2-26 | 2-26 |
De voorzitter. - De commissie stelt een nieuw opschrift voor: Voorstel van resolutie ter veroordeling van de toetreding van extreem-rechts tot de federale regering van de Republiek Oostenrijk, lid van de Europese Unie.
Op de tekst aangenomen door de commissie hebben de heren Van Quickenborne, Vankrunkelsven en Vandenbroeke amendement nr. 1 ingediend (zie stuk 2-322/4) dat luidt:
De voorgestelde tekst aanvullen als volgt:
"Roept de regering op onderhandelingen te starten met de overige lidstaten van de Raad van Europa, met het oog op het toevoegen van een protocol bij het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM), teneinde:
1.aan het Europees Hof voor de rechten van de mens de bevoegdheid te geven om na te gaan of politieke partijen en hun leiders van de lidstaten bij het EVRM in hun uitingen en handelingen het EVRM schenden;
2.aan hetzelfde Hof de bevoegdheid te verlenen partijen die zich schuldig maken aan een schending van het EVRM als bedoeld onder 1, te verbieden en de lidstaten te verplichten dit verbod te handhaven met alle hun ter beschikking staande rechtsmiddelen;
3.het verbod van een partij dus in overeenstemming te achten met de overige bepalingen van het EVRM".
M. Philippe Monfils (PRL-FDF-MCC). - Je regrette que cet amendement ait été présenté. En effet, nous avions tenté d'aboutir à un accord global. Cet amendement n'a pu être discuté, car nous n'avions ni la possibilité ni le temps de l'examiner quant au fond.
Je ne le voterai pas pour trois raisons.
La première est qu'il vise un problème qui n'est pas compris, fondamentalement, dans la résolution qui nous est soumise. Nous ne nous occupons pas du point de savoir comment réprimer les partis non démocratiques; nous visons un cas bien particulier, c'est-à-dire l'entrée au gouvernement d'un parti non démocratique, fasciste, etc.
Deuxième raison: le fait de demander dans quelles conditions la Cour européenne des droits de l'homme pourrait être compétente pour juger les atteintes aux droits de l'homme des divers partis constitue une fuite en avant. Il serait préférable de commencer à mettre au point un certain nombre de mécanismes au sein de notre propre pays. Je préférerais que l'on réfléchisse d'abord ici et maintenant avant de se projeter au niveau européen.
Troisièmement, régler fondamentalement, en deux lignes, toute la réorganisation de la surveillance des droits de l'homme par la convention me paraît un peu court.
De heer Marcel Colla (SP). - Ik spreek nu niet als voorzitter van de commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen, maar als lid van deze assemblee dat zijn mening geeft over dit amendement.
Ik ben het niet eens met de stelling dat de resolutie zonder het amendement van de heren Van Quickenborne, Vankrunkelsven en Vandenbroeke niet sterk genoeg is. Het probleem dat zij aankaarten is fundamenteel en verdient een grondige discussie. Om verschillende redenen meen ik dat de huidige tekst van het amendement niet rijp is, en dus niet aan de resolutie kan worden toegevoegd. Zo lijkt hun keuze voor de Raad van Europa mij niet geschikt. Als we die weg volgen, krijgen we een processie van Echternach. Indien we de delicate oefening willen doen om criteria te bepalen waaraan politieke partijen moeten voldoen om bestaansrecht te hebben en om aan verkiezingen te mogen deelnemen, moeten we ook de moed hebben om dat op een directe wijze te doen, langs de Europese Raad van ministers, de Europese Commissie of langs het eigen Belgische Parlement. Alleen zo kan er effectief iets veranderen.
Ten slotte geeft de tekst, niettegenstaande de inleiding, te veel de indruk dat de rechters van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens de criteria zullen vastleggen waaraan politieke partijen moeten beantwoorden. Dat is de taak van de politici niet van de rechters. Die moeten controleren.
M. Philippe Mahoux (PS). - Je soutiens fermement l'intention qui sous-tend l'amendement qui vient d'être présenté. J'ai eu l'occasion de l'expliquer en commission.
Au-delà de l'intention et d'un point de vue juridique, cette façon de faire n'est peut-être pas la meilleure manière de procéder. Je ne voudrais pas que des arguments d'ordre juridique puissent laisser penser que l'on n'adhère pas à l'intention affichée, à savoir d'utiliser tous les moyens dont nous disposons, d'abord en Belgique, mais aussi en droit international, pour empêcher le développement de partis xénophobes et racistes.
Notre groupe s'abstiendra sur cet amendement.
De heer André Geens (VLD). - Als er toch over dit amendement moet worden gestemd, dan zal de VLD zich onthouden.
