Vragen en Antwoorden

Belgische Senaat


Bulletin 2-2

ZITTING 1999-2000

Vragen van de Senatoren en antwoorden van de Ministers

(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans


Minister van Landbouw en Middenstand (Middenstand)

Vraag nr. 64 van de heer de Clippele d.d. 21 september 1999 (Fr.) :
Kamers van ambachten en neringen. ­ Getuigschrift kennis van bedrijfsbeheer.

De programmawet van 10 februari 1998 heeft een nieuwe administratieve verplichting ingevoerd ten laste van de vennootschappen die vanaf 1 januari 1999 opgericht zijn.

Het uitvoeringsbesluit is genomen op 21 oktober 1998.

Alvorens een inschrijving in het handelsregister te verkrijgen moet de persoon die het dagelijks bestuur van deze vennootschap uitoefent, in het bezit zijn van een getuigschrift waarmee hij bewijst over voldoende kennis te beschikken om het gewone bestuur van een vennootschap waar te nemen.

Dit getuigschrift wordt afgegeven door de kamer van ambachten en neringen.

Ik verneem dat sommige kamers van ambachten en neringen dit getuigschrift pas afgeven na oprichting van de vennootschap en neerlegging van de statuten op de griffie van de rechtbank van koophandel.

Indien het getuigschrift uiteindelijk geweigerd wordt, blijft de oprichting van de vennootschap toch geldig en de vennootschap behoudt haar rechtspersoonlijkheid.

Alle kosten voor de akte en de registratierechten zijn dan nutteloos geweest en de vennoten zullen in dat geval genoodzaakt zijn de vennootschap vrijwillig in vereffening te brengen aangezien ze het vereiste getuigschrift niet verkrijgen.

Deze invereffeningstelling brengt opnieuw nutteloze kosten met zich mee.

Is het volgens de geachte minister niet raadzaam de kamers van ambachten en neringen te machtigen om dit getuigschrift af te geven vooraleer de oprichtingsakte van de vennootschap ondertekend wordt ?

Antwoord : De programmawet van 10 februari 1998 tot bevordering van het zelfstandig ondernemerschap is gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 21 februari 1998.

Naast verschillende andere maatregelen, bevat zij ook de veralgemening van het bewijs van de basiskennis van het bedrijfsbeheer voor iedere KMO, natuurlijke of rechtspersoon, die een activiteit uitoefent die in het handels- of het ambachtsregister moet worden ingeschreven.

Deze verplichting gold al in het verleden voor een veertigtal beroepen.

In het geval van een rechtspersoon moet het vestigingsgetuigschrift op haar naam worden aangevraagd bij de kamer van ambachten en neringen van de provincie waar de activiteit voor de eerste maal zal worden uitgeoefend. Het is echter een natuurlijke persoon die verbonden is met de rechtspersoon, die het door de wet opgelegde bewijs van de basiskennis van het bedrijfsbeheer moet leveren. Het getuigschrift wordt uitgereikt op naam van de vennootschap.

Opdat deze vennootschap, rechtspersoon, een aanvraag zou kunnen indienen, moet zij bestaan.

Zij moet dus zijn opgericht en de statuten moeten worden neergelegd bij de griffie van de rechtbank van koophandel. Dit is uitdrukkelijk bepaald bij artikel 27, § 2, derde lid, van het koninklijk besluit van 21 oktober 1998 tot uitvoering van hoofdstuk I van titel II van de programmawet.

De secretariaten van de kamers van ambachten en neringen moeten dus over die documenten beschikken om op geldige wijze de aanvragen te kunnen beoordelen.

Ik meen dus dat ik onmogelijk gevolg kan geven aan uw vraag.

Het personeel van de tien kamers van ambachten en neringen en van mijn departement staat echter steeds ter beschikking van iedereen die inlichtingen wenst alvorens een aanvraag om vestigingsgetuigschrift in te dienen.