1-1360/2 | 1-1360/2 |
15 APRIL 1999
Evocatieprocedure
Het voorwerp van het onderhavige wetsontwerp is de herziening van de wet van 4 juli 1956 houdende het tarief der consulaire rechten en der kanselarijrechten.
Het ontwerp heeft vooreerst ten doel de tekst van de wetgeving ter zake te actualiseren omdat een aantal bepalingen uit bovengenoemde wet alsmede een aantal akten of tarieven uit de bijlage verouderd zijn of in onbruik geraakt.
Voortaan wordt ook het bedrag van de rechten die door de diplomatieke en consulaire posten van België in het buitenland worden geheven, in EURO vastgesteld. Dit ligt niet alleen in de lijn van de inspanningen die België levert om de Europese integratie waar te maken, maar heeft ook als voordeel dat het visumtarief, dat eveneens in EURO is uitgedrukt, in de Belgische wetgeving kan worden omgezet zonder het bedrag te moeten converteren. De visumbedragen zijn in het kader van het Schengen-Akkoord geharmoniseerd.
De herziening wordt ook aangegrepen om het bedrag van bepaalde rechten en het maximum bedrag van de ontvangsten die aan de ereconsuls worden toegekend, te verhogen. Deze maatregel ligt voor de hand aangezien bedoelde bedragen sinds 1956 niet meer werden herzien. De ereconsuls die hun goede diensten ter beschikking stellen zonder daarvoor van de Staat een bezoldiging te ontvangen, hebben soms aanzienlijke kosten op het vlak van infrastructuur en personeel. De vergoedingen die in de bestaande wet zijn vastgelegd zijn niet langer toereikend.
De akten betreffende scheepvaart werden in het nieuwe tarief overgenomen. Bepaalde schepen varen immers nog onder Belgische vlag. Bovendien behartigt België in bepaalde landen de Luxemburgse belangen. Daarom kan het voorkomen dat een Belgische diplomatieke of consulaire post belast is met de afgifte van bepaalde akten voor vaartuigen die onder Luxemburgse vlag varen.
Tot slot zijn er de « bijzondere » tarieven uit tariefklasse I die betrekking hebben op de afgifte van akten buiten de gewone kantooruren van de kanselarijen. Voortaan komen deze rechten toe aan de Schatkist en niet meer aan de ambtenaar die de akten opmaakt. De bedoeling van deze maatregel is elk misbruik uit te sluiten.
De tekst van het ontwerp is aangepast aan de opmerkingen van de Raad van State.
Het wetsontwerp is in zijn geheel wordt aangenomen met 10 stemmen bij 1 onthouding.
Vertrouwen werd geschonken aan de rapporteur voor het opstellen van dit verslag.
De rapporteur,
Patrick HOSTEKINT. |
De eerste ondervoorzitter,
Anne-Marie LIZIN. |