2-256/1

2-256/1

Belgische Senaat

ZITTING 1999-2000

22 DECEMBER 1999


Wetsvoorstel tot instelling van jeugdadvocaten voor minderjarigen

(Ingediend door mevrouw Kathy Lindekens)


TOELICHTING


Een derde van alle ouderparen verlaten elkaar in de loop van hun huwelijk. Dit mondt doorgaans uit in een definitieve echtscheiding. De scheidende partijen worden bijgestaan door hun eigen advocaat. De kinderen staan in de kou. Wanneer de scheiding door een der partijen of soms door beiden niet verwerkt kan worden, gaan ze een emotionele strijd aan. Wanneer mensen elkaar willen treffen, vormen de kinderen vaak het ultieme middel.

De advocaat zit in een niet-comfortabele positie. Hij dient bovenal zijn cliėnt bij te staan, maar mag ook niet uit het oog verliezen dat de kinderen soms belangen hebben die niet parallel zijn met de wens en de verwachtingen van de partij die door hem wordt verdedigd. Niet alle advocaten hebben op dat ogenblik de moed om tegen het belang van hun eigen cliėnt in te stellen dat de rechten van de kinderen in een echtscheiding prioritair zijn.

Ook wanneer kinderen het slachtoffer zijn van misdrijven, hebben zij in eigen naam nooit een advocaat. Het zijn hun ouders die zich burgerlijke partij kunnen stellen. Wanneer het gaat om intrafamiliale misdrijven, is het een ouder die desgevallend voor hen opkomt. Ook hier kan men vaststellen dat kinderen niet alleen het slachtoffer zijn van de misdrijven, maar nadien ook nog eens het slachtoffer worden van de genomen maatregelen.

Hoe vaak gebeurt het niet dat na incest gepleegd door de vader deze uiteindelijk toch bij zijn echtgenote blijft en de kinderen in een instelling geplaatst worden ? Uiteindelijk is het het kind dat gestraft wordt voor de misdrijven van een ander nadat het reeds zo zwaar werd getraumatiseerd door de gepleegde feiten. Ook hier kunnen kinderen niet bij hun eigen advocaat te rade, hoe belangrijk dit ook kan zijn.

De vraag is dan ook of de tijd niet rijp is om minderjarigen het recht toe te kennen over een eigen advocaat, de jeugdadvocaat, te beschikken. Op die manier wordt immers concreet invulling gegeven aan artikel 9 van het Verdrag van 20 november 1989 inzake de rechten van het kind. Punt 2 van genoemd artikel stelt immers : « In procedures ingevolge het eerste lid van dit artikel dienen alle betrokken partijen de gelegenheid te krijgen aan de procedures deel te nemen en hun standpunten naar voren te brengen. »

Ook artikel 12 van desbetreffend verdrag, over het recht op vrije meningsuiting, stelt in punt 2 : « Hiertoe wordt het kind met name in de gelegenheid gesteld te worden gehoord in iedere gerechtelijke en bestuurlijke procedure die het kind betreft, hetzij rechtstreeks, hetzij door tussenkomst van een vertegenwoordiger of een daarvoor geschikte instelling, op een wijze die verenigbaar is met de procedureregels van het nationale recht. »

Tevens wordt in het eindrapport van de Nationale Commissie tegen de sexuele uitbuiting van kinderen uitdrukkelijk gepleit voor de instelling van een systeem van jeugdadvocaten.

Advocaten moeten worden opgeleid om minderjarigen bij te staan. Deze opleiding omvat op de eerste plaats de juridische kennis van de rechten van het kind en al wat daarmee samengaat. Naast een sterke juridische scholing dient deze advocaat ook over een psychologische bagage te beschikken. Weinig volwassenen kunnen praten met kinderen op hun niveau. Wie zich toelegt op de omgang met kinderen en hun belangen moet behartigen, moet dan ook beschikken over een voldoende dosis psychologisch doorzicht en aanvoelen. Er moet in een aangepaste opleiding worden voorzien.

