(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans
Recent stelde de generale staf van de rijkswacht voor om het « verloningssysteem » te wijzigen. Drie vierde van het loon zou nog in functie staan van de graad van het personeelslid, de rest zou bepaald worden volgens de uitgeoefende functie.
Met het oog op de politiehervorming zou de rijkswachttop nu een merkwaardig maneuver willen uitvoeren.
Alle brigadecommandanten zouden opgewaardeerd worden tot de graad van luitenant en zelfs kapitein.
Tot op heden is deze graad voorbehouden aan de houders van een universitair diploma, niveau 1.
Graag kreeg ik van de geachte minister een antwoord op volgende vragen :
1. Hoeveel brigadecommandanten bij de rijkswacht bezitten een universitair diploma ?
2. Hoeveel bezitten een diploma A1 of gelijkgesteld ?
3. Hoeveel bezitten een diploma hoger secundair onderwijs ?
4. Hoeveel bezitten een diploma lager secundair onderwijs ?
5. Hoeveel brigadecommandanten zijn geen houder van één van de hierboven vermelde diploma's ?
Antwoord : Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vragen.
De herwaardering van de verschillende ambten binnen de rijkswacht wordt nagestreefd via het concept van de « functionele bezoldiging ». Dit concept maakt het voorwerp uit van een dossier dat ik ontving van het algemeen commando en dat reeds enkele maanden in mijn bezit is. Beoogd wordt de dynamisering van de kaders voort te zetten (positieve discriminatie, motivatie, aanmoediging van de horizontale mobiliteit) en over te gaan van een verloning volgens anciënniteit en graad naar een verloning die ook gericht is op de functie en de verdienste. Bij Ambtenarenzaken is dit trouwens niet anders. Ook wordt de gelegenheid te baat genomen om bepaalde interne functioneringsproblemen weg te werken en, in bijkomende orde, om de bestaande pecuniaire bepalingen te reduceren en te harmoniseren.
Het dossier werd nog niet behandeld, gelet op de Octopusonderhandelingen en het bereikte akkoord.
Daarom ook zou de vraagstelling van het geachte lid best niet beperkt worden tot de rijkswacht, maar mee onderzocht moeten worden in het licht van de toestand bij de gemeentepolitie en de gerechtelijke politie.
Bij de rijkswacht gelden de volgende regels : het wervingsniveau van de kandidaten-wachtmeester is gelijk aan dat voor de ambten van het niveau 2 bij Ambtenarenzaken. Om met de graad van opperwachtmeester te kunnen worden bekleed, is een opleiding van het type hoger onderwijs van drie jaren vereist. Aan de benoeming tot adjudant ten slotte gaat één jaar opleiding vooraf. Meer specifiek wat de adjudanten en adjudanten-chef betreft, wordt de herwaardering, gekoppeld aan het nieuwe examen voor adjudant, nagestreefd door verschillende maatregelen. Zo wordt, aansluitend op het nieuwe examen voor de bevordering tot de graad van adjudant, de procedure betreffende de bevordering tot de graden van adjudant en adjudant-chef op dit ogenblik geheel herwerkt. De onderhandelingen dienaangaande met de representatieve syndicale organisaties werden afgerond in augustus. Bedoeling is om het grootste deel van die bevorderingen in de toekomst afhankelijk te maken van de aanwijzing voor een ambt dat met die graden overeenstemt. Overigens maakt de specifieke functie van brigadecommandant zelf reeds sinds enkele jaren het voorwerp uit van een selectieprocedure ad hoc. Aan die functie zou een bijzondere functionele bezoldiging worden verbonden.
In het dossier waarvan hierboven sprake, werd mij tot slot ook voorgesteld sommige brigadecommandanten aan te stellen in de hogere graad als erkenning voor de complexiteit van hun functie.