2-54

2-54

Belgische Senaat

Parlementaire handelingen

DONDERDAG 8 JUNI 2000 - NAMIDDAGVERGADERING

(Vervolg)

Mondelinge vraag van de heer Jacques Devolder aan de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer over «het wetsvoorstel ter bevordering van de verkeersveiligheid door een beperking van het wegverkeer» (nr. 2-285)

De heer Jacques Devolder (VLD). - In havenkringen, zowel in Antwerpen, Gent als Zeebrugge, heerst er heel wat ongerustheid naar aanleiding van het wetsvoorstel dat tot doel heeft het vrachtvervoer van meer dan 7,5 ton op zon- en feestdagen op Belgische wegen te verbieden.

Dit rijverbod geldt reeds in enkele lidstaten, maar is nog niet van toepassing in Nederland, Groot-Brittannië, Ierland, Denemarken en Zweden. Deze landen doen voor een groot aantal scheepsverbindingen, zoals RORO- en containerlijnen, een beroep op de Belgische havens. Tegelijkertijd zijn deze landen ook potentiële concurrenten.

Het argument dat het weekendverbod reeds bestaat in Frankrijk, Duitsland, Italië en Spanje moet worden genuanceerd omdat de dagen waarop het rijverbod van toepassing is, van land tot land verschillen. Zo moet er rekening worden gehouden met de nationale feestdagen en met de verschillende verbodsuren.

Bovendien is het niet zeker dat het weekendverbod de verkeersveiligheid ten goede komt. Het vrachtvervoer neemt nog toe op vrijdag en maandag, net vóór en na het weekend, wanneer er altijd al een zeer intensief verkeer is.

Deze materie ligt in Vlaanderen bijzonder gevoelig aangezien de havenactiviteiten hoofdzakelijk in Vlaanderen plaatsvinden.

Ik ontken niet dat de verkeersveiligheid een belangrijke bekommernis is, maar ik had graag van de minister vernomen of zij meent dat een beperking van het vrachtverkeer tijdens het weekend de veiligheid ook werkelijk bevordert.

Is de minister bereid hieromtrent overleg te plegen met de gewestregeringen? De federale regering heeft in dit verband nog geen standpunt ingenomen.

Mevrouw Isabelle Durant, vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer. - Het verbaast mij dat deze vraag nu wordt gesteld, want gisteren is een wetsvoorstel terzake op de agenda van de kamercommissie voor de infrastructuur geplaatst en onmiddellijk voor advies doorgezonden naar de gewesten. Dit belangrijke advies, zoals u terecht opmerkt, wordt binnen één maand verwacht. Uit respect voor de gewesten wil ik niet vooruitlopen op hun adviezen. Bovendien is gisteren het spoedoverleg met de gewesten, waarop u aandringt, gestart.

Het feit dat het wetsvoorstel bij de Kamer van Volksvertegenwoordigers op de agenda is geplaatst, bewijst dat het debat zeker wordt aangevat. We kunnen echter niet vooruitlopen op de conclusies van een breed en belangrijk debat dat ik daarover wil voeren met de gewesten en met de sector zelf. Op 29 juni wordt een rondetafelconferentie over het wegvervoer georganiseerd waarop de verschillende actoren hun standpunten kunnen uiteenzetten en waarop ik met de vertegenwoordigers van de sector ook zal spreken over een rijverbod op zondag. Op 21 juni heb ik ook een vergadering gepland van de interministeriële werkgroep verkeersreglementering; ook daar zal het wetsvoorstel worden besproken met de vertegenwoordigers van de gewesten.

Ik ben voorstander van de invoering van een rijverbod voor zware vrachtwagens gedurende een bepaalde periode in het weekend, maar ik pleit ten zeerste voor een harmonisering op Europees niveau. Veel hangt dus af van de beslissingen van de Europese Commissie terzake. Maatregelen met betrekking tot het vervoer hebben immers ongetwijfeld een weerslag op alle vervoerstromen in het dichte netwerk van de Europese landen en dus op de concurrentiepositie van de verschillende nationale sectoren.