Zoals ik in mijn uiteenzetting al zei, moeten we dat probleem zelf regelen. Zoals de heer Colla meen ik dat de oplossing niet van hoven of rechtbanken moet komen. We moeten om te beginnen de moed hebben om onze wetgeving aan te passen, zodat we een wettelijk basis hebben waarop de rechters zich kunnen beroepen.
Het amendement is zeker een grondig debat waard en wij zijn bereid daaraan deel te nemen. Uit de discussie in de commissie bleek trouwens dat ook andere partijen dat debat niet uit te weg willen gaan. Ik pleit ervoor om de tekst van het amendement opnieuw in de commissie te bespreken. Als er echter op een stemming wordt aangedrongen, moeten we ons spijtig genoeg onthouden. We zijn immers van oordeel dat het amendement de resolutie niet sterker maakt en twee verschillende zaken door elkaar haalt.
De heer Jurgen Ceder (VL. BLOK). - Mijn bewondering voor de vindingrijkheid van mijn collega's stijgt met het uur. Terwijl de meerderheid via allerlei mooie principes en hoogdravende woorden nog een omweg maakt, gaat de heer Vankrunkelsven er gewoon met de botte bijl door. De politiek niet correcte partijen wil hij gewoon verbieden. Dat heeft het voordeel van de duidelijkheid en is een oplossing voor al zijn zorgen. Als het toch dat is wat hij wil, zou hij beter een wet voorstellen die duidelijk het Vlaams Blok verbiedt. Dan is elke discussie en langdradig over en weer gepraat overbodig.
Het klinkt misschien verbazend, maar het Vlaams Blok zal tegen het amendement stemmen. In tegenstelling tot wat de staatssecretaris verklaarde, associëren we ons niet met het gedachtegoed van Jörg Haider, om te beginnen omdat we zijn programma niet kennen, behalve dan de zin "Vrijheid is het hoogste goed", al is die voor ons een goede reden om tegen te stemmen.
De heer Patrik Vankrunkelsven (VU-ID). - Ik wil alleen reageren op twee specifieke opmerkingen. De meeste collega's hebben inderdaad in de commissie de kans gekregen om opmerkingen te maken. Aan de heer Colla zou ik willen zeggen dat het niet juist is dat het Europees Hof nieuwe criteria moet opstellen. Gewoon de toetsing aan het EVRM van uitspraken en handelwijzen van een partij kan aanleiding zijn om die partij te verbieden.
Ter attentie van de heer Geens wil ik het volgende zeggen. Vandaag moeten we ons uitspreken over de situatie in Oostenrijk, maar het zou beter en logischer zijn dat alle lidstaten van de Raad van Europa in dit soort situaties kunnen terugvallen op eenzelfde regelgeving. Dat neemt natuurlijk niet weg dat we ook in het kader van de Belgische wetgeving naar een oplossing zoeken, bijvoorbeeld via het Arbitragehof. Aangezien het vandaag over Oostenrijk gaat, dachten we dat een Europese oplossing beter was. Onze tekst is niet te nemen of te laten. We vragen de regering onderhandelingen te starten, maar de tekst kan nog worden bijgestuurd en verfijnd.
Stemming nr. 2
(De naamlijsten worden in de bijlage opgenomen.)
Aanwezig: 52
Voor: 7
Tegen: 24
Onthoudingen: 21
- Het amendement is niet aangenomen.
De voorzitter. - We stemmen nu over het voorstel van resolutie in zijn geheel.
Stemming nr. 3
(De naamlijsten worden in de bijlage opgenomen.)
Aanwezig: 52
Voor: 46
Tegen: 6
Onthoudingen: 0
- Het voorstel van resolutie is aangenomen. (Applaus)
- De resolutie zal aan de vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken worden meegedeeld.
- Ten gevolge van deze stemming vervallen de volgende voorstellen van resolutie:
Voorstel van resolutie ter verhindering van en als krachtig verzet tegen het toetreden van extreem-rechts tot de federale regering van de Republiek Oostenrijk, lid van de Europese Unie (van mevrouw Marie Nagy en de heer Frans Lozie c.s., Stuk 2-316)
Voorstel van resolutie over de uitslag van de parlementsverkiezingen in Oostenrijk en de onderhandelingen met het oog op de regeringsvorming (van de heer Philippe Monfils en mevrouw Jeannine Leduc, Stuk 2-317)
Voorstel van resolutie over de beledigende uitlatingen van de heer Haider en de mogelijke deelneming van extreem-rechts aan de Oostenrijkse regering (van de heer Georges Dallemagne, Stuk 2-319)
Voorstel van resolutie over de toetreding van een extreem-rechtse partij tot de regering van een lidstaat van de Europese Unie (van de heer Philippe Mahoux en mevrouw Myriam Vanlerberghe, Stuk 2-320).