1-988/1

1-988/1

Belgische Senaat

ZITTING 1997-1998

15 MEI 1998


Wetsvoorstel tot verbetering van het stelsel van politiek verlof voor gemeenteraadsleden, provincieraadsleden, burgemeesters en schepenen in de openbare en de particuliere sector

(Ingediend door de heer Busquin c.s.)


TOELICHTING


De « Overleggroep-Langendries » (staten-generaal van de democratie), die van december 1996 tot juni 1997 aan het werk is geweest, heeft een aantal denksporen gevolgd om de kwaliteit van democratische beleidsvoering te waarborgen en om de burger een gelijke toegang en behandeling te garanderen in zijn betrekkingen met de instellingen.

In dat verband heeft de werkgroep die de heer Busquin heeft voorgezeten, de situatie van de verkozenen onder de loep genomen.

De partijvoorzitters die de « staten-generaal van de democratie » mee hebben ondertekend, zijn het tijdens dat overleg eens geworden over de noodzaak om voor de gemeentelijke gekozenen een bezoldigingsregeling en een sociaal statuut uit te werken, waardoor alle bevolkingscategorieën in de mogelijkheid worden gesteld actief aan het politieke leven in hun gemeente deel te nemen. « De democratische toegang tot het ambt van burgemeester en schepen moet gewaarborgd blijven. De financiële en sociale herwaardering van dat ambt moet een dergelijke democratische toegang mogelijk maken. Meer bepaald dient het statuut van de lokale verkozenen van de kleine gemeenten te worden geherwaardeerd, dient het politiek verlof te worden herzien (...). »

A. Het politiek verlof in de overheidssector

In dat verband wordt het stelsel van het politiek verlof in de overheidssector hervormd, zodat de lokale verkozene meer tijd voor zijn gemeente kan vrijmaken (artikel 7).

Enerzijds wordt de duur voor de vrijstellingen van dienst voor gemeenteraads- en provincieraadsleden verhoogd. Onderhavig voorstel voorziet bovendien in de mogelijkheid voor de gemeenteraads- en provincieraadsleden om facultatief twee dagen meer te besteden aan gemeentelijke politieke activiteiten.

Wat de burgemeesters en schepenen betreft, vindt u in onderstaande tabel de bepalingen die thans gelden voor de besturen van de verschillende deelgebieden voor het uitoefenen van een gemeentelijk uitvoerend mandaat.

Federaal

Wet van 18 september 1986 tot instelling van het politiek verlof voor de personeelsleden van de overheidsdiensten.

Categorie : - 10 000 inwoners

VD FV VV
Burgemeester 1/2 D 1-2 D 0
Schepen 1/2 D 1-2 D 0

Categorie : 10 001 tot 20 000 inwoners

VD FV VV
Burgemeester 1 D 1-3 D 0
Schepen 1 D 1-3 D 0

Categorie : 20 001 tot 30 000 inwoners

VD FV VV
Burgemeester 1 D 1-3 D 2 D
Schepen 1 D 1-3 D 2 D

Categorie : 30 001 tot 50 000 inwoners

VD FV VV
Burgemeester 0 0 1/2 V
Schepen 1 D 1-3 D 2 D

Categorie : 50 001 tot 80 000 inwoners

VD FV VV
Burgemeester 0 0 V
Schepen 0 0 1/2 V

Categorie : 80 001 tot 130 000 inwoners

VD FV VV
Burgemeester 0 0 V
Schepen 0 0 V

Categorie : + 130 000 inwoners

VD FV VV
Burgemeester 0 0 V
Schepen 0 0 V

Vlaamse Gemeenschap

Wet van 18 september 1986 tot instelling van het politiek verlof voor de personeelsleden van de overheidsdiensten.

Categorie : - 10 000 inwoners

VD FV VV
Burgemeester 1/2 D 1-2 D 0
Schepen 1/2 D 1-2 D 0

Categorie : 10 001 tot 20 000 inwoners

VD FV VV
Burgemeester 1 D 1-3 D 0
Schepen 1 D 1-3 D 0

Categorie : 20 001 tot 30 000 inwoners

VD FV VV
Burgemeester 1 D 1-3 D 2 D
Schepen 1 D 1-3 D 2 D

Categorie : 30 001 tot 50 000 inwoners

VD FV VV
Burgemeester 0 0 1/2 V
Schepen 1 D 1-3 D 2 D

Categorie : 50 001 tot 80 000 inwoners

VD FV VV
Burgemeester 0 0 V
Schepen 0 0 1/2 V

Categorie : 80 001 tot 130 000 inwoners

VD FV VV
Burgemeester 0 0 V
Schepen 0 0 V

Categorie : + 130 000 inwoners

VD FV VV
Burgemeester 0 0 V
Schepen 0 0 V

Waals Gewest

Besluit van 6 april 1995 van de Waalse regering tot instelling van het politiek verlof voor de personeelsleden van instellingen van openbaar nut die onder het Waalse Gewest vallen.

Categorie : - 10 000 inwoners

VD FV VV
Burgemeester 1 D 1-4 D 0
Schepen 1 D 1-3 D 0

Categorie : 10 001 tot 20 000 inwoners

VD FV VV
Burgemeester 1 D 1-4 D 1 D
Schepen 1 D 1-4 D 0

Categorie : 20 001 tot 30 000 inwoners

VD FV VV
Burgemeester 1 D 1-4 D 2 D
Schepen 1 D 1-4 D 2 D

Categorie : 30 001 tot 50 000 inwoners

VD FV VV
Burgemeester 0 1/4 V 1/4 V
Schepen 1 D 1-4 D 2 D

Categorie : 50 001 tot 80 000 inwoners

VD FV VV
Burgemeester 0 1/2 V 1/2 V
Schepen 1/4 V 1/4 V 1/4 V

Categorie : 80 001 tot 130 000 inwoners

VD FV VV
Burgemeester 0 0 V
Schepen 0 1/2 V 1/2 V

Categorie : + 130 000 inwoners

VD FV VV
Burgemeester 0 0 V
Schepen 0 0 V

Brussels Gewest

Besluit van 11 januari 1996 van de regering van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest tot instelling van het politiek verlof voor de personeelsleden van het ministerie van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest.

