Vragen en Antwoorden

Belgische Senaat


Bulletin 1-99

ZITTING 1998-1999

Vragen van de Senatoren en antwoorden van de Ministers

(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans


Minister van Sociale Zaken

Vraag nr. 1635 van de heer Olivier d.d. 10 maart 1999 (N.) :
Terugbetaling van geneesmiddelen. ­ Besluitvorming. ­ Behandeling van migraine. ­ Antigriep-vaccin.

In België worden naar schatting zo'n 7 % mannen en 17 % vrouwen geregeld getroffen door ernstige aanvallen van hoofdpijn : migraine. Sommige onder hen ­ meestal voor het overige perfect gezonde mensen ­ moeten om die reden vaak tot drie dagen per week het bed houden.

Over de oorzaken van migraine bestaat allerminst duidelijkheid. Artsen en onderzoekers denken in de richting van een plotse schommeling in de hormonenspiegel (in het geval van vrouwen bijvoorbeeld rond de menstruatieperiode); dat verklaart mede het relatief hogere aandeel van vrouwelijke migrainepatiënten. De aandoening zou erfelijk zijn.

Ondanks het feit dat de concrete oorzaken tot nu toe goeddeels onbekend bleven, heeft men toch al een behoorlijke vooruitgang geboekt in de symptoom-behandeling van migraine. De middelen zijn er, maar zijn verschrikkelijk duur. De neusspray Imitrex (Glaxo Wellcome) kost 1 227 frank voor twee dosissen en 2 719 frank voor zes. Hetzelfde middel in de vorm van spuitampules kost 2 083 frank voor twee dosissen. De pillen Zomig (Zeneca) kosten 1 128 frank voor drie stuks, zijnde 376 frank per stuk. Wetende dat het hier om een chronische aandoening gaat die zich wekelijks kan manifesteren, kan de factuur aardig oplopen.

De patiënten krijgen echter niets terugbetaald. Wie het met andere woorden kan betalen heeft minder of geen last meer van de verlammende pijn en kan weer vrij normaal functioneren, anderen blijven ermee zitten. Voor het overige gezonde mensen moeten een aanzienlijk deel van de tijd het bed houden wegens de bonkende hoofdpijn. Door de vele afwezigheden op het werk wordt hun carriere gefnuikt en gaat het aldus van kwaad tot erger.

Los van het menselijk leed is er nog de economische kost (onder andere het ziekteverzuim), die wellicht vele malen hoger is dan de kostprijs van het (gedeeltelijk) terugbetalen van een aantal middelen op doktersvoorschrift.

Eenzelfde situatie zien we bij het griep-vaccin. Daarvan wordt 40 % terugbetaald door het ziekenfonds aan 60-plussers; de 60-plussers zijn immers een risicogroep. Economisch actieven moeten het vaccin zelf betalen. Mensen met voldoende financiële reserves laten zich inenten en blijven meestal van griep gespaard, anderen doen het niet. Miljoenencampagnes ten spijt, zoals die van de provincie West-Vlaanderen in 1998.

Ook hier kan de vraag gesteld worden of de totale economische kost niet vele malen hoger ligt dan de kosten voor het (gedeeltelijk) terugbetalen van de « griepprik ». Bovendien gaat België met dat soort scheeftrekkingen ­ aangehaalde voorbeelden zijn immers niet de enige ­ al aardig in de richting van een « twee-sporen-gezondheidsbeleid », met bewezen doeltreffende medische behandelingen die niet meer voor iedereen toegankelijk zijn. Betaalbare en doeltreffende medische zorg voor iedereen, dat is toch één van de basisprincipes die aan onze verzorgingsstaat ten grondslag ligt.

In verband hiermee had ik van de geachte minister graag een antwoord op volgende vragen :

1. Kan ze mijn analyse van de feiten bevestigen ?

2. Welke rechtvaardiging kan ze geven voor het feit dat onder meer de middelen tegen (de symptomen van) migraine en het griep-vaccin niet worden terugbetaald ?

3. Welke criteria worden gehanteerd om een middel al dan niet (gedeeltelijk) terug te betalen aan de patiënt ?

4. Hoe verloopt de besluitvorming in deze en hoelang duurt die gemiddeld ?

5. Welke maatregelen kan en zal ze nemen teneinde genoemde behandelingen (gedeeltelijk) terugbetaalbaar te stellen ?

6. Welke maatregelen stelt ze voor om een einde te stellen aan het « twee-sporen-gezondheidsbeleid » ?

Antwoord : In antwoord op de vraag van het geachte lid meen ik het volgende te moeten meedelen.

Voor de behandeling is het essentieel migraine van de andere typen hoofdpijn te onderscheiden.

Naast een eventuele behandeling met geneesmiddelen is aandacht voor aanpassing van de levenswijze van de patiënt belangrijk.

Patiënten blijken vaak verschillend op een therapie te reageren, wat bij de één helpt, kan voor een ander nutteloos zijn.

Er zijn verschillende geneesmiddelen die gebruikt worden bij zowel de preventieve behandeling van migraine als bij de behandeling van de aanvallen.

Al die geneesmiddelen worden vergoed door de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen.

De subcutane inspuiting met sumatriptan wordt slechts vergoed nadat de gebruikelijke behandelingen falen. Een machtiging van de adviserend geneesheer van het ziekenfonds is hier nodig voor de vergoeding van die inspuiting.

Een eventuele tegemoetkoming voor een neusspray met sumatriptan of orale tabletten met sumatriptan of zolmitriptan maakt alleszins dat het gebruik van die dure geneesmiddelen eenvoudiger wordt en veelvuldiger zal toegepast worden.

Vermits de diagnose van migraine moeilijk is, vreest de Technische Raad voor farmaceutische specialiteiten dat de triptanen ook voor andere vormen van hoofdpijn gebruikt worden. Het budget zou dan enorm toenemen gelet op de prevalentie van hoofdpijn.

Wat de griepvaccins betreft, worden die terugbetaald volgens categorie Cs, dit wil zeggen 60 % van de prijs ten laste van de rechthebbende. De rechthebbenden die hiervan kunnen genieten zijn ouder dan 60 jaar of hebben een chronische ziekte.

Er is geen enkel wetenschappelijk bewijs dat aantoont dat andere personen enig baat hebben bij een inenting tegen griep.

Alvorens een farmaceutische specialiteit aanvaard wordt voor een tegemoetkoming, moet het voldoen inzake drie wettelijke aannemingscriteria :

­ het farmacotherapeutisch nut;

­ het sociaal nut;

­ de prijs en de kosten van de behandeling.

Zodra de Technische Raad een nieuwe aanvraag van een specialiteit beoordeeld heeft, volgt al dan niet een positief voorstel.

Tot nu toe wordt dit voorstel nog voorgelegd aan de dienst voor Geneeskundige Controle die binnen de veertien dagen een advies opstelt.

Het voorstel van de raad wordt daarna voorgelegd aan de commissie voor Begrotingscontrole die nagaat of de eventuele kosten binnen de begrotingsdoelstelling vallen. Hierbij wordt ook rekening gehouden met de eventuele besparingen.

Het advies van de commissie voor Begrotingscontrole samen met het voorstel van de raad en het advies van de dienst voor Geneeskundige Controle wordt voorgelegd aan het Verzekeringscomité. Dit comité beslist over het al dan niet doorsturen van het voorstel naar de minister.

Het heeft geen zin een gemiddelde duur van de besluitvorming te berekenen.

Sommige specialiteiten zoals de generieke specialiteiten en de zogenaamde « kopie »-specialiteiten worden sneller behandeld omwille van de impact op het budget.

Een uitbreiding van een bestaand specialiteitengamma kan meestal ook vlugger afgewerkt worden als de prijs kadert binnen de aangenomen prijzen van de bestaande specialiteiten.

Een nieuwe chemische entiteit is daarnaast moeilijker te bespreken omdat er op het ogenblik van de vergadering nog onvoldoende klinische evidentie is aangetoond in verband met de doelmatigheid van het geneesmiddel.

Het bijgevoegde advies van de Doorzichtigheidscommissie spreekt zich meestal niet eenduidig uit over de plaats van dergelijke middelen binnen het bestaande therapeutisch arsenaal.

Op dit ogenblik is er nog geen sprake van een « twee-sporen-gezondheidsbeleid ».