2-26

2-26

Belgische Senaat

Parlementaire handelingen

DONDERDAG 10 FEBRUARI 2000 - NAMIDDAGVERGADERING

(Vervolg)

Voorstel van resolutie ter verhindering van en als krachtig verzet tegen het toetreden van extreem-rechts tot de federale regering van de Republiek Oostenrijk, lid van de Europese Unie (van mevrouw Marie Nagy en de heer Frans Lozie c.s., Stuk 2-316)

Voorstel van resolutie over de uitslag van de parlementsverkiezingen in Oostenrijk en de onderhandelingen met het oog op de regeringsvorming (van de heer Philippe Monfils en mevrouw Jeannine Leduc, Stuk 2-317)

Voorstel van resolutie over de beledigende uitlatingen van de heer Haider en de mogelijke deelneming van extreem-rechts aan de Oostenrijkse regering (van de heer Georges Dallemagne, Stuk 2-319)

Voorstel van resolutie over de toetreding van een extreem-rechtse partij tot de regering van een lidstaat van de Europese Unie (van de heer Philippe Mahoux en mevrouw Myriam Vanlerberghe, Stuk 2-320)

Voorstel van resolutie ter verhindering van en als krachtig verzet tegen het toetreden van extreem-rechts tot de federale regering van de Republiek Oostenrijk, lid van de Europese Unie (van mevrouw Marie Nagy c.s., Stuk 2-322)

Bespreking

M. Josy Dubié (ECOLO), rapporteur - C'est la première fois que j'ai l'occasion d'être rapporteur dans cette honorable assemblée. Je suis extrêmement heureux que ce soit à l'occasion d'un texte important qui marque, comme d'autres, le souci de notre Sénat de montrer que nous sommes concernés par l'arrivée au pouvoir en Autriche d'un parti d'extrême droite professant des thèses racistes et xénophobes.

La commission des Relations extérieures et de la Défense s'est donc réunie en urgence, comme nous en avions décidé. Après discussion, nous avons voté à l'unanimité moins une voix une proposition de résolution en vue de condamner l'accession de l'extrême droite au gouvernement fédéral de la République d'Autriche, membre de l'Union européenne

Le texte de cette proposition de résolution a été distribué. Je vous en livre le contenu:

De Senaat,

A.Aangezien de Oostenrijkse conservatieve partij voorstelt om in de federale regering een coalitie te vormen met de Freitheitliche Partei Österreichs van Jörg Haider;

B.Overwegende dat de FPÖ een openlijke racistische en xenofobe partij is en dat zij haar sympathie uit voor hen die in Duitsland en Oostenrijk het nazi-regime hebben gesteund;

C.Overwegende dat elke lidstaat soeverein zijn regering mag vormen overeenkomstig zijn intern recht en de democratische wilsuiting van zijn bevolking;

D.Overwegende dat zelfs indien het regeerakkoord gezuiverd zou worden van elke hatelijke, xenofobe of revisionistische connotatie, de FPÖ niettemin aan de macht is gekomen na een campagne die draaide rond dergelijke argumenten;

E.Erop wijzende dat deelname van de FPÖ aan de regering de banalisering van extreem-rechts in Europa tot gevolg zou hebben;

F.Rekening houdende met de voorzieningen inzake politie- en gerechtelijke samenwerking en het risico dat deze voorzieningen worden misbruikt voor doeleinden die indruisen tegen de principiële eerbied voor de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden;

G.Dat een lidstaat dan ook gerechtigd is krachtig te protesteren tegen deze mogelijkheid en alles in het werk mag stellen om de gevolgen daarvan te beperken en de Oostenrijkse democratische partijen aan te zetten tot het vormen van een coalitie zonder de FPÖ;

H.Aangezien de Europese Unie gevestigd is op de beginselen van vrijheid, democratie, eerbied voor de mensenrechten en de fundamentele vrijheden en de rechtsstaat, waarop het Europees democratisch, humanistisch, open en tolerant model is gebaseerd;

I.Rekening houdende met de zeer strenge voorwaarden, wat de mensenrechten betreft, die aan de kandidaat-lidstaten van de Europese Unie zijn opgelegd in de conclusies van de Europese Raad van Kopenhagen van juni 1993;

J.Aangezien Oostenrijk lid is van de Raad van Europa en het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden heeft ondertekend;

1.Veroordeelt de deelneming aan de Oostenrijkse regering van een partij die racistische, xenofobe en anti-democratische stellingen verdedigt die volkomen in strijd zijn met de fundamentele waarden waarop de Europese Unie gegrondvest is;

2.Betreurt en veroordeelt de beledigingen van FPÖ-leider Jörg Haider aan het adres van de Belgische bevolking en regering;

3.Verheugt zich over de krachtige standpunten ingenomen door de huidige voorzitter van de Europese Raad;

4.Steunt het voornemen van de regering om, zowel bilateraal als in haar optreden samen met de lidstaten, alle maatregelen te nemen die nodig zijn om de aandacht van de vertegenwoordigers van de Oostenrijkse regering te vestigen op de gevolgen van de toetreding van de FPÖ tot de Oostenrijkse federale regering;

5.Vraagt de regering

6.Spreekt zijn vertrouwen uit in de grote meerderheid van het Oostenrijkse volk en verzoekt de Raad en de Commissie om alle mogelijke steun te geven aan activiteiten die in Oostenrijk worden ondernomen om racistische, xenofobe en tegen immigranten gerichte standpunten te bestrijden.

(Applaus van alle fracties behalve het Vlaams Blok.)

De voorzitter. - Ik stel voor de spreektijd van de leden die zich in deze bespreking hebben ingeschreven, te beperken tot vijf minuten. (Instemming.)

