteld dat samen met het invoeren van het bewijs van basiskennis van het bedrijfsbeheer vanaf 1 januari 1999 tegelijkertijd het aantal nieuwe inschrijvingen in het handelsregister met ongeveer 20 % is gedaald tegenover het jaar voordien. Deze trend heeft zich het sterkst doorgezet bij de nieuwe inschrijvingen van eenpersoonsvennootschappen.

Kunt u mij de resultaten over 1999 meedelen van de grondige analyse die uw administratie aan de programmawet van 1998 heeft gewijd ?