Uiteraard moet de advocaat een deskundige terzake zijn, die weet welke weg er moet bewandeld worden wanneer kinderen problemen hebben, zowel op procedureel vlak als wat begeleiding betreft. Hij is ook diegene die kan overleg plegen met de ouders of met derden. Hij kan een belangrijke rol vervullen in het kader van de bemiddeling tussen dader en slachtoffer, in dit geval het kind-dader of het kind- slachtoffer. Hij kan ook het kind ondersteunen in de poging om een verzoening tot stand te brengen na zware echtelijke moeilijkheden of in geval van misdrijven door familieleden op kinderen gepleegd.

De jeugdadvocaat kan de belangen van het kind verdedigen in alle aangelegenheden die betrekking hebben op het Internationaal Verdrag inzake de rechten van het kind. Bovendien heeft hij twee specifieke domeinen waar hij actief kan optreden :

A. Bijstand in het kader van gezins- en relatieproblemen

Wanneer ouders familiale moeilijkheden hebben en er aan een scheiding wordt gedacht, is het nuttig dat de kinderen een beroep kunnen doen op een advocaat die specifiek en uitsluitend hun belangen behartigt. Hij kan mee onderhandelen tussen de ouders die op hun beurt worden bijgestaan door hun eigen raadsman. Op die wijze krijgen de kinderen een spreekrecht dat zij thans in feite niet hebben. De advocaat kan binnen de ruimte van zijn kabinet en gedekt door het beroepsgeheim de wensen en verlangens van kinderen vernemen en deze dan ook verdedigen.

Tevens dient hij wijs genoeg te zijn om bij te sturen indien hij meent dat dit nodig is. Net als bij volwassenen zijn niet alle wensen van kinderen realistisch of dienen ze hun belangen. Vandaar ook dat de advocaat als raads-man of raads-vrouw als eerste taak heeft raad te geven aan zijn cliėnt, in dit geval de minderjarige.

Doordat kinderen door hun eigen advocaat worden bijgestaan, wordt hun rechtspositie versterkt. Op die wijze wordt ook voorkomen dat zij tussen vader en moeder heen en weer geslingerd worden en in een emotioneel onmogelijke situatie terechtkomen. Kinderen zijn uitermate loyaal ten overstaan van vader en moeder. Dit kan door de ouders al dan niet bewust misbruikt worden. Het voordeel van de invoering van een jeugdadvocaat bestaat erin dat het kind ook kan worden bijgestaan door zijn eigen advocaat op het ogenblik dat het door een magistraat gehoord wordt. Kinderen worden nu door een van beide ouders naar de rechter gebracht, en soms tot het laatste moment beļnvloed. Zij gaan dan ook beladen met zware druk de rechter tegemoet en dit in een voor hen soms weinig comfortabele situatie. Ook de vrees deze rechter te moeten ontmoeten, kan traumatiserend zijn voor een kind.

De bijstand van een advocaat die hen begeleidt, hen naar de rechtbank brengt en hen bijstaat tijdens het verhoor zou alleszins geruststellend werken ten opzichte van het kind en een garantie van zijn rechten betekenen.

Wanneer de zaak ten gronde behandeld wordt, zou ook deze advocaat met inachtneming van zijn beroepsgeheim de wensen van het kind en zijn diepe verlangens kenbaar kunnen maken in de hoop gehoor te vinden bij de rechter die deze moeilijke beslissing moet nemen. Wanneer wordt ingegaan tegen de vraag van het kind, zou de advocaat er kunnen op toezien dat deze weigering dient gemotiveerd te worden zodanig dat het kind ook weet waarom zijn vraag niet wordt geaccepteerd.

Alleszins zal de bijstand van een jeugdadvocaat heel wat meer garanties bieden voor het belang van het kind dan tot nu het geval is. Dit geldt bijvoorbeeld ook voor afstammings- en adoptieproblemen of het recht op contact met grootouders, broers en zussen.