M. Philippe Monfils (PRL-FDF-MCC). - Nous avons oublié les leçons du passé. Depuis cinquante ans, nous vivions dans la certitude que des dizaines de textes internationaux, de la Déclaration universelle des droits de l'homme à la Convention européenne, du Pacte international relatif aux droits civils et politiques à la Convention sur l'élimination de toutes les formes de discrimination, que tous ces traités nous garantiraient contre toute nouvelle aventure totalitaire. Nous vivions dans la certitude qu'une Europe soudée, homogène, fondée sur des critères communs où les droits de l'homme figuraient en bonne place, serait un exemple de tolérance, d'ouverture, de démocratie. Nous avions oublié les leçons du passé. Nous avions oublié que quels que soient les accords internationaux et le niveau d'intégration, un homme, un parti, jouant sur des idées simples, exploitant des peurs irraisonnées ou même certains instincts peu reluisants, pourrait, par une élection démocratique, installer un régime où les droits de l'homme seraient bafoués.

Il faut réagir, durement et ensemble, car c'est chez nous, dans l'Europe des Quinze, que le drame se joue. J'entends déjà, en d'autres lieux mais aussi en cette enceinte, certains bons apôtres de la mollesse dire : «n'allons pas trop vite ; il faut juger ce gouvernement sur ses actes ; on ne peut pas isoler l'Autriche ; la population ne peut pas être prise en otage», soit toute la panoplie des excuses permettant de ne rien faire, comme on l'a encore vu tout récemment au Conseil de l'Europe lorsqu'une majorité de parlementaires a refusé de sanctionner, ne fût-ce que de façon symbolique, l'agression russe en Tchétchénie.

Le fascisme est à nos portes. Il menace le créateur culturel, l'étranger, tout qui est différent. Il menace l'autonomie de la pensée. Il faut réagir. Nous avons ici un droit d'ingérence parce que c'est finalement de civilisation, de dignité humaine et de respect des droits fondamentaux dont il est question.

Le Sénat demande à toutes les autorités de lutter pour faire reculer cette tache brune qui envahit l'Autriche. Je veux croire, avec tous les membres de mon groupe, que cet appel solennel du Sénat sera entendu.

De heer Marcel Colla (SP). - Het kan uiteraard niet de bedoeling zijn de Oostenrijkse bevolking te culpabiliseren. Evenmin mogen we het rechtse populisme banaliseren dat uitgaat van een xenofobe en racistische partij. Ik laat de vele uitspraken en teksten, ook op Europees niveau, die vaak zijn ingegeven door les besoins de la cause, voor wat ze waard zijn. Een Belgische krant van vandaag heeft de situatie in Oostenrijk vrij goed geresumeerd in twee paragrafen. Verwijzend naar Haider schrijft ze het volgende : "Na de val van de Berlijnse muur besloot hij de immigratie en de sluimerende angstgevoelens bij de bevolking uit te buiten. Asielzoekers en illegalen werden de nieuwe doelwitten. Haider legde een directe band tussen de immigratie en criminaliteit. Tussen 1990 en 1995 volgden zijn beruchte verzoenende uitspraken over het nazi-regime... Haider - dixit een Oostenrijkse journaliste - heeft het nazisme met de moedermelk opgezogen en geeft er ook nog de bewijzen van".

In Le Monde van vandaag wordt in een schitterend artikel aangetoond hoe in Karinthië, de thuisbasis van Haider, het algemeen klimaat gewijzigd is, hoe taalgemengde scholen waar onder meer Sloveens onderwezen wordt, gediscrimineerd worden en hoe meer en meer de lokale pers beïnvloed wordt door de machthebbers.

Het is bijgevolg terecht dat de internationale gemeenschap en de Europese Unie zich verontrust voelen en reageren. Het is terecht dat de Belgische regering haar houding heeft bepaald. Het is terecht dat in onze resolutie in allereerste instantie naar vier basisartikelen uit de twee basisverdragen van de Europese Unie wordt verwezen. Het is terecht dat wij de Belgische regering oproepen om de situatie te blijven volgen en zo nodig conclusies te trekken en maatregelen te nemen.

Ik hoop dat de Oostenrijkse president een tegenwicht vormt tegen de machtsstructuur die zich in Oostenrijk aftekent en dat, mede op basis van onze resolutie, dat soort situatie zich niet meer voordoet, noch in ons land noch in andere landen.

De heer André Geens (VLD). - Na wat de vorige sprekers hebben gezegd, wil ik erop wijzen dat wij jammer genoeg in het verleden niet dezelfde alertheid aan de dag hebben gelegd als vandaag. Toen Fini in de Italiaanse regering kwam, hebben we nagelaten te reageren. We hebben ook niet gewaarschuwd tegen wat er in Oostenrijk in het verleden al aan de gang was. De huidige situatie valt niet uit de lucht, als we bedenken dat de partij waarover we het hebben, al in tal van Oostenrijkse regio's deel uitmaakt van de lokale besturen.

Eén ding wil ik de Senaat vragen. Het is belangrijk dat we ons bezinnen over wat wettelijk kan worden gedaan om te vermijden dat we in eigen land met dezelfde fenomenen worden geconfronteerd. Collega Vankrunkelsven heeft in de commissie een voorstel gedaan dat niet rijp was om in de tekst van de resolutie van vandaag te worden opgenomen, maar bevat in elk geval elementen waarover in de toekomst verder kan worden gediscussieerd. Voorts zullen we de daden van de Oostenrijkse regering zeer kritisch en permanent moeten volgen om, indien nodig, maatregelen te nemen.

Door deze gebeurtenis worden we allemaal herinnerd aan wat de geschiedenis ons leert. Ik hoop dat men in heel Europa deze gebeurtenis en haar consequenties heeft begrepen.

M. Philippe Mahoux (PS). - Franz Kafka disait que quand on accueille le mal chez soi, il n'y a plus qu'à attendre de ce mal qu'il vous demande la confiance. Notre réaction aujourd'hui consiste à refuser que le mal entre en Europe, qu'il y soit admis. De quel mal parlons-nous? Du mal décrit par Bertolt Brecht quand il dit que «le ventre dont est issu la bête immonde est encore fécond»; de ce ventre qui se nourrit du racisme, de la xénophobie, du rejet de l'autre. Cette bête immonde nécessite de la part de toutes les démocraties des réactions fermes et déterminées.

