2-6

2-6

Sénat de Belgique

Annales parlementaires

JEUDI 14 OCTOBRE 1999 - SÉANCE DE L'APRÈS-MIDI

(Suite)

Question orale de Mme Mia De Schamphelaere au premier ministre sur «l'attitude du gouvernement à l'égard de la réduction d'impôt annoncée en Flandre» (n° 2-7)

Mevrouw Mia De Schamphelaere (CVP). - In de Vlaamse begroting voor het jaar 2000 is een belastingsverlaging ingeschreven. Er wordt voorzien in een belastingsvermindering op de laagste schijven van de inkomens uit arbeid. Dit zou nog maar een eerste aanzet zijn, want er is aangekondigd dat er voor de hele legislatuur 40 miljard aan Vlaamse belastingsverlaging is gepland.

Tijdens het begrotingsdebat heeft de Vlaamse regering verklaard dat het federale akkoord dat hiervoor nodig is snel zal bereikt worden. Vorige week echter konden we vanuit de federale regering wel enigszins andere geluiden opvangen. De federale minister van Financiën, de heer Reynders, verklaarde immers dat hij naar het Arbitragehof stapt als Vlaanderen zijn voornemen doorzet. Een eenvoudig overleg over de afcentiemen, zoals in de financieringswet is opgenomen, wijst hij af. Voor hem kan de Vlaamse belastingsverlaging maar ter sprake worden gebracht in het raam van de voor de tweede helft van de regeerperiode aangekondigde federale belastingshervorming.

Is dit het standpunt van de hele federale regering of is dit weer maar eens de persoonlijke visie van de minister van Financiën?

Nu de onderwijsfinanciering buiten de institutionele conferentie beslecht werd, heeft de premier misschien ook nieuws over een akkoord voor de Vlaamse belastingsverlaging? Wat Vlaanderen vraagt, is immers maar een uitvoering van fiscale mogelijkheden opgenomen in de bestaande financieringswet en moet volgens ons niet ingebracht worden in een institutionele onderhandeling.

De heer Guy Verhofstadt, eerste minister. - Allereerst wil ik uiting geven aan mijn ontroering over het feit dat mevrouw De Schamphelaere, die behoort tot een partij die in het Vlaams parlement tegenstander is van deze belastingverlaging, hier aandringt op een dringende verlaging.

De heer Hugo Vandenberghe (CVP). - Dat is niet waar. We kunnen niet twee keer betalen.

De heer Guy Verhofstadt, eerste minister. - Het spijt me, mijnheer Vandenberghe, maar ik kan ook in de verslagen lezen wat er in het Vlaams Parlement wordt gezegd. Er zijn daar wel degelijk kritische kanttekeningen gemaakt bij de intentie van de Vlaamse regering. Maar goed, ik ben hier niet om namens de Vlaamse regering te spreken. Als burger, die natuurlijk ook net zoals u de actualiteit volgt, stel ik alleen maar vast dat die vraag wordt gesteld.

Mevrouw De Schamphelaere geeft de woorden van de minister van Financiën niet helemaal correct weer. Ik heb hier alle verklaringen die de minister in het parlement heeft afgelegd. Ze komen niet uit de krant. Het lijkt me altijd beter er de verslagen op na te slaan. Ik vermoed dat mevrouw De Schamphelaere kennis heeft genomen van de mededeling die de minister van Financiën een aantal dagen geleden heeft gedaan. Eigenlijk is haar vraag niet gegrond, want de minister heeft verklaard dat een dergelijke aangelegenheid moet worden behandeld in de Interparlementaire en Intergouvernementele Conferentie voor Institutionele en Democratische Vernieuwing. Waarom is dit het forum voor dergelijke zaken? Volgens mevrouw De Schamphelaere is er voor het toekennen van afcentiemen geen wetswijziging nodig en dat klopt inderdaad. Wanneer men echter wil differentiëren, de korting voor bepaalde schijven wel en voor andere niet wil toekennen, dan is er voor deze modaliteiten wel een wetswijziging nodig. Dat technisch probleem moet in voornoemde Conferentie worden opgelost. Wat ik hier zeg, is geen nieuws. Op pagina 27 van het regeerakkoord, onder punt 1B, staat duidelijk vermeld dat dit probleem zal worden geregeld. Ik citeer de tekst: "De opdrachten van deze conferentie zijn: het probleem te regelen van de organisatie van de lokale besturen, gemeente- en provinciewet, volgens de modaliteiten van het Sint-Michielsakkoord, alsmede de technische aspecten van de regionale fiscaliteit." Als mede-onderhandelaar van dit akkoord weet ik dat met "technische aspecten van de regionale fiscaliteit" onder meer wordt bedoeld de gewesten de mogelijkheid te geven niet alleen afcentiemen of kortingen toe te kennen, maar deze ook volgens bepaalde modaliteiten toe te kennen, bijvoorbeeld enkel voor de laagste schijven, zoals de Vlaamse regering dit in het kader van de begroting van volgend jaar van plan is te doen.