B. Het kind als dader of slachtoffer van een delict

Als dader van een delict krijgt het kind wanneer het voor de jeugdrechter verschijnt een advocaat toebedeeld. De ervaring wijst echter uit dat deze advocaten wellicht ook bij gebrek aan opleiding vaak weinig gemotiveerd zijn om hun cliėnt echt bij te staan en weinig kennis hebben van het dossier van het kind. De toegewezen advocaten staan vaak aan het begin van een carričre, durven niet ten volle optreden of willen snel hogerop. De kern van de opdracht, nl. het bijstaan van een minderjarige, komt soms op de tweede plaats.

De procedure die kinderen doorlopen binnen de bijzondere jeugdzorg is niet altijd begrijpbaar voor het kind in kwestie. Hoewel het Protocol Jongerenrechten in de jeugdbijstand vermeldt dat elke jongere het recht heeft op begrijpbare informatie, wijst de praktijk uit dat lang niet alle jongeren inzage hebben in de verslagen die over hen worden opgemaakt. Uit een ruime bevraging van jongeren in de bijzondere jeugdzorg in Vlaanderen (« Van mijn kant bekeken », Minoriusproject VVJG, 18 november 1998) blijkt dat sommige jongeren helemaal niets weten over de inhoud van de hen betreffende verslagen, anderen weten alleen wat de begeleiders verteld hebben.

De inhoud van het verslag kan nochtans belangrijk zijn voor de jongere om zichzelf beter te leren kennen en aan zijn problemen te werken. De informatie is echter ook noodzakelijk om het recht op verdediging te kunnen garanderen.

Het formeel karakter van de jeugdrechtbank zorgt voor een afstand tussen het kind en de rechter. Het kind begrijpt vaak niet de taal die er wordt gesproken en heeft het gevoel dat alles zich boven zijn hoofd afspeelt. De inbreng van het kind is hierdoor afgeremd. De bijstand van een jeugdadvocaat die in staat is de moeilijke termen en procedures te hertalen en de vragen en bedenkingen van het kind te formuleren, is dan ook noodzakelijk voor een redelijke verdediging, en voor het bijbrengen van inzichten bij het kind en de betrokken volwassenen.

Zeker wanneer kinderen slachtoffer zijn van delicten die binnen het gezin zijn gepleegd, moeten zij een beroep kunnen doen op een vertrouwenspersoon. Kinderen die zich in die situatie bevinden, ondergaan een vertrouwenscrisis.

Als een kind wordt misbruikt door de vader of een ander familielid, is het herstel van zijn vertrouwen uiterst belangrijk voor zijn verdere ontwikkeling. Wanneer het op dat ogenblik een echte vertrouwenspersoon kan ontmoeten die zijn belangen door dik en dun verdedigt en die daarenboven zwijgplicht heeft, dan is dit een grote geruststelling.

Het kind moet kunnen zeggen wat er op zijn hart ligt en kunnen vertrouwen dat dit niet aan derden wordt meegedeeld, wat toch de essentie is van het beroepsgeheim. Kinderen zijn op dat ogenblik extra kwetsbaar. Ze hebben dan ook het recht om gepaste raad te ontvangen, zowel juridisch als menselijk.

De advocaat kan het kind informatie bezorgen, zoals waar het terecht kan voor psychische begeleiding, slachtofferhulp e.d. Hij kan samenwerken met het vertrouwenscentrum Kindermishandeling.

Wanneer het kind zijn dossier wenst in te zien, dan is dat op dit ogenblik onmogelijk. De jeugdadvocaat kan erop toezien dat hij inzage krijgt van het dossier, en de minderjarige van de evolutie van het strafonderzoek op de hoogte houden. Via deze advocaat kunnen aanvullende gegevens in het kader van het strafonderzoek worden verstrekt. Eens de zaak ten gronde wordt behandeld, wordt de minderjarige ter zitting bijgestaan door zijn raadsman. Deze kan de uitspraak van de rechter nader toelichten en overwegen of er al dan niet hoger beroep moet worden ingesteld.

Ook kan hij een rol spelen in de richting die de sanctie moet uitgaan. Vaak zijn kinderen er niet mee gediend dat hun vader na het plegen van incest zwaar wordt gestraft.

Andere mogelijkheden moeten kunnen worden overwogen. De mogelijkheid moet bestaan dat de rechter kennis neemt van de oprechte wensen van het kind in dit verband.