La résolution que nous allons adopter non seulement condamne l'introduction, dans un gouvernement de l'Union européenne, d'un parti dont les principes sont précisément contraires aux valeurs fondamentales de l'Union européenne, mais souligne aussi les efforts qui ont déjà été faits par le gouvernement pour condamner cet événement et demande également instamment que dans les traités, des dispositions soient prises à l'occasion de la Conférence intergouvernementale, pour que des mesures de rétorsion face à ce type d'événement puissent être prises au niveau de l'Union européenne et soient inscrites dans les traités.

La résolution demande aussi - et ce travail est en cours - que nos valeurs européennes et les moyens permettant de les développer soient inscrits dans la charte fondamentale des droits sociaux.

J'aurais souhaité l'ajout d'un dernier paragraphe à cette résolution. Il s'agissait de dire qu'au niveau du Parlement, il nous fallait mettre tout en _uvre sur les plans politique et juridique pour que la situation autrichienne ne puisse jamais exister chez nous, à quelque niveau que ce soit.

Je terminerai en disant que beaucoup de démocrates autrichiens demandent que nous les soutenions dans le combat qu'ils mènent pour les droits de l'homme et pour la démocratie.

M. Georges Dallemagne (PSC). - L'arrivée au pouvoir de l'extrême droite autrichienne est une gifle pour tous les démocrates et pour tous les Européens. L'émoi dans notre pays, dans notre Parlement et dans le monde est énorme. Cet émoi est non seulement compréhensible, il est salutaire, il est rassurant. Comment ne pas réagir en effet devant la résurgence au sein d'un gouvernement européen d'idées et de programmes qui ont causé tant de malheurs sur notre continent, tant de violences et tant de victimes ? Je pense ici aux victimes de la Shoah, aux victimes de la guerre, aux victimes de la déportation notamment. Comment ne pas réagir devant l'arrivée aux affaires d'une formation politique qui propage des idées qui nient les fondements mêmes de notre société, qui nient les valeurs qui nous sont les plus chères et qui ont trait à l'égalité entre les hommes, à la protection des droits humains et à l'organisation de sociétés véritablement démocratiques ?

Ce qui arrive aujourd'hui en Autriche impose un devoir de mémoire, un devoir de remerciement à l'égard de nos parents et grands-parents qui se sont déjà battus contre le fascisme, un devoir de résistance et un devoir de combat.

La menace fasciste n'est pas écartée en Europe. Des formations politiques d'extrême droite gagnent du terrain dans plusieurs pays membres de l'Union européenne, y compris dans notre propre pays. Le danger de contagion et d'expansion de ces partis et des idées qu'ils propagent est donc bien réel. Ce qui arrive aujourd'hui en Autriche peut arriver ailleurs en Europe demain. La réaction rapide de notre Parlement et de notre gouvernement marque notre volonté impérieuse de maintenir le modèle européen attaché à la protection des droits de l'homme. Elle exprime notre volonté d'endiguer l'extrême droite et d'interdire que le cordon sanitaire soit rompu ainsi que notre combat pour faire refluer la marée brune.

Notre résolution est une condamnation sans équivoque du gouvernement qui se met en place en Autriche. Elle est un message aux démocrates autrichiens afin qu'ils rompent les alliances et les contacts avec l'extrême droite. Elle est un appel à tous les démocrates afin que sans relâche nous combattions les poussées xénophobes qui pourraient demain menacer la démocratie en Europe.

De heer Jurgen Ceder (VL. BLOK). - Vorige week had ik het geluk aanwezig te kunnen zijn op de vergadering van de Raad van Europa te Straatsburg. Eerder toevallig was een van de gastsprekers daar de heer Wolfgang Schüssel, leider van de ÖVP, maar ook minister van Buitenlandse Zaken van Oostenrijk. Op dit ogenblik heeft Oostenrijk het voorzitterschap van de OVSE en in dat kader kwam Schüssel toelichting geven bij de mensenrechtensituatie, niet in Oostenrijk, maar wel in Tsjetsjenië en Kosovo. Uiteraard werden hem ook kritische vragen gesteld over de politieke evolutie in Oostenrijk. Schüssel antwoordde de criticasters dat men een partij niet moet beoordelen op basis van wat erover wordt gezegd door politieke tegenstanders in het midden van een verkiezingscampagne, maar op basis van haar standpunten en programma. In de huidige christen-democratie is zoveel wijsheid en staatsmanschap zeer zeldzaam geworden. Zeker in België, waar CVP-fractieleider Van Peel eergisteren nog aanwezig was op een betoging tegen het zogenaamde extreem-rechtse gevaar in gezelschap van Kris Merckx, de leider van de openlijk maoïstische PVDA. Men kan zich nauwelijks een meer surrealistisch beeld voorstellen dan de foto in De Standaard van gisteren waarop Van Peel en Merckx broederlijk naast elkaar stonden om "de democratie te vrijwaren".

De woorden van Schüssel zijn bij mij in elk geval niet in dovemansoren gevallen. Ik heb me inderdaad afgevraagd waarvoor de FPÖ van Haider eigenlijk staat. Vanmorgen heb ik in de commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen en de Landsverdediging ruiterlijk toegegeven dat ik het programma en de standpunten onvoldoende, zelfs nauwelijks ken. Ik heb het programma vanmorgen van het internet gehaald en kon enkel nog maar de eerste zin, blijkbaar het hoofdpunt, van het programma lezen: "Vrijheid is het hoogste goed." Dat klinkt natuurlijk zeer onheilspellend. Ik bewonder de andere leden van de commissie die met grote overtuiging het fascistische, xenofobe en zelfs revisionistische karakter van de partij van Haider hebben gehekeld. Ik heb hen dan ook gevraagd wat er precies in het programma van de FPÖ staat dat zo ondemocratisch is en zo tegen de mensenrechten ingaat. Ze moesten mij het antwoord schuldig blijven. Alleen de heer Van Quickenborne deed een poging om me drie programmapunten te geven die hem stoorden, maar toonde niet aan in welke mate ze onverenigbaar zijn met het EVRM.

