1-239 | 1-239 |
Sénat de Belgique |
Belgische Senaat |
Annales parlementaires |
Parlementaire handelingen |
SÉANCE DU JEUDI 21 JANVIER 1999 |
VERGADERING VAN DONDERDAG 21 JANUARI 1999 |
De voorzitter. Aan de orde is de mondelinge vraag van de heer Hostekint.
Het woord is aan de heer Hostekint.
De heer Hostekint (SP). Mijnheer de voorzitter, in het ontwerp van sectoraal akkoord 1997-1998 voor het personeel van de diensten van de Vlaamse regering en sommige Vlaamse openbare instellingen, engageert de Vlaamse overheid zich als werkgever ertoe om vanaf 1 april 1999 gedurende een jaar de kostprijs van het abonnement op het openbaar vervoer volledig terug te betalen. Indien de maatregel leidt tot een verhoogd gebruik van het openbaar vervoer in het woon-werkverkeer, kan hij worden verlengd.
Deze maatregel heeft betrekking op 21 000 ambtenaren van de Vlaamse Gemeenschap en de Vlaamse openbare instellingen. De Vlaamse ambtenaar die met de trein naar het werk gaat legt gemiddeld 43 kilometer af per dag en zal door deze maatregel op jaarbasis 16 940 frank uitsparen.
Mijns inziens zijn er voldoende redenen om een dergelijke regeling ook voor de federale ambtenaren in overweging te nemen. Het merendeel van de federale ambtenaren werkt in Brussel, een stad die bijna stikt in het verkeer. Bovendien zijn de meeste federale ministeries vlot bereikbaar met het openbaar vervoer. Met een maatregel van gratis openbaar vervoer zou de federale overheid het goede voorbeeld kunnen geven aan de andere werkgevers van de openbare sector, maar ook van de privé-sector.
De kosten van dergelijke maatregel kunnen geen onoverkomelijke hindernis vormen. Bovendien speelt een dubbel terugverdieneffect : via de NMBS door de te verwachten toename van het treingebruik en via de fiscaliteit doordat de extra vergoeding boven de 11 000 frank belastbaar is.
Van de minister had ik graag vernomen hoeveel de volledige terugbetaling van het openbaarvervoerabonnement voor de federale ambtenaren zou kosten en of hij overweegt een voorstel in die zin voor te leggen aan de werknemersorganisaties.
De voorzitter . Het woord is aan minister Flahaut.
De heer Flahaut , minister van Ambtenarenzaken. Mijnheer de voorzitter, deze problematiek werd onderzocht in het kader van de sectorale onderhandelingen met de representatieve vakorganisaties met het oog op het bereiken van een protocolakkoord voor de federale overheid voor de jaren 1997-1998.
Op basis van voorlopige gegevens wordt de eindfactuur voor de volledige terugbetaling van de NMBS-abonnementen voor alle federale ambtenaren op meer dan 300 miljoen geraamd.
Ik ben een grote voorstander van het bevorderen van het openbaar vervoer op voorwaarde dat dit deel uitmaakt van een algemene aanpak van het mobiliteitsprobleem. De volledige of gedeeltelijke terugbetaling van de abonnementen is hiervan slechts één element. Ik denk in dit verband aan het ter beschikking stellen van vrijkaarten op het stads- en streekvervoer voor de ambtenaren die zich om dienstredenen binnen de agglomeratie moeten verplaatsen. Ik wil er ook op wijzen dat ambtenaren die in continudienst werken, zich moeilijk met het openbaar vervoer naar hun werkplaats kunnen begeven.
Samen met de representatieve vakorganisaties ben ik tot het besluit gekomen dat deze problematiek in zijn geheel moet worden bestudeerd in plaats van een partiële oplossing uit te werken voor de ambtenaren van de Vlaamse Gemeenschap. Dit project heeft bovendien slechts de bedoeling na te gaan of er effectief een toename van het gebruik van het openbaar vervoer kan worden geconstateerd.
De voorzitter . Het woord is aan de heer Hostekint voor een repliek.
De heer Hostekint (SP). Mijnheer de voorzitter, de minister heeft argumenten aangehaald om te pleiten tegen het invoeren van gratis openbaar vervoer voor de federale ambtenaren. De kostprijs van dit initiatief zou 300 miljoen bedragen. Voorts verklaart hij dat sommige ambtenaren moeilijk een beroep kunnen doen op het openbaar vervoer. Het klopt inderdaad dat het proefproject voor de ambtenaren van de Vlaamse Gemeenschap over een jaar zal worden geëvalueerd. Hierbij zal worden nagegaan in welke mate de ambtenaren het openbaar vervoer gebruiken.
De minister is van oordeel dat dit initiatief moet kaderen in een globaal mobiliteitsplan. Op het ogenblik worden in ons land heel wat inspanningen gedaan om het openbaar vervoer te stimuleren. Vanmorgen las ik in de krant dat er gisteren in de Kamer een wetsvoorstel werd goedgekeurd voor vervoerbedrijfsplannen. Het gaat hierbij weliswaar niet om het openbaar vervoer, maar om het stimuleren van het gebruik van één wagen door meer dan één persoon.
De geraamde kostprijs van 300 miljoen is zeker niet overdreven, rekening houdend met de budgettaire ruimte waarover de federale regering beschikt. De Vlaamse regering beschikt natuurlijk over meer middelen. De federale overheid moet op dit vlak echter het voorbeeld geven, teneinde andere overheden en privé-werkgevers aan te zetten tot meer initiatieven voor het gebruik van het openbaar vervoer door hun werknemers.
Het antwoord van de minister heeft mij, eerlijk gezegd, ontgoocheld.
M. le président . La parole est à M. Flahaut, ministre.
M. Flahaut , ministre de la Fonction publique. Nous nous sommes engagés, par étapes, dans la promotion des transports en commun. Nous en discutons avec les organisations syndicales. Nous attendons les résultats de l'expérience flamande qui seront communiqués le 1er avril. Je ne désespère pas. Nous avons déjà pris une série de mesures pour favoriser les transports publics, mais le monde ne s'est pas fait en un jour et les organisations syndicales avancent également d'autres priorités. Par ailleurs, dans notre pays, chaque fonction publique possède ses particularités, et c'est bien ainsi.
De voorzitter . Het incident is gesloten.
L'incident est clos.