Wanneer er schadevergoeding wordt bekomen voor de minderjarige, is het aan de advocaat om er toezicht op te houden dat deze gelden in het belang van de minderjarige worden benut of op een rekening worden geplaatst. Wanneer er kan bemiddeld worden met de dader van het misdrijf, is het aan de jeugdadvocaat om hierin een cruciale rol te spelen. Vaak zijn kinderen meer gediend met een verzoening dan met een escalatie van de situatie.

Het komt in de bijzondere jeugdzorg geregeld voor dat de grens tussen kind-dader en kind-slachtoffer vaag is. Als een kind een delict pleegt, is dit soms een noodkreet naar de volwassenen, een signaal naar de maatschappij dat het kind problemen heeft die niet worden gezien of gehoord. Alleen door ernstig en onvoorwaardelijk met het kind te spreken in een taal die het begrijpt en te vertrekken vanuit de leefwereld van het kind, kunnen de onderliggende problemen naar boven worden gehaald.

Wanneer kinderen in nood terecht kunnen bij een vertrouwenspersoon aan wie ze steun kunnen hebben, dan kan hierdoor het vertrouwen in de maatschappij worden hersteld, wat een essentiėle voorwaarde is voor verdere harmonische ontwikkeling.

COMMENTAAR BIJ DE ARTIKELEN

Artikel 2

Dit artikel voert het principe van de jeugdadvocaat in. Deze verleent bijstand in elke zaak waarin de minderjarige rechtstreeks of onrechtstreeks betrokken is. Heeft de jongere geen jeugdadvocaat, dan wordt die hem ambtshalve toegewezen door de rechter.

Artikel 3

Dit artikel omschrijft de voorwaarden, waaraan een advocaat moet voldoen, wil hij kunnen optreden als jeugdadvocaat. Het betreft enerzijds kennis en opleiding over de rechten van het kind en anderzijds de relationele omgang met kinderen.

De voorwaarden moeten voldaan zijn op een door de Koning vast te stellen wijze.

Artikel 4

De kosten voor de bijstand moeten verrekend worden op het budget van het ministerie van Justitie. Het gaat hier immers om een openbare dienstverlening, die tevens een belangrijke preventieve werking kan hebben.

Wij wijzen er uitdrukkelijk op dat het moet gaan om een degelijke verloning, teneinde echte specialisatie en interesse mogelijk te maken. Het arrest-Bouamar van het Europese Hof voor de rechten van de mens stelt overigens uitdrukkelijk dat in « geschikte rechtsbijstand » voorzien moet worden.

Deze verloning door de overheid mag geen afbreuk doen aan de onafhankelijkheid van de advocaat.

Artikel 5

De inwerkingtreding van deze wet heeft enige voorbereiding nodig, zodat dit artikel daartoe in een redelijke periode voorziet.

Kathy LINDEKENS.

WETSVOORSTEL


Artikel 1

Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Art. 2

In elk geding dat hem betreft of aanbelangt, wordt de minderjarige, in voorkomend geval ambtshalve, bijgestaan door een jeugdadvocaat.

De jeugdadvocaat verdedigt de belangen van het kind.

Art. 3

Om als jeugdadvocaat overeenkomstig deze wet te worden beschouwd, moet de advocaat het bewijs leveren van :

1ŗ een grondige kennis van het Verdrag inzake de rechten van het kind en andere internationale verdragen, wetten en decreten met betrekking tot de rechten van kinderen;

2ŗ de bekwaamheid om met kinderen op hun niveau te praten, een vertrouwelijke omgang met hen te hebben en hun belangen te behartigen;

3ŗ de permanente opleiding en vorming op het vlak van de rechten van kinderen.

De Koning stelt vast op welke wijze dit bewijs geleverd kan worden.

Art. 4

De vergoedingen en kosten verbonden aan deze bijstand door een jeugdadvocaat vallen ten laste van het ministerie van Justitie.

Art. 5

Deze wet treedt in werking op de eerste dag van de derde maand na die waarin ze is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad .

Kathy LINDEKENS.