Het enige wat ik, overigens uit de media, over Haider weet, is dat hij ooit het werkgelegenheidsbeleid van het Derde Rijk een succes heeft genoemd. Dat heeft hij even snel weer ingetrokken als hij het had uitgesproken. Niettemin lezen we vandaag in De Standaard dat Eric Suy, specialist internationaal recht, die ook de Senaat al heeft bijgestaan als expert, onder andere in de Rwanda-commissie, en die adjunct-secretaris-generaal van de VN is geweest, daarover het volgende zegt: "Men verwijt Haider dat hij de tewerkstellingspolitiek van Hitler loofde. Dit zijn de feiten. Je moet dat in de context zien van de situatie van Duitsland in 1932. Hitler heeft daar verdienste aan." En hij voegt eraan toe: "Dat is geen reden om mij bij pater Leman te gaan aanklagen, hé." De uitspraak die Haider heeft ingetrokken, wordt ongegeneerd door de heer Suy bevestigd en ik hoop dan ook dat hem voorgoed de toegang tot de Senaat wordt ontzegd. Iemand die dergelijke uitspraken doet, kan hier uiteraard niet meer welkom zijn.

We weten van Haider niet veel meer dan dat, maar de minister van Buitenlandse Zaken moet wel meer weten. Dat kan niet anders. Ik kan me immers niet voorstellen dat hij een zwaar diplomatiek incident met een bevriend land heeft uitgelokt zonder enige kennis van zaken, zonder grondige analyse van het programma van de FPÖ. Ik zou van hem dan ook wel willen horen wat er in dat programma staat dat zo in strijd is met de democratie en de mensenrechten. Ik vermoed dat hij dan meer weet dan Simon Wiesental, die zegt dat Haider sterk wordt overschat. Ik citeer hem: "Hij is geen neonazi, maar een rechtse populist. Haider heeft zich nooit openlijk tegen de joden of Israël uitgesproken." De Oostenrijkse opperrabijn verklaarde dat de joodse gemeenschap van Oostenrijk zich niet bedreigd voelt. Deze uitspraken zouden ons trouwens niet mogen verbazen, want een van de kopstukken van de FPÖ, de heer Sichrovsky, is van joodse afkomst en is daar fier op. Einde van het sprookje over de zogenaamde nationaal-socialistische of revisionistische sympathieën van de FPÖ.

Dat de reactie van een deel van Europa, met België op kop, sterk overdreven is, blijkt ook al uit de eerste informatie over het Oostenrijks regeerakkoord. Buitenlandse correspondenten verbazen zich over de gematigdheid en de redelijkheid ervan. Sommigen leiden daaruit af dat de ÖVP haar stempel op het programma heeft kunnen drukken en dat de FPÖ heeft moeten inbinden. Dat lijkt me niet erg waarschijnlijk. Een veel eenvoudiger verklaring is natuurlijk dat het programma van de FPÖ helemaal niet zo extreem is als sommigen ons willen doen geloven. Het klinkt ons, Vlaams Blokkers, overigens vertrouwd in de oren. De minister van Buitenlandse Zaken - jammer dat hij er niet is - kan ons misschien aantonen wat in het regeerprogramma eventueel een rechtvaardiging kan zijn voor de verwijdering van Oostenrijk uit de Europese Unie. Volgens de uitspraken die hij gisteren op de RTBf deed, acht hij die mogelijkheid immers perfect reëel.

Opnieuw neemt het verhaal surrealistische trekjes aan. Dezelfde regering die met vuur de EU-kandidatuur van de mensenrechtenschendende staat Turkije verdedigde, staat nu in de frontlijn om Oostenrijk uit de Europese Unie te zetten. Waar zijn we in godsnaam mee bezig? Welke punten van het overigens zeer liberale programma van Haider rechtvaardigen de hysterie van de politici van België en enkele andere landen die zo ver gaat dat ze oproepen Oostenrijk te isoleren? Vice-eerste minister Michel verklaarde zelfs dat hij overweegt de Belgische ambassadeur terug te trekken, indien andere lidstaten dat ook doen, en Oostenrijk uit de Europese Unie te stoten en te ruilen voor Turkije. Hij gaat echter nog verder en vraagt de Belgen niet meer op skivakantie naar Oostenrijk te gaan.

Nu gaan skiën zou immoreel zijn, dixit vice-eerste minister Michel. Ik vermoed dat niet alleen skiën, maar ook snowboarden, bergbeklimmen en wandelen verboden zijn. Het is een goede zaak dat de minister waakt over de moraliteit van de vrijetijdsbesteding van de burgers. Ik zou hem willen vragen een lijst op te stellen van de landen waar onze moraliteit bedreigd wordt. Ik vermoed dat de communistische regimes van China, Vietnam en Cuba, alsook staten als Iran en Pakistan, waar het integrisme hoogtij viert, op de lijst zullen staan. Tenzij de minister meent dat Oostenrijk nu een lager democratisch gehalte heeft dan deze landen. Het zou goed zijn een aantal zaken in de lijst te onderscheiden. Zo zou skiën in Oostenrijk een doodzonde kunnen zijn - minister-president De Wael is dan nu een doodzonde aan het plegen - en een strandvakantie in Cuba slechts een pekelzonde. Hij zou als het ware een catechismus van moreel toerisme kunnen opstellen.

Wat trouwens met Italië, waar de Nationale Alliantie van de heer Fini in de regering heeft gezeten en er later ongetwijfeld weer in zal terechtkomen? Graag zou ik van de minister van Buitenlandse Zaken, die hier jammer genoeg niet is, weten wat de houding is van zijn Italiaanse ambtsgenoot Dini, ooit minister in een regering waarvan ook de Nationale Alliantie deel uitmaakte.