In de persmededeling die enkele dagen geleden werd verspreid, heeft de minister van Financiën heel duidelijk herhaald wat in het regeerakkoord staat, namelijk dat deze aangelegenheid door de Interparlementaire en Intergouvernementele Conferentie voor Institutionele en Democratische Vernieuwing zal worden behandeld. Zoals u weet gaat deze Conferentie op 20 oktober aanstaande van start. Ik ben ervan overtuigd dat het probleem van de modaliteiten van de regionale fiscaliteit daar effectief zal worden geregeld.

Mevrouw Mia De Schamphelaere (CVP). - Ik dank de eerste minister voor zijn duidelijk antwoord. Op Vlaams niveau was die duidelijkheid er nog niet. Uit zijn antwoord blijkt dat de jonge Vlaamse regering een beetje impulsief en ondoordacht te werk is gegaan, want zij verkeerde in de overtuiging dat een eenvoudig overleg op federaal vlak over haar voorstel zou volstaan. Nu blijkt dat het technisch allemaal veel ingewikkelder is en dat het volgens de federale regering niet zomaar om een toepassing van de financieringswet gaat. Bijzonder jammer is dat een aantal hefbomen om in de onderhandelingen sterk te staan, intussen blijkbaar uit handen zijn gegeven. De voorstellen tot belastingsverlaging van de Vlaamse regering zullen dus nog niet zo meteen in de praktijk kunnen worden gebracht.

De heer Guy Verhofstadt, eerste minister. - Ik wil nog even opmerken dat we wel degelijk dit probleem voor ogen hadden toen we in het regeerakkoord de bepalingen over "technische aspecten van de regionale fiscaliteit" opnamen. Ik begrijp dan ook niet goed waarom mevrouw De Schamphelaere van mening is dat de Vlaamse regering voortvarend heeft gehandeld.

Mevrouw Mia De Schamphelaere (CVP). - De Vlaamse regering is er duidelijk vanuit gegaan dat het hierbij ging om een toepassing binnen het bestaande institutionele kader en dat hierover op federaal niveau wel overleg moest worden gepleegd, maar dat de financieringswet niet moest gewijzigd worden. Nu zegt de premier dat die wijziging wel degelijk nodig is. De onderwijsfinanciering is daarentegen wel een toepassing van de financieringswet. Wat aan Franstalige kant wordt gevraagd, moet dus niet door de conferentie worden besproken. Wat aan Vlaamse zijde wordt gevraagd, moet wel naar de conferentie.

De heer Guy Verhofstadt, eerste minister. - Mevrouw De Schamphelaere gaat nog altijd uit van de oude logica dat alles aan alles moet worden gekoppeld. Die logica hebben wij met deze regering verlaten. Elk dossier moet op zijn eigen merites worden beoordeeld en op een objectieve en logische manier worden behandeld. Daarom heb ik gisteren een oplossing aangekondigd in het dossier onderwijs en antwoord ik vandaag op de problemen in het dossier van de regionale belastingsvermindering. Het is niet goed de oude tactiek en strategie toe te passen en alles aan alles te koppelen, want dat leidt er uiteindelijk toe dat er niets gebeurt.