2-47

2-47

Sénat de Belgique

Annales parlementaires

JEUDI 25 MAI 2000 - SÉANCE DE L'APRÈS-MIDI

(Suite)

Question orale de Mme Mia De Schamphelaere au ministre de la Fonction publique et de la Modernisation de l'administration sur «la communication interne à propos de la réforme de l'administration» (n° 2-268)

Mevrouw Mia De Schamphelaere (CVP). - In de Senaatscommissie voor de Binnenlandse Zaken verklaarde de premier dat de bevraging over de ambtenarenhervorming in geen enkel opzicht kan worden vergeleken met een referendum of een volksraadpleging zoals die in andere democratieën staatsrechtelijk omschreven zijn.

De bevraging is enkel op te vatten als een element in de communicatiestrategie over het regeerbeleid. De doelstellingen van de bevraging zijn informatie, betrokkenheid en steun. De vragen, en dat wordt ook openlijk toegegeven, zijn niet probleemoplossend geformuleerd maar peilen enkel naar evidenties.

Ten gronde steunt de bevraging dus niet op een participatief model van burgerdemocratie. Het gaat veeleer om een soort plebisciet uitgeschreven door een politieke meerderheid, drie maanden voor de lokale verkiezingen.

De vraag aan de minister van Ambtenarenzaken is of er eveneens een grootschalige interne communicatiestrategie wordt uitgebouwd naar de betrokkenen zelf, namelijk de ambtenaren.

Zullen de ambtenaren breed en duidelijk geïnformeerd worden over de regeringsplannen? Hoe zal de interne communicatie verlopen? Zal de regering uitgaan van de participatie van alle ambtenaren bij de uitwerking van de hervorming? Zal er gepeild worden naar de bedenkingen, de positieve bijdragen en de concrete weerstanden bij de ambtenaren zelf? Zijn de betrokkenheid en de motivatie van degenen die de hervorming moeten waarmaken, wel een politieke doelstelling? Aan welke middelen en methoden is gedacht voor de uitbouw van een interne communicatiestrategie?

De heer Luc Van den Bossche, minister van Ambtenarenzaken en Modernisering van de openbare besturen. - De vraag gaat in essentie over communicatie en veranderingsmanagement. Voorafgaand wil ik een paar opmerkingen maken. Toen ik op het departement aankwam, heb ik vastgesteld dat communicatie met de 60.000 ambtenaren onmogelijk was. Zelfs een gewone informatie verspreiden is onmogelijk bij gebrek aan enig informatiekanaal. Een tweede vaststelling is van algemeen wetenschappelijke aard. Twintig of dertig jaar geleden zaten er in de managementopleiding cursussen economie, toegepaste economie, recht, sociologie en psychologie, maar geen cursus communicatie. De jongste jaren is men meer en meer belang gaan hechten aan communicatie, zeker wanneer het gaat over veranderingsmanagement. In het departement is er geen communicatie van boven naar onder, maar ook intern in de organisatie is er helemaal geen communicatie. Er heerst alleen een groot stilzwijgen, niet als uitdrukking van een grote consensus, maar als gevolg van de afwezigheid van elke vorm van communicatie. Tot zover de vaststellingen die ik heb gedaan.

Op de vraag of er een grootschalige interne communicatiestrategie wordt uitgebouwd voor de ambtenaren, moet ik antwoorden met ja en neen. Vermits we daar weinig ervaring mee hebben en dit ook in de vakliteratuur een relatief nieuw gegeven is, hebben we een aanbesteding voor de uitvoering van deze opdracht uitgeschreven. Maandag zal ik een beslissing nemen over welke van de acht firma's zullen worden uitgenodigd om een offerte in te sturen. De opdracht omvat onder meer het opstellen van een omvattend intern communicatieplan en richt zich tot bedrijven op de internationale markt die ervaring hebben met grootschalige veranderingsprocessen op het vlak van de communicatie in grote bedrijven.

Wie wordt geïnformeerd over de regeringsplannen? Er zijn verschillende soorten van betrokkenheid. Er is de betrokkenheid die geregeld wordt georganiseerd als er process re-engineering is. Dit kan pas nadat de nieuwe structuren en het nieuwe management zijn geïnstalleerd. Op sommige vooruitgeschoven plaatsen is er wel al process re-engineering geweest. Ik verwijs in dit verband naar SELOR waar de plannen openlijk met de betrokkenen werden besproken in twee verschillende fasen. Ik verwijs ook naar het evaluatiesysteem waar vooraf de evaluatiebeheerders werden geconsulteerd. Ik verwijs naar de vormingsdienst waar eerst unanimiteit bereikt werd over twee nota's die ik opstelde, waarna de deelnemers uitgenodigd werden om een derde nota op te stellen. Ik verwijs tenslotte naar de Copernicusnota waarvan tegen eind volgende week een leesbare versie naar alle ambtenaren zal worden gestuurd.

Hoe zal de interne communicatie verlopen? Allereerst is er het masterplan van het externe bureau. Ik denk ook aan een communicatiemiddel naar analogie met het onderwijsmaandblad Klasse, dat als communicatiemiddel zeker geslaagd mag worden genoemd. Het volstaat natuurlijk niet dezelfde filosofie te huldigen. Klasse heeft veel te danken aan de geniale leiding waardoor het tijdschrift in Vlaanderen een groot succes werd. Zo een leidinggevende figuur is op het ogenblik bij mijn weten niet voorhanden. We zullen dan ook een beroep moeten doen op externen, maar dan omringd met zich regelmatig wijzigende leesgroepen die zowel voor als na de publicatie worden ingeschakeld. Daarenboven mag de Nederlandse versie geen letterlijke vertaling worden van de Franstalige en omgekeerd . Elke versie moet aansluiten op de eigen cultuur. Dit moeilijke project zal in het najaar van start gaan.

