(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans
Begin september kregen alle OCMW's een ontwerp-contract van De Lijn in de bus over een verminderd tarief voor bestaansminimumtrekkers. Deze regeling ging, mits akkoord van het OCMW, van start op 1 oktober jongstleden en gold voor 1 jaar.
Kort samengevat komt de regeling neer op het volgende : bestaansminimumgerechtigden en hun samenwonenden krijgen van het OCMW een verminderingskaart, waarmee zij op de tram of de bus een biljet kunnen kopen voor de prijs van 20 frank, ongeacht het aantal zones dat men doorreist; een biljet heeft een maximale geldigheidsduur van 150 minuten.
Ook voor werklozen stelt zich het probleem dat zij in hun zoektocht naar werk én met een beperkt inkomen, dikwijls verre en dure verplaatsingen dienen te doen.
Graag had ik van de geachte minister het volgende vernomen :
1. Kan dit initiatief van De Lijn voor bestaansminimumtrekkers niet uitgebreid worden naar het treinverkeer ?
2. Kan dit initiatief niet uitgebreid worden voor de verplaatsingen van werklozen in het kader van hun concrete zoeken naar werk waarvoor vanzelfsprekend in het vertrekstation een bewijs moet voorgelegd worden ?
Antwoord : De NMBS deelt mij in antwoord op de door het geachte lid gestelde vraag het volgende mede.
1. Het tweede beheerscontract tussen de Staat en de NMBS voorziet een uitbreiding van het WIGW-statuut. Dit betekent dat personen die van een bestaansminimum dienen te leven voortaan aanspraak kunnen maken op de reductiekaart die door de NMBS wordt afgegeven. Die kaart verleent hen 50 % reductie op de aankoop van biljetten in 2e klas.
2. Werklozen die zich verplaatsen per trein voor sollicitatiegesprekken genieten bij de NMBS 75 % reductie op tweedeklasbiljetten. Die korting wordt verleend op voorlegging van het door de NMBS voorgeschreven attest aan werklozen die ingaan op een werkaanbieding of die deelnemen aan een aanwervingsexamen via de gewestelijke diensten voor arbeidsbemiddeling.