Vergeten we ook niet Middelkerke aan de lijst toe te voegen. De burgemeester van die gemeente zegt immers wel met het Vlaams Blok te willen praten. Allen dus naar de mooie gemeente Geldenaken op vakantie of naar de Waalse Ardennen, waar de democratie tenminste nog hoogtij viert!

Ik verbaas me over de zinsverbijstering die zich vandaag meester maakt van de Belgische politiek. Ook van de Senaat, die deze keer niet wordt gevolgd door de Vlaamse pers die het spektakel met verbazing gadeslaat. Zo vroeg De Standaard zich gisteren ironisch af of de snelle Europese interventiemacht tijdig klaar zou zijn om tegen Oostenrijk op te trekken.

Waar zijn we toch mee bezig? Haider is rechts. En dan? Hij staat kritisch tegenover de immigratie. En dan? Hij staat kritisch tegenover de Europese Unie. En dan? Mag dat niet meer? Verbiedt de Europese grondwet kritisch te staan tegenover de Europese Unie?

De selectiviteit van de verontwaardiging is overigens opvallend. De vorige minister van Buitenlandse Zaken ging op vriendschapsbezoek naar Cuba. Dehaene ging handjes schudden met Li Peng, de slachter van het Tienanmen-plein. Aan Vietnam hebben we het statuut van bevoorrechte handelspartner toegekend. En maandag zijn we uitgenodigd op een etentje ter ere van Abdurahman Wahid, president van de Indonesische republiek, waar de slachting van de Oost-Timorezen nog maar pas is opgehouden om plaats te maken voor slachtpartijen op andere eilanden van Indonesië.

Het arme Oostenrijk, waar het volk een rechtse partij aan de macht heeft gebracht, moet boeten. De CVP laat zich als een lam naar de slachtbank leiden en zal deze resolutie aannemen. Haar Oostenrijkse zusterpartij blijkt nochtans de collaborateur te zijn van de FPÖ. De CVP vroeg heel kordaat de verwijdering van de ÖVP uit de EVP. Dat zal natuurlijk niet gebeuren. Het zal misschien gaan zoals met de leden van de Forza Italia, die even snel terugkwamen als ze vertrokken waren. We kunnen toch niet twijfelen aan de moed van de CVP en hopen dus maar dat ze consequent zal zijn en zelf uit de EVP zal stappen.

De reden van de hysterie is niet Oostenrijk. Het is geen toeval dat ons kleine landje, vooral klein van geest, het voortouw neemt in de hetze tegen Oostenrijk. De echte reden ligt niet in Oostenrijk, maar wel in Vlaanderen: wat in Oostenrijk mogelijk is, kan ook in Vlaanderen.

De regeringsdeelname van de ÖVP kan iedereen duidelijk maken dat ze niets van rechts moet vrezen, dat het integendeel om echte vernieuwing en zin voor democratie gaat.

Het Vlaams Blok zal deze lachwekkende resolutie niet goedkeuren. Het enige punt waar we het mee eens zijn, is paragraaf C. Ondanks alle toeters en bellen, ondanks alle alpenhoorns en koeienbellen kan niemand de machtsdeelname van een rechtse partij, gedragen door het volk en door de democratie, en de echte zin voor pluralisme in Oostenrijk verhinderen. Vandaag vermeldt het persagentschap Belga overigens dat volgens een opiniepeiling 73 % van de Oostenrijkers de nieuwe regeringsvorming steunt. Niemand zal die evolutie ook in Vlaanderen kunnen tegenhouden. Als het niet gebeurt in sommige Vlaamse steden en gemeenten bij de komende gemeenteraadsverkiezingen, dan zal het in de verkiezingen daarop gebeuren.

Heel deze hetze tegen Oostenrijk zal het Vlaams Blok helpen. Door de overdrijving is de FPÖ in de ogen van de publieke opinie zelfs ter rechter zijde van het Vlaams Blok geplaatst. Toch is met deze partij een perfect normaal en democratisch bestuur mogelijk.

Op een dag als deze is het prettig senator te zijn voor het Vlaams Blok en geamuseerd toe te kijken hoe het dogmatische establishment wild om zich heen slaat tegen het onvermijdelijke en zoals koning Knut in zee stapt en de golven het bevel geeft zich terug te trekken.

De heer Hugo Vandenberghe (CVP). - De gebeurtenissen van de Tweede Wereldoorlog hebben gemaakt dat in Europa een zeer grote gevoeligheid bestaat voor het naleven van de mensenrechten. Na de oorlog hebben de Europese staten dan ook naar mechanismen gezocht die ervoor moeten zorgen dat in de toekomst gebeurtenissen die de jaren '30 en '40 hebben gekleurd, verhinderd worden.

Dit heeft ertoe geleid dat, in het kader van de Raad van Europa, de Europese Conventie tot bescherming van de Rechten van de Mens de effectieve naleving van mensenrechten in de landen van de Raad van Europa verzekert. Deze effectieve naleving wordt door de Conventie collectief en individueel gegarandeerd omdat zowel de burgers van iedere lidstaat als de regeringen van de andere lidstaten initiatieven kunnen nemen wanneer ze oordelen dat de waarde van de Europese mensenrechtenconventie in het gedrang kan worden gebracht. Daarenboven heeft het Verdrag betreffende de Europese Unie collectieve waarborgen in het leven geroepen die ervoor moeten zorgen dat de minimale Europese standaard gehandhaafd wordt.

De CVP wenst zich in verband met de feiten in Oostenrijk niet partijpolitiek op te stellen, hoewel een aantal partijen deze kwestie duidelijk ook binnenlands-partijpolitiek bespelen. Voor ons is de naleving van de mensenrechten een fundamentele zaak waarover geen compromis mogelijk is. De feiten die zich in Oostenrijk voordoen, geven aanleiding tot grote bezorgdheid, ook al zijn we niet helemaal zeker dat die morgen terecht zal blijken.