Zal de regering uitgaan van de participatie van alle ambtenaren bij de uitwerking van de hervorming? Neen, laat ons daar niet populistisch in zijn. Men zal nooit tot een veranderingsmanagement komen door 60.000 man te bevragen. Laten we elkaar niets wijsmaken. Die hervorming is iets elitairs en komt tot stand vanuit een grote techniciteit en zal langzaam worden geïmplementeerd. Er zal bij de implementatie inderdaad nood zijn aan organisatie van een maximale betrokkenheid. Maar de fundamentele visie vloeit niet voort uit een discussie met 60.000 man. Door de vernieuwing van het management zullen vele plaatsen open worden verklaard en zal er via de specifiek geselecteerde instroom makkelijker dan nu een eigendomsoverdracht plaatsvinden. Maar er zal hoe dan ook in de globale organisatie een cultuurverandering nodig zijn. Verandering van structuren en van management volstaan daartoe immers niet. Er zal ook een HRM-beleid nodig zijn. Maar dan nog is de cultuurverandering zeker in een grote organisatie een langzaam proces. Het openbaar ambt is bovendien een closed shop. We kunnen niet afdanken met een gouden of zilveren handdruk zoals in de privé-sector en evenmin personeel naar dochtermaatschappijen verplaatsen. We blijven dus een aantal "stoorzenders" meeslepen op de werkvloer. In een closed shop is cultuurverandering moeilijker en verloopt trager.

Participatie is mogelijk bij de implementatie van de visie, maar niet bij de conceptie ervan.

Ik ben er nog steeds van overtuigd dat een process re-engineering van onder naar boven moet gebeuren, al was het maar omdat aan de basis altijd een of twee ideeën worden aangebracht die hogerop het echelon nooit worden aangebracht omdat ze eigen zijn aan de ervaringswereld van degenen die zich onderaan de ladder bevinden. Nochtans is het heel belangrijk om die ideeën in de uiteindelijke voorstellen herkenbaar in te brengen. Ook al gaat het om één idee in een nota van tien bladzijden, toch is het een erkenning voor de aanbrengers waardoor de nota voor een deel ook hun werkstuk wordt. De eigendomsoverdracht bij de implementatie zal bijgevolg vlotter verlopen.

Een andere vraag was of er zal worden gepeild naar de bedenkingen, de positieve bijdragen en de concrete weerstanden van het personeel. Welnu er komt een methodiek van "betrokkenheidsactieonderzoek" of BAO. Om de zes maanden wordt voor een aantal elementen gepeild naar de wijze waarop die elementen op de verschillende niveaus worden aangevoeld. Dat zal op wetenschappelijke wijze gebeuren. Het houdt in dat de verschillende doelgroepen worden onderscheiden, zodat we een zeer gestratificeerd antwoord krijgen. Zo krijgen we een inzicht in welke mate sommige dingen werden begrepen en hoe ze bij het omzetten in de realiteit worden ervaren. Dat is zeer belangrijk omdat zeker bij een change management steeds het inherent gevaar aanwezig is dat men hoog op de Olympos zit en in theoretische beschouwingen blijft hangen en dat het niet zeker is dat de theorie juist wordt geïmplementeerd. Hierdoor dreigt een kloof te ontstaan tussen de conceptie van het management enerzijds en de ervaringswereld van de betrokkenen anderzijds. Een BAO geeft de nodige signalen. Toch zal er constant rekening moeten worden gehouden met de vraag hoe met de resultaten van de BAO moet worden omgegaan. Om die reden wordt die zesmaandelijkse peiling in het proces ingebouwd.

Een andere vraag was of de betrokkenheid en de motivatie van degenen die de hervorming moeten waarmaken, een politieke doelstelling is? Neen, het is een doelstelling van het management.

Dan kom ik bij de middelen en de methodes. In de begroting 2000 is een bedrag van 215 miljoen vastgelegd. Van dit bedrag moet 80 miljoen worden afgetrokken voor de bevraging. Er zal dit jaar dus 135 miljoen enkel en alleen aan communicatie worden besteed. Volgend jaar zal waarschijnlijk een gelijkaardig bedrag worden vastgelegd. Dan zal het master plan moeten worden uitgevoerd en zullen er zes edities van het communicatieblad zijn, in de plaats van een of twee nu. Gaandeweg kunnen nog andere instrumenten worden ontwikkeld, maar daarvoor wacht ik op de resultaten van het voorgestelde master plan, dat ik al dan niet gewijzigd, ten uitvoer zal leggen.

Mevrouw Mia De Schamphelaere (CVP). - Eindelijk hebben we iets kunnen vernemen over de interne communicatie. De jongste weken hadden we de indruk dat de externe communicatie de enige politieke doelstelling van de regering was. De interne communicatie is moeilijk en complex, maar hopelijk beschouwt de regering ze niet als politiek minder belangrijk. Zestigduizend ambtenaren bij de hervorming betrekken is een grotere prioriteit dan 8,3 miljoen burgers aan te schrijven.