Vragen en Antwoorden

Belgische Senaat


Bulletin 1-95

ZITTING 1998-1999

Vragen waarop niet werd geantwoord binnen de tijd bepaald door het reglement
(Art. 66 van het reglement van de Senaat)

(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans


Minister van Justitie

Vraag nr. 1485 van de heer Olivier d.d. 27 november 1998 (rappel van 12 februari 1999) (N.) :
Actieplan « Toxicomanie-drugs ». ­ Opvolging van diverse actiepunten. ­ Bijsturingen.

Op 27 november 1998 stelde ik u onder nr. 1485 (bulletin van Vragen en Antwoorden , Senaat, nr. 90 van 12 januari 1999, blz. 4744) de volgende vraag :

« Aansluitend op de Consensusconferentie met betrekking tot de substitutiebehandelingen van 8 oktober 1994 en op de Interministeriėle Conferentie voor volksgezondheid, keurde de Ministerraad op 3 februari 1995 de ontwikkeling goed van het actieplan « Toxicomanie-drugs ». Het plan, dat de vermindering van de gevaren voor de volksgezondheid en de criminaliteit, en de verdere aanpak van de drugshandel vooropstelt, vertrekt van vier krachtlijnen :

1. de uitbreiding en de diversifiėring van het verzorgingsaanbod;

2. de preventie;

3. het verkrijgen van een beter inzicht in het probleem;

4. de vermindering van het aanbod inzake verdovende middelen.

Het plan stelt tien concrete actiepunten voorop. Volgende actiepunten vallen onder uw bevoegdheid :

1. het tegeldemaken van de opbrengst van vermogensvoordelen, goederen en inkomsten, die in beslag genomen worden bij de strijd tegen de drugshandel;

2. de verbetering van de opleiding van het gevangenispersoneel met betrekking tot deze problematiek;

3. de uitbreiding van het recht tot sluiting van etablissementen waar misdrijven worden gepleegd in verband met de handel of het gebruik van verdovende middelen;

4. de optimale regeling en vermeerdering van het aanbod qua verzorging van de druggebruikers, en dit wat betreft de organisatie van een opleiding ten behoeve van artsen in de gevangenissector;

5. het nemen van maatregelen tot vermindering van het aanbod aan verdovende middelen.

Graag had ik de geachte minister volgende vragen voorgelegd :

1. Welke is de huidige stand van zaken met betrekking tot vermelde actiepunten ?

2. Wanneer bepaalde actiepunten niet of slechts gedeeltelijk werden gerealiseerd, welke zijn daarvoor de oorzaken ?

3. Welke zijn de geplande bijsturingen ? »

Tot op heden mocht ik dienaangaande nog geen antwoord ontvangen. Derhalve ben ik zo vrij deze vraag opnieuw aan u voor te leggen. Mag ik aandringen op een spoedige mededeling van uw standpunt ?