Toch vinden we dat we de basisbezorgdheid van de Europese publieke opinie die in alle democratische parlementen tot uiting komt, ook hier in beginsel moeten laten horen, ook al zouden we hier en daar bij een woord of zin van de resolutie wel een opmerking kunnen maken. Die bezorgdheid verwoorden is een bewijs van de democratische vitaliteit van de verschillende partijen, ook van de Europese Volkspartij, die als democratische partij verschillende opvattingen herbergt, maar tegelijk beginselen hooghoudt die ze niet lichtzinnig laat vallen uit partijpolitieke overwegingen.

We dringen er bij de regering op aan zeer waakzaam te zijn en de middelen, waarover alle democratische landen in West-Europa beschikken, ten volle te gebruiken wanneer de fundamentele rechten en vrijheden die volgens de preambule van het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens, ons gemeenschappelijk erfgoed zijn, in het gedrang komen.

Mme Marie Nagy (ECOLO). - En 1999, qu'un pays comme l'Autriche, dont le niveau de vie est un des plus élevés d'Europe, avec une tradition culturelle diverse, soit doté d'un gouvernement au sein duquel siège un parti qui défend des thèses xénophobes, tient des propos racistes et remet en question l'histoire récente de l'Europe, doit nous amener à réfléchir sur la manière dont on utilise la peur de l'avenir et la peur des autres pour renforcer une attitude politique de ce type.

C'est peut-être aussi l'occasion de modifier les réponses que nos partis apportent à un certain nombre de pratiques.

Ce qui se passe en Autriche nous amène également à réfléchir aux institutions européennes.

Le Traité d'Amsterdam est clair. L'Europe est basée sur des principes de non-discrimination et de respect des Droits de l'homme, sur un système de valeurs démocratiques.

Cependant, l'arsenal dont nous disposons ne permet pas d'empêcher des prises de position fondées sur des discriminations. C'est dans ce sens que nous aurions voulu compléter le texte de notre résolution en précisant que des moyens de droit nationaux doivent être impulsés à l'échelon européen, à l'instar de ce qui existe chez nous, à savoir la loi condamnant les propos racistes et les discriminations basées sur l'appartenance religieuse, le sexe ou les croyances philosophiques.

Ce chantier doit encore être réalisé. La Charte des droits européens doit être complétée, approuvée et mise en évidence au titre de charte fondamentale de la construction européenne.

Jadis, l'arrivée - dans des conditions légèrement différentes - d'un parti d'extrême droite au sein du gouvernement italien n'avait guère provoqué de remous. Aujourd'hui, l'ampleur des réactions est telle que le président autrichien a exigé que la déclaration gouvernementale comporte un préambule stipulant que son pays adhère à l'Europe et aux principes démocratiques européens. Cependant, la respectabilité dont se prévaut un parti à un moment donné ne doit pas occulter ce qui fait son succès électoral. Les ministres issus du parti en cause se présenteront peut-être correctement et tiendront éventuellement la route sur le plan européen alors que, dans le même temps, mandataires et militants continueront à répandre la haine et la peur de l'autre dans les quartiers et les régions d'Autriche.

Tout cela est très préoccupant et, dès lors, il serait bon que le Sénat s'exprime clairement à ce sujet. Cette prise de position devrait amener le Parlement européen et le Conseil européen à entamer une réflexion approfondie avec les jeunes afin d'expliquer les raisons pour lesquelles il faut réagir et récuser une politique fondée sur des considérations d'origine ou de race et sur le rejet de l'immigration.

J'approuve sans réserve la résolution qui nous est présentée. Toutefois, je regrette que la discussion en commission n'ait pas débouché sur une solution satisfaisante permettant d'intégrer dans la résolution l'amendement proposé par la Volksunie, prévoyant l'interdiction des partis basés sur des principes qui ne respectent pas les droits de l'homme. C'est dommage, car la philosophie de ce texte est tout à fait intéressante. Je suis d'ailleurs convaincue que, sur le fond, nous nous dirigerons nécessairement vers une solution de ce genre, faute de quoi la démocratie sera en grand péril.

De heer Patrik Vankrunkelsven (VU-ID). - Hoewel de onze fractie het niet helemaal eens is met de tekst van de resolutie, sluiten wij ons toch aan bij de verontwaardiging die de Senaat via deze tekst tot uiting brengt met betrekking tot de problematiek waarmee Oostenrijk vandaag wordt geconfronteerd.

Het is al te gemakkelijk zich te verschuilen achter de zogenaamde interne democratie of de democratische verkiezing van een partij als de FPÖ. De geschiedenis leert ons immers dat ook politici die op een democratische manier werden verkozen, ondemocratische methoden kunnen toepassen.

De heer Ceder beweert dat wij niet kunnen aantonen dat het programma van voormelde partij niet democratisch is. Ik kan hem in dat verband melden dat in de deelstaat Karinthië, waar de heer Haider de plak zwaait, gezinshereniging vrijwel nooit wordt toegelaten. Een vaststelling die het inhumane karakter van zijn partij illustreert. Voorts moeten volgens het partijprogramma van de FPÖ alle vreemdelingen worden geïdentificeerd aan de hand van vingerafdrukken, wat niet geëist wordt van de andere inwoners van Oostenrijk.

Deze en nog vele andere initiatieven en uitspraken van de heer Haider rechtvaardigen de resolutie.

Ik wil van de gelegenheid gebruik maken om te wijzen op de selectieve verontwaardiging van onze regering. Al te vaak wordt er met twee maten gemeten. Een vorige spreker heeft al gezegd dat ons land nauwelijks heeft gereageerd toen Fini en zijn neofascisten toetraden tot de Italiaanse regering.

