(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans
Bij gebrek aan duidelijke normering vindt het benji-springen vaak in bedenkelijke omstandigheden plaats. Vermits er over het bevoegdheidsvraagstuk onduidelijkheden waren gerezen, werd in de loop van 1997 een overleg georganiseerd met vertegenwoordigers van kabinet en administratie van de Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, de staatssecretaris voor Veiligheid, de federale ministeries van Binnenlandse Zaken en Economische Zaken, van BLOSO en de Vlaamse Vereniging van Steden en Gemeenten.
Uiteindelijk werd besloten om het benji-springen te reglementeren via een koninklijk besluit met als rechtsgrond de wet van 9 februari 1994 betreffende de veiligheid van de consumenten. De totstandkoming van dit besluit valt dan ook binnen uw bevoegdheidsdomein.
Graag had ik van de geachte minister een antwoord op volgende vragen :
1. Werd ter zake reeds een koninklijk besluit uitgevaardigd en zo ja, wanneer werd dit besluit gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad ?
2. Indien nee, wat zijn de redenen voor het nog niet tot stand komen van een duidelijke reglementering ter zake ?
3. Wat zijn de krachtlijnen van de (ontwerp)reglementering ter zake ?
Antwoord : In antwoord op de door het geachte lid gestelde vragen, heb ik de eer de volgende inlichtingen te verstrekken.
1. Er werd terzake nog geen koninklijk besluit uitgevaardigd.
2. Er wordt op dit ogenblik een studie uitgevoerd om aldus een ontwerp van koninklijk besluit op te stellen. Dit gebeurt, wegens het ontbreken van geharmoniseerde normen terzake, op basis van één bestaande buitenlandse norm, buitenlandse handleidingen en adviezen van vakmensen die bedrijvig zijn in de betrokken sector.
Rekening houdend met de technische specificiteit van het onderwerp zal deze studie slechts in de loop van de komende maanden kunnen worden gefinaliseerd.
Het ontwerpbesluit dient, zoals voorzien in de toepasselijke procedures, voor advies te worden voorgelegd aan de commissie voor de Veiligheid van de Consumenten en daarna aan de Raad van State.
3. De krachtlijnen van de ontwerpreglementering zouden de volgende zijn :
a) Men mag slechts aan benji-springen doen indien aan welbepaalde minimale (technische) veiligheidseisen wordt voldaan. Deze veiligheidseisen hebben met name betrekking op :
de aard van het terrein;
de eigenschappen van het gebruikte materiaal;
de gebruikte infrastructuur;
de te volgen procedures en handelwijzen;
de meteorologische omstandigheden.
b) Elke organisatie van een dergelijke activiteit dient vooraf te worden gemeld aan de administratieve overheid.
c) De organisator dient een logboek bij te houden waarin alle relevante gegevens met betrekking tot het verloop van het evenement worden genoteerd.
d) De kritische onderdelen, zoals de elastische kabels, dienen voor de eerste ingebruikname te worden gekeurd door een erkend, onafhankelijk keuringsorganisme. Daarna dient elk van deze onderdelen steeds te worden vergezeld door een uniek materiaalboekje waarin alle relevante gegevens met betrekking tot het gebruik worden bijgehouden.
e) Personen die niet geschikt zijn mogen geen sprongen uitvoeren.