1-245 | 1-245 |
Sénat de Belgique |
Belgische Senaat |
Annales parlementaires |
Parlementaire handelingen |
SÉANCES DU JEUDI 11 FÉVRIER 1999 |
VERGADERINGEN VAN DONDERDAG 11 FEBRUARI 1999 |
De voorzitter. Aan de orde is de mondelinge vraag van de heer Vandenberghe.
Het woord is aan de heer Vandenberghe.
De heer Vandenberghe (CVP). Mijnheer de voorzitter, op de eerste noteringsdag van de aandelen Netvision op Easdaq was er een kloof van 733 % tussen de inschrijvingsprijs van 12 euro en de openingskoers van 100 euro. Dat is een record voor een Belgisch aandeel. Daarop volgde een terugval tot een slotkoers van 45 euro, wat op zich ook reeds een record is.
De gewone burger, die van deze informatie kennis neemt, stelt ongetwijfeld de vraag of de Easdaqbeurs is omgetoverd tot het casino van Las Vegas en of het nog wel zin heeft om in dit land te werken. Indien makelaars aandelen die intrinsiek enkele euro's waard zijn, tegen de prijs van 100 of 50 euro aan de man zouden brengen, zou iedereen ongetwijfeld onmiddellijk spreken van oplichting of misbruik van vertrouwen. Het onderzoek naar de Superclubaandelen is voor minder gestart.
Blijkbaar beschikt Easdaq niet over voldoende controlemechanismen om nog enig verband te kunnen leggen tussen de realiteit en de waarde van een aandeel. Het feit dat Easdaq, in tegenstelling tot de beurs van Brussel, geen maximale koersafwijkingen hanteert op de eerste noteringsdag, levert problemen op voor de particuliere belegger. Bovendien had de marktautoriteit van Easdaq ook kunnen of moeten ingrijpen toen ze zag dat misbruik werd gemaakt van de vraatzucht van beleggers. Ze had minstens het aandeel moeten schorsen.
Meent de minister niet dat rechtstreekse of onrechtstreekse omkaderingsmaatregelen noodzakelijk zijn om dergelijke praktijken onmiddellijk een halt toe te roepen ? De commissie voor de Financiën heeft de afgelopen jaren veel tijd besteed aan het uitwerken van normen voor de wettelijke intrest van de banken. Het probleem dat nu rijst is van een totaal andere orde en daar kunnen we niet machteloos op toezien.
De voorzitter. Het woord is aan minister Viseur.
De heer Viseur , minister van Financiën. Mijnheer de voorzitter, om te beginnen zal ik de werkwijze van Easdaq uitleggen en de precieze gebeurtenissen overlopen.
Easdaq opent in principe om 9.30 uur. De markt wordt gedreven door twaalf marktmakers, die instaan voor de liquiditeit van de markt. Dit is het dubbele van wat gebruikelijk is. Er waren in de primaire markt 120 keer meer orders van particuliere beleggers en 75 keer meer van institutionele beleggers dan er aandelen beschikbaar waren. Er was dus een zeer grote vraag, die niet beantwoord werd aan aanbodzijde. Wegens de enorme vraag in de primaire markt, heeft de marktautoriteit de notering 45 minuten uitgesteld.
Om te vermijden dat de opschorting van de verhandeling een grijze markt zou doen ontstaan, is de verhandeling na 45 minuten weer geopend. Anders zou het risico ontstaan dat het aandeel buiten Easdaq om zou worden verhandeld, waardoor de marktprijs niet transparant en niet representatief zou zijn, en de regeling inzake beleggersbescherming niet van toepassing zou zijn.
Omdat de beleggers het aandeel Netvision niet op de primaire markt konden krijgen, hebben ze alles in het werk gesteld om de aandelen te verwerven op de secundaire markt. Voor het aandeel Netvision werden 5 000 orders zonder limiet geplaatst. Daarom is de koers enorm gestegen tijdens de eerste minuten na de opening. Na amper enkele minuten heeft de markt een evenwicht gevonden op ongeveer 45 euro.
Wat zijn nu de oorzaken van deze tijdelijke koersschommelingen ? Om te beginnen zijn er teveel orders zonder limiet geplaatst. Dit kan te wijten zijn aan een slecht advies van de marktmakers en de financiële tussenpersonen aan de beleggers. Of misschien werden de beleggers wel goed geadviseerd, maar wilden ze het aandeel het koste wat het kost toch bemachtigen. Als beleggers een dergelijke houding aannemen, kan men daar weinig aan veranderen. Als de beleggers slecht werden geïnformeerd, kunnen ze zich beroepen op artikel 36 van de wet van 6 april 1995, dat de informatieplicht van de beleggingsondernemingen omschrijft.
Easdaq heeft een onderzoek gestart om uit te maken of alle marktmakers wel conform het marktreglement hebben gehandeld. Het onderzoekt verder of de financiële tussenpersonen de beleggers met kennis van zaken hebben geadviseerd. De marktautoriteit heeft de tweedelijnscontroleur, de bankcommissie, op de hoogte gebracht van het onderzoek.
De tijdelijke koersstijging is mogelijk omdat Easdaq niet dezelfde correctiemechanismen hanteert als de beurs van Brussel, zoals de heer Vandenberghe terecht opmerkte. We mogen niet uit het oog verliezen dat Easdaq een marktgedreven markt is. De beurs van Brussel daarentegen is ordergedreven. Ook Nasdaq is marktgedreven, en daar bestaan ook geen correctiemechanismen. De beurs van New York is ordergedreven. Easdaq volgt de aanpak van Nasdaq in geval van onevenwichten tussen vraag en aanbod. De markt wordt dan even opgeschort, maar wordt daarna geopend zodat ze op transparante en snelle wijze een evenwicht kan vinden.
In een marktgedreven beurs komt dit evenwicht snel tot stand, het is een kwestie van slechts enkele minuten. Op een ordergedreven beurs kunnen verscheidene opschortingen plaatsvinden zodat het soms enkele dagen duurt vooraleer de koers zich stabiliseert. In dat laatste geval treedt het evenwicht slechts geleidelijk in.
De beheerssystemen van een ordergedreven beurs kunnen niet zonder meer in een marktgedreven beurs worden toegepast.
Tot besluit ben ik van mening dat de marktautoriteit van Easdaq over de vereiste instrumenten beschikt om op onevenwichten te reageren en ze weg te werken. De manier waarop ze hiervan gebruik hebben gemaakt, alsook de redenen van hun ingreep heb ik uiteengezet. Er dient vooral te worden vermeden dat er een weinig doorzichtige, grijze markt ontstaat. Aangezien na enkele minuten reeds een evenwicht werd gevonden, is meteen ook aangetoond dat de technische systemen van Easdaq perfect functioneren en de liquiditeit van de markt optimaal is.
Voorts kan het probleem zeker ten dele worden toegeschreven aan de houding van de beleggers zelf omdat ze op eigen verantwoordelijkheid hebben gehandeld, of omdat ze door de beleggingsondernemingen slecht waren geadviseerd. Zoals gezegd, werd hierover een onderzoek geopend en kunnen de beleggers op grond van artikel 36 van de wet van 6 april 1995 eventueel in actie treden.
Mijnheer de voorzitter, ik hoop hiermee voldoende elementen van antwoord te hebben verstrekt.
De voorzitter . Het incident is gesloten.
L'incident est clos.