De ethische bezwaren waarop de minister van Buitenlandse Zaken zich beroept om fel van leer te trekken tegen Oostenrijk en onze landgenoten af te raden naar Oostenrijk met vakantie te gaan, gelden niet in vele andere gevallen. Moet ik erop wijzen dat ons land nog steeds samen met Turkije, een land dat een volk uitmoordt, rond de tafel zit in het kader van de NAVO? Moet ik erop wijzen dat wij maar heel zwak reageren op het Russische optreden in Tsjetsjenië? Moet ik erop wijzen dat er nauwelijks wordt geprotesteerd tegen de Belgische wapenuitvoer naar landen en gebieden in oorlog? Moet ik erop wijzen dat onze minister van Buitenlandse Zaken de hand heeft geschud van Kabila, een man die medeverantwoordelijk is voor volkenmoord?

Ik betreur het inconsequente optreden van ons land. Het zou onze geloofwaardigheid in het buitenland ten goede komen indien we in andere gevallen even vastberaden optreden als tegen Oostenrijk vandaag.

Maar laten we ons nu even buigen over de grond van de zaak. We geven in deze resolutie uiting aan onze verontwaardiging en roepen de andere landen van de Europese Unie op om maatregelen te nemen tegen Oostenrijk. De deelname aan de macht van een bepaalde partij ligt aan de basis van de resolutie. Is het echter niet even erg dat zulke partijen de kans krijgen hun ideeën in het parlement te verdedigen?

In de plaats van alleen maar symptomatisch op te treden - als het kalf al verdronken is - zouden we het probleem veel beter fundamenteel aanpakken. Daartoe stellen we een aanpassing van de resolutie voor. Met ons amendement, waarover al werd gediscussieerd in de commissie, roepen wij de regering op om onderhandelingen te starten met de overige lidstaten van de Raad van Europa met het oog op het toevoegen van een protocol aan het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens. Wij dringen erop aan dat het Europees Hof bevoegdheden krijgt om de standpunten van de partijen in de verschillende lidstaten te toetsen aan het EVRM.

Als de Senaat gevolg geeft aan die oproep kan er een fundamentele oplossing komen voor het probleem dat zich vandaag aandient. Hoewel er bij de discussie in de commissie andere standpunten zijn geformuleerd, hoop ik dat ons amendement wordt goedgekeurd. Andere landen, zoals Duitsland en Nederland, hebben immers bewezen dat de enige doeltreffende manier om tegen xenofobe en racistische partijen te reageren erin bestaat die partijen te verbieden wanneer zij standpunten verdedigen die in tegenspraak zijn met het Europees Verdrag. Het heeft geen zin die partijen via populistische propaganda stemmen te laten ronselen en het - misschien terechte - ongenoegen dat onder de bevolking heerst, te gebruiken om een extreem-rechtse partij te versterken.

De heer Frans Lozie (AGALEV). - De regeringsvorming in Oostenrijk heeft zonder enige twijfel een belangrijk politiek debat in Europa losgewerkt. Ik wil een eerbetuiging brengen aan de regering die in de voorbije dagen en weken in dat debat het voortouw heeft genomen. Bij analoge toestanden in Italië hebben vorige regeringen geen enkel initiatief genomen. Er wordt dus een stapje vooruit gedaan.

Het belang van dit politiek debat spreekt voor zich. De oprichting van de Europese Unie was overigens het historische antwoord op de Tweede Wereldoorlog. Blijkbaar vergeet men de lessen uit de geschiedenis toch wel iets te snel, anders zouden de gebeurtenissen in Oostenrijk zich niet zo snel hebben voorgedaan.

Precies nu de aandacht in de Unie van de economische naar de politieke eenmaking verschuift, moet de regeringsdeelname van een extreem-rechtse partij in een van de lidstaten onze bezorgdheid wekken.

Extreem-rechts vormt een bedreiging voor de democratie. De kenmerken ervan volgens een Zwitserse expert worden vandaag in De Standaard geschetst. Kenmerkend zijn het agressief nationalisme en het etnocentrisme. De slogan "Eigen volk eerst" is ons genoegzaam bekend. In een extremere variant wordt dat dan racisme. Andere kenmerken zijn het autoritarisme en het vooruitschuiven van sterke leidersfiguren zoals de "stichter-voorzitter voor het leven", de aanvaarding van geweld in sociale en politieke conflicten en een demagogische stijl die zich uit in een agressieve taal. Deze kenmerken van extreem-rechts als beschreven door een Zwitser, kunnen wij dicht bij huis zonder veel moeite zelf ontdekken. Extreem-rechts is dus niet zo maar een fenomeen; ik maak mij daarover ernstig zorgen.

Gezien de politieke eenmaking van Europa en de regeringsdeelname van extreem-rechts in een lidstaat mogen we de politieke discussie hierover niet uit de weg gaan.

Ik wil een onderscheid maken. De vrijheid van meningsuiting en de vrijheid van vereniging zijn één zaak. Ten aanzien van het verbieden van politieke partijen ben ik eerder terughoudend. Ik zou daarover toch wel twee of drie keer nadenken. Het opnemen van een extreem-rechtse partij in een regering van een lidstaat is echter iets anders. Door de regeringsdeelname krijgt die partij ook inspraak in de Europese besluitvorming. Heel concreet betekent het dat Oostenrijkse ministers van extreem-rechtse signatuur stemrecht zullen hebben in de Europese Raad van ministers en bijgevolg mee richtlijnen zullen uitvaardigen die de Belgische regering en het Belgische Parlement in Belgisch recht zullen moeten omzetten.

Met dit politiek debat willen we tevens een signaal geven aan Oostenrijk. Dat signaal moet alle Oostenrijkers die tegen de evolutie in hun land blijven vechten, een hart onder de riem zijn. De Oostenrijkse gekozenen die in moeilijke omstandigheden oppositie voeren, verdienen internationale steun. De groenen zijn trouwens per definitie internationalisten.

Het openbare debat over de opkomst van extreem-rechts krijgt een nieuw elan.

Met de goedkeuring van deze resolutie door de Senaat leveren we een bijdrage tot het debat en maken we duidelijk dat de strijd tegen extreem-rechts ons allemaal aangaat. Ik wil blijven ijveren voor de politieke eenmaking van Europa en voor het behoud van een echt democratisch gezag, maar dat democratisch Europa kan niet geleid worden door extreem-rechts.

Hoe zullen we onze democratie tegen totalitaire, extreem-rechtse regimes blijven beschermen? Dat is de hamvraag van dit debat. We zijn wakker geschud door de gebeurtenissen in Oostenrijk. De resolutie geeft dit zo hoognodige debat een duwtje in de rug en krijgt dan ook onze overtuigde steun.

De heer Pierre Chevalier, staatssecretaris voor Buitenlandse Handel. - Het is ongebruikelijk dat de regering in een louter parlementaire aangelegenheid intervenieert. Natuurlijk zal de regering gevolg geven aan de aanbevelingen van de leden van de meerderheid en van de democratische oppositie.

Ik wens bij een aantal punten even stil te staan en een antwoord geven op de verwijten van een lid van het Vlaams Blok, dat zich associeert met de Freiheitliche Partei Österreichs. De heer Ceder heeft een parallel getrokken en ik zal hem direct van antwoord dienen.

Ik licht eerst de houding van de Belgische regering in deze kwestie toe.

Le gouvernement a décidé, conformément à la déclaration de la présidence portugaise du 30 janvier dernier, que les contacts bilatéraux avec les autorités autrichiennes ne pourraient avoir lieu qu'au niveau technique.

Ces contacts se feront selon les règles suivantes : il n'y aura plus de visite officielle bilatérale; l'ambassadeur d'Autriche à Bruxelles sera reçu à un niveau de chef de service et, en aucun cas, à un niveau supérieur; les relations avec l'Autriche dans le cadre des organisations internationales continueront comme à l'accoutumée, mais les éventuelles candidatures autrichiennes ne bénéficieront plus du soutien de la Belgique.

Ik herhaal dat de regering zich zal richten naar dit parlementair initiatief.

De heer Ceder had het over Turkije en beweerde dat de Belgische regering de kandidatuur van Turkije heeft gesteund. Ik meen dat hij voor een goed begrip enkele nuances moet aanbrengen, hoewel ik weet dat dit voor hem nogal moeilijk is. De Belgische regering heeft op de Top van Helsinki, waarop ik aanwezig was, de Turkse kandidatuur aanvaard. Tijdens de gesprekken die nu met Turkije worden aangeknoopt en die ongetwijfeld ettelijke jaren zullen duren, zullen - net als aan andere kandidaat-lidstaten - voorwaarden worden gesteld met betrekking tot de mensenrechten en de aanvaarding van het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens. De heer Ceder weet ongetwijfeld dat tijdens de onderhandelingen zal worden gepraat over de doodstraf en de behandeling van de Koerdische en andere minderheden. Voorzover ik weet, is Turkije, in tegenstelling tot Oostenrijk nog geen lid van de Europese Unie.

Een aantal leden heeft terecht opgemerkt dat wij met Oostenrijk deel uitmaken van een Gemeenschap die het louter economische overstijgt, maar die ook een aantal waarden die eigen zijn aan Europa, wil delen. Oostenrijk zal straks, onder andere vanaf 14 februari op de intergouvernementele conferentie, mee beslissen over de richting die de Europese Unie uitgaat. De heer Lozie heeft dan ook gelijk wanneer hij zegt dat we het recht hebben om de Oostenrijkse regering die blijkbaar zal aantreden, de vraag te stellen of ze deze waarden nog langer deelt.

De heer Ceder had het ook over andere landen. Daarbij is hij heel de wereld afgegaan; alleen Vaticaanstad is hij uit het oog verloren. Hij gebruikt de beproefde techniek van het amalgaam, waarbij heel wat zaken door elkaar worden gehaald. Hij had het over Cuba en Indonesië. Hij verweet zelfs de huidige president van dat laatste land, die we inderdaad volgende week ontvangen, verantwoordelijk te zijn voor de situatie in Oost-Timor. De waarheid heeft echter ook haar recht.

Hij, en ook andere leden, vroegen zich af waarom de Belgische regering destijds niet harder heeft geprotesteerd in verband met Italië.

Ik draag geen verantwoordelijkheid voor de toenmalige regering, maar ik verzeker de vergadering dat onder meer de heer Di Rupo, toen minister van Economie, zich heel afstandelijk heeft opgesteld tegenover de regering waarvan de heer Fini met zijn partij, die zoals ongetwijfeld bekend neofascistisch was, deel uitmaakte.

Wat de wapenhandel betreft, wil ik de heer Ceder en ook de heer Vankrunkelsven ten stelligste tegenspreken. De huidige regering, waarin vice-eerste minister Michel en ikzelf bevoegd zijn voor de export van wapens, heeft nog nooit licenties verleend om wapens te exporteren naar landen waar een conflict heerst of die om een niet-democratisch regime bekend staan. Daaraan besteden we allebei bijzondere aandacht. Bij de voorstelling van het rapport over de wapenhandel hebben we dat belangrijke aspect trouwens nogmaals onderstreept.

De heer Ceder maakt een parallel tussen Vlaanderen en Oostenrijk en beweert dat we bij de gemeenteraadsverkiezingen wel zullen vaststellen dat de toestand ook hier in die zin zal evolueren. Ik mag er niet aan denken dat op 8 oktober - uitgerekend op mijn verjaardag - zoiets zou gebeuren. Ik heb er echter vertrouwen in dat dit uitgesloten is. De heer Ceder moet echter weten wat hij wil. Enerzijds beweert hij dat zijn partij niets te maken heeft met de verklaring van de heer Haider over het nationaal-socialisme, maar anderzijds wil hij wel dezelfde richting uitgaan. Ik verzoek hem dat soort van parallellen achterwege te laten en zich duidelijk uit te spreken.

Ik herhaal dat deze resolutie een parlementair initiatief is en dat de regering zich nauwgezet zal richten naar de wensen en aanbevelingen van degenen die ze onderschrijven, alsook naar de aanbevelingen van andere leden van deze achtenswaardige assemblee die behoren tot de democratische oppositie.

- De bespreking is gesloten.