2-25

2-25

Belgische Senaat

Parlementaire handelingen

DONDERDAG 27 JANUARI 2000 - NAMIDDAGVERGADERING

(Vervolg)

Mondelinge vraag van mevrouw Kathy Lindekens aan de minister van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek over «het beheer van de federale culturele instellingen» (nr. 2-90)

Mevrouw Kathy Lindekens (SP). - De afgelopen week stelde de Vlaamse minister van cultuur zijn beleidsplan voor aan de pers. Hij deed hierbij een uitspraak over de federale culturele instellingen. De federale minister van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek is bevoegd voor het beheer van deze instellingen in Brussel. Het gaat met name om de Munt, het Paleis voor Schone Kunsten , het Filmmuseum en de musea in het Jubelpark. Op dit ogenblik krijgt de wijze waarop deze instellingen worden beheerd - met uitzondering van De Munt - nogal wat kritiek. Er is sprake van verwaarlozing wanneer het gaat over dagelijks beheer en het toekennen van budgetten. Hierdoor blijkt het onmogelijk om deze culturele instellingen de nodige internationale uitstraling te bezorgen. De Vlaamse minister van Cultuur ziet een oplossing in het toekennen van het beheer van deze instellingen aan de Gemeenschappen. Kan deze regeling wel borg staan voor een degelijk beheer? Dreigt het nastreven van een internationaal aantrekkelijk beleid niet verloren te gaan in communautair getouwtrek, zoals nu bij Brussel 2000?

Is nu werk maken van een degelijk en doordacht beheer van deze instellingen - waarbij ook een participatie vanuit de Gemeenschappen mogelijk is - niet de beste garantie? Langer wachten betekent dat de huidige problemen blijven voortbestaan en dat, zoals dat in het Filmmuseum het geval is, waardevol materieel verder verloren gaat.

Hoe reageert de minister op de vraag van Vlaams minister Anciaux? Is hij bereid op federaal vlak de nodige, ook financiële ingrepen te doen, zodat de federale culturele instellingen in de toekomst op een degelijke manier kunnen worden beheerd?

De heer Rudy Demotte, minister van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek. - De wetenschappelijke en culturele instellingen waarnaar werd verwezen en waarop ik toezicht uitoefen, zijn elk op een zeer verschillende manier georganiseerd. De verschillende structuren hebben één gemeenschappelijk kenmerk: hun beslissingsorganen zijn op taalvlak paritair samengesteld.

Ik wens dat die instellingen zo goed mogelijk functioneren. Ik geloof niet dat daartoe een grondige herziening van het systeem vereist is. De problemen zijn niet van institutionele aard, ze hebben veeleer te maken met het al dan niet voeren van een modern beheer. Daarom wil ik een voluntaristische politiek van modernisering van deze instellingen voeren.

Mevrouw Kathy Lindekens (SP). - Ik ben het er met de minister mee eens dat er nood is aan een modern beheer. Een modern beheer vergt echter voldoende middelen. Is de minister bereid om hiervoor de vereiste budgettaire middelen ter beschikking te stellen?

De heer Rudy Demotte, minister van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek. - Die vraag kan mevrouw Lindekens misschien beter aan de minister van Begroting stellen. Op het ogenblik zijn de financiële problemen gekend. We moeten dan ook naar nieuwe financieringsbronnen zoeken. Ik ben al aan die zoektocht begonnen, maar dat vergt wel nog een beetje tijd.