Vragen en Antwoorden

Belgische Senaat


Bulletin 2-12

ZITTING 1999-2000

Vragen van de Senatoren en antwoorden van de Ministers

(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans


Minister van Financiën

Vraag nr. 363 van de heer de Clippele d.d. 18 januari 2000 (Fr.) :
BTW. ­ Sportclubs opgericht als VZW. ­ Vrijstelling.

Artikel 44, § 2, 3º, van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde bepaalt dat de volgende diensten zijn vrijgesteld van BTW : « de diensten verstrekt door exploitanten van sportinrichtingen en inrichtingen voor lichamelijke opvoeding aan personen die er aan lichamelijke ontwikkeling of aan sport doen, wanneer die exploitanten en inrichtingen instellingen zijn die geen winstoogmerk hebben en zij de ontvangsten uit de vrijgestelde werkzaamheden uitsluitend gebruiken tot dekking van de kosten ervan ».

Dienen tennisclubs, judoclubs en dergelijke, die als VZW zijn opgericht maar zelf niet over een infrastructuur beschikken en derhalve de infrastructuur van andere verenigingen of instellingen op uurbasis huren, bij de deelnemingskosten die zij aan hun leden vragen, BTW aan te rekenen ?

Antwoord : De toekenning, tegen vergoeding, van het recht op toegang tot sportinrichtingen en van het recht ervan gebruik te maken, is een dienst als bedoeld in artikel 18, § 1, tweede lid, 12º, van het BTW-Wetboek. Die dienst is derhalve in beginsel aan de belasting onderworpen.

De dienst wordt evenwel van de belasting vrijgesteld als voldaan is aan de bepalingen van artikel 44, § 2, 3º, van voormeld wetboek. Overeenkomstig deze bepaling zijn van de belasting vrijgesteld de diensten verstrekt door exploitanten van sportinrichtingen en inrichtingen voor lichamelijke opvoeding aan personen die er aan lichamelijke ontwikkeling of aan sport doen, wanneer die exploitanten en inrichtingen instellingen zijn die geen winstoogmerk hebben en zij de ontvangsten uit de vrijgestelde werkzaamheden uitsluitend gebruiken tot dekking van de kosten ervan.

Deze principes zijn eenvormig van toepassing zonder dat er een onderscheid moet worden gemaakt tussen de exploitanten die eigenaar zijn en deze die geen eigenaar zijn van genoemde sportinrichtingen.

Bijgevolg zijn de deelnemingskosten die door de tennis-, judo- of andere clubs worden gevraagd, van de BTW vrijgesteld voor zover voldaan is aan de voorwaarden gesteld in voornoemde wetsbepaling en belast voor zover er niet aan voldaan is.