Landen die soortgelijke maatregelen hebben genomen, deden dit duidelijk in de eerste plaats uit sociale overwegingen: ervoor zorgen dat vrachtwagenchauffeurs een rustdag krijgen. Minder vermoeide chauffeurs veroorzaken minder ongelukken. De pleitbezorgers van het rijverbod op zondag halen ook die sociale motieven aan. Die moeten het beroep van vrachtwagenchauffeur minder stresserend maken, wat ongetwijfeld een gunstige invloed heeft op de verkeersveiligheid. Verkeersveiligheid was dus zeker niet het enige argument, maar toch moet met dit aspect en met ongevallen als gevolg van de vermoeidheid van vrachtwagenchauffeurs rekening worden gehouden bij de besprekingen.

Een ander belangrijk aspect is de rust en de kalmte voor de burgers, vooral zij die langs drukke verkeersassen wonen. Minder vrachtwagenverkeer tijdens het weekeinde biedt ook voordelen voor de burgers die dan vrijetijdsverplaatsingen maken. Deze maatregelen komen mijns inziens best aan bod in het raam van een debat over duurzame ontwikkeling.

In het wetsvoorstel over de beperking van vrachtverkeer, waarnaar de heer Devolder verwijst, is er sprake van een verbod, behoudens uitzonderingen, voor bepaalde transporten van zaterdagavond 22 uur tot zondagavond 22 uur en ook op feestdagen. Er is dus geen sprake van een echt weekendverbod. Het gaat nog maar om een wetsvoorstel.

De stelling dat de vrijdagavondpiek bijkomend wordt belast is niet gegrond. Voertuigen die tot zondagavond staan geblokkeerd, komen na 22 uur opnieuw in het verkeer en ze zullen de maandagochtendpiek niet bijkomend belasten. In welke mate transporten die nu op zondag plaatsvinden door een eventueel verbod naar maandagochtend zullen verschuiven is op dit ogenblik nog niet duidelijk maar ik meen dat het effect niet mag worden overschat. Ook mogen we de problemen in de omgeving van bepaalde parkings nabij bepaalde grensovergangen niet uit het oog verliezen. Door het rijverbod in de ons omringende landen zullen er capaciteitsproblemen rijzen die een negatieve invloed kunnen hebben op de veiligheid.

Ik ben het met de heer Devolder eens dat de verschillende effecten grondig moeten worden bestudeerd. Ook het vrachtverkeer van en naar bepaalde havens moet in de discussie worden betrokken aangezien dit verband houdt met het probleem van de concurrentie tussen verschillende nationale sectoren.

Om die reden pleit ik voor een Europese harmonisatie. Hierbij moet rekening worden gehouden met de landen die geen beperking kennen en er bijgevolg een zouden moeten invoeren. In Frankrijk, Duitsland en Italië bestaat een beperking, die goed werkt. Het beleid van deze landen, die stuk voor stuk belangrijke economische actoren zijn, kan moeilijk als anti-economisch worden bestempeld.

Ik zal met al deze factoren rekening houden teneinde een evenwichtige oplossing uit te werken die alle elementen in de mate van het mogelijke verzoent. Het parlement, de gewesten en de vertegenwoordigers van de sectoren zullen tijdens het geplande overleg hun specifieke bijdrage kunnen leveren tot de verfijning van de Belgische positie op Europees vlak.

De heer Jacques Devolder (VLD). - Het verheugt mij dat op 29 juni een rondetafelconferentie zal worden georganiseerd. Een Europese harmonisatie is immers dringend nodig.

De vice-eerste minister scheen verbaasd te zijn over het feit dat ik deze vraag zo snel heb gesteld. Het was misschien een schot voor de boeg, maar als gemeenschapssenator heb ik de taak om de gevoeligheden die in ons gewest en in onze gemeenschap leven, aan de vice-eerste minister kenbaar te maken. De havensector is vragende partij voor een zeer flexibele regeling.

Over het feit of een dergelijke regeling de verkeersveiligheid ten goede komt, kunnen we van mening verschillen. Tijdens de verkeerscontroles van het afgelopen weekeinde bleek dat één op drie van de gecontroleerde bestuurders onder de invloed van drugs reed. Dit is veel belangrijker voor de verkeersveiligheid in de weekends dan het al dan niet op de baan zijn van transporten van meer dan 7,5 ton.