Categorie : - 10 000 inwoners

VD FV VV
Burgemeester 1/2 D 1-2 D 0
Schepen 1/2 D 1-2 D 0

Categorie : 10 001 tot 20 000 inwoners

VD FV VV
Burgemeester 1 D 1-3 D 0
Schepen 1 D 1-3 D 0

Categorie : 20 001 tot 30 000 inwoners

VD FV VV
Burgemeester 1 D 1-3 D 2 D
Schepen 1 D 1-3 D 2 D

Categorie : 30 001 tot 50 000 inwoners

VD FV VV
Burgemeester 0 1/4 V 1/4 V
Schepen 1 D 1-3 D 2 D

Categorie : 50 001 tot 80 000 inwoners

VD FV VV
Burgemeester 0 1/2 V 1/2 V
Schepen 0 1/4 V 1/4 V

Categorie : 80 001 tot 130 000 inwoners

VD FV VV
Burgemeester 0 0 V
Schepen 0 1/2 V 1/2 V

Categorie : + 130 000 inwoners

VD FV VV
Burgemeester 0 0 V
Schepen 0 0 V

Franse Gemeenschap

Wet van 18 september 1986 tot instelling van het politiek verlof voor de personeelsleden van de overheidsdiensten.

Categorie : - 10 000 inwoners

VD FV VV
Burgemeester 1/2 D 1-2 D 0
Schepen 1/2 D 1-2 D 0

Categorie : 10 001 tot 20 000 inwoners

VD FV VV
Burgemeester 1 D 1-3 D 0
Schepen 1 D 1-3 D 0

Categorie : 20 001 tot 30 000 inwoners

VD FV VV
Burgemeester 1 D 1-3 D 2 D
Schepen 1 D 1-3 D 2 D

Categorie : 30 001 tot 50 000 inwoners

VD FV VV
Burgemeester 0 0 1/2 V
Schepen 1 D 1-3 D 2 D

Categorie : 50 001 tot 80 000 inwoners

VD FV VV
Burgemeester 0 0 V
Schepen 0 0 1/2 V

Categorie : 80 001 tot 130 000 inwoners

VD FV VV
Burgemeester 0 0 V
Schepen 0 0 V

Categorie : + 130 000 inwoners

VD FV VV
Burgemeester 0 0 V
Schepen 0 0 V

Duitstalige Gemeenschap

Wet van 18 september 1986 tot instelling van het politiek verlof voor de personeelsleden van de overheidsdiensten.

Categorie : - 10 000 inwoners

VD FV VV
Burgemeester 1/2 D 1-2 D 0
Schepen 1/2 D 1-2 D 0

Categorie : 10 001 tot 20 000 inwoners

VD FV VV
Burgemeester 1 D 1-3 D 0
Schepen 1 D 1-3 D 0

Categorie : 20 001 tot 30 000 inwoners

VD FV VV
Burgemeester 1 D 1-3 D 2 D
Schepen 1 D 1-3 D 2 D

Categorie : 30 001 tot 50 000 inwoners

VD FV VV
Burgemeester 0 0 1/2 V
Schepen 1 D 1-3 D 2 D

Categorie : 50 001 tot 80 000 inwoners

VD FV VV
Burgemeester 0 0 V
Schepen 0 0 1/2 V

Categorie : 80 001 tot 130 000 inwoners

VD FV VV
Burgemeester 0 0 V
Schepen 0 0 V

Categorie : + 130 000 inwoners

VD FV VV
Burgemeester 0 0 V
Schepen 0 0 V

VD : vrijstelling van dienst
FV : facultatief politiek verlof
VV : verplicht politiek verlof
D : dag
V : voltijds

Aangezien de uitoefening van een mandaat voornamelijk in de dunbevolkte gemeenten problemen oplevert, hebben de indieners van dit voorstel geoordeeld dat een verkozene over het geheel beschouwd minstens één dag per week moet kunnen uittrekken om zijn uitvoerend mandaat uit te oefenen, ongeacht de grootte van de gemeente. De werklast neemt immers niet evenredig af met het aantal inwoners.

De in dit voorstel uitgewerkte regeling inzake politiek verlof voor burgemeesters en schepenen spitst zich toe op de verplichte en de facultatieve verloven. De bepalingen inzake de vrijstelling van dienst voor het uitoefenen van uitvoerende mandaten worden opgeheven. Die opheffing veronderstelt de opwaardering van de bezoldiging van de gemeentelijke verkozenen. Een en ander wordt geregeld in een aanverwant voorstel.

Algemeen zal een burgemeester of schepen worden verplicht meer tijd voor zijn gemeente uit te trekken. Ook de dagen die hij facultatief aan het gemeentebeleid kan besteden, nemen in aantal toe.

Wat de verplichte politieke verloven betreft, moet de burgemeester of schepen bij het begin van elke maand zijn politieke verlofdagen vastleggen (artikel 7, tweede lid).

Wat de facultatieve politieke verloven en de vrijstellingen van dienst betreft, heeft de voorgestