1-260

1-260

Sénat de Belgique

Belgische Senaat

Annales parlementaires

Parlementaire handelingen

SÉANCES DU JEUDI 1er AVRIL 1999

VERGADERINGEN VAN DONDERDAG 1 APRIL 1999

(Vervolg-Suite)

MONDELINGE VRAAG VAN DE HEER VAUTMANS AAN DE MINISTER VAN FINANCIËN OVER « HET LAATTIJDIG AFLEVEREN VAN DE NODIGE SCHATTINGSVERSLAGEN AAN DE GEMEENTEN »

QUESTION ORALE DE M. VAUTMANS AU MINISTRE DES FINANCES SUR « LA REMISE TARDIVE AUX COMMUNES DES RAPPORTS D'EXPERTISE REQUIS »

De voorzitter. ­ Aan de orde is de mondelinge vraag van de heer Vautmans.

Het woord is aan de heer Vautmans.

De heer Vautmans (VLD). ­ Mijnheer de voorzitter, zowel voor de aankoop als voor de verkoop van onroerende goederen moeten de gemeenten een schattingsverslag van het aan te kopen of te verkopen onroerend goed aanvragen. Hiervoor kunnen ze onder meer een beroep doen op de diensten van de ontvanger van het lokale kantoor van registratie der domeinen. Sommige gemeenten ondervinden heel wat moeilijkheden om tijdig een schattingsverslag te bekomen. In sommige provincies loopt de wachttijd hiervoor op tot tien à twaalf maanden. Heel wat dossiers lopen daardoor enorme vertraging op, kunnen niet binnen een redelijke termijn worden afgewerkt en veroorzaken zo inkomstenverlies voor de stad of gemeente.

Dit probleem is niet nieuw. Reeds op 3 maart 1993 stelde de heer Pierco hierover een vraag aan de minister, die daarop antwoordde dat de termijn voor eenvoudige en beperkte opdrachten in geen geval de twee maanden en voor complexe opdrachten de drie maanden mag overtreffen.

Hieromtrent kreeg ik graag antwoord op de volgende vragen.

Hoe is het mogelijk dat vijf jaar na dit antwoord het probleem nog steeds brandend actueel is en er nog altijd geen verbetering is opgetreden in de aflevering van de schattingsverslagen ?

Welke stappen zal de minister doen zodat de lopende dossiers snel kunnen worden afgehandeld ?

Welke maatregelen overweegt de minister om dergelijke vertragingen in de toekomst te voorkomen ?

De voorzitter. ­ Het woord is aan minister Viseur.

De heer Viseur, minister van Financiën. ­ Mijnheer de voorzitter, op de vraag van de heer Pierco van 3 maart 1993 over de vertraging in het afleveren van schattingsverslagen door de ontvangers der Registratie en Domeinen, heeft de minister inderdaad geantwoord dat hij de ontvangers opdracht zou geven de eenvoudige opdrachten binnen de twee maanden en de complexe opdrachten binnen de drie maanden af te handelen.

Bij ministeriële omzendbrief van 3 augustus 1993 werd die vraag en het antwoord van de minister, zoals ze werden gepubliceerd in het bulletin van Vragen en Antwoorden van de Kamer van 28 juni 1993, aan alle ontvangers der registratie en aan alle andere aankoopcomités meegedeeld en werden er duidelijk administratieve richtlijnen gegeven omtrent het behandelen van de schattingsaanvragen. Deze richtlijnen zijn nog steeds van kracht en worden behoorlijk toegepast.

Naar mijn administratie mij meedeelt, is er op het ogenblik slechts één ontvanger die er nog steeds niet in slaagt een abnormale achterstand te voorkomen. Deze werd hiervoor reeds administratief gestraft.

Indien de heer Vautmans een ander concreet geval kent, verzoek ik hem mij dit mee te delen. Ik zal dat zonder verwijl door de administratie laten onderzoeken.

De voorzitter. ­ Het woord is aan de heer Vautmans voor een repliek.

De heer Vautmans (VLD). ­ Mijnheer de voorzitter, deze kwestie levert vooral problemen op voor de OCMW's. Sommige beslissingen moeten immers genomen worden binnen de zes maanden. Het ontbreken van die schattingsverslagen brengt deze OCMW's dan in een zeer moeilijk juridisch parket. Hun beslissingen worden in de praktijk onuitvoerbaar. De OCMW's kunnen dan niet voldoen aan hun wettelijke verplichtingen.

De minister zegt dat er slechts één ontvanger in gebreke blijft. Dit lijkt mij een reden te meer om het probleem volledig op te lossen.

De voorzitter. ­ Het incident is gesloten.

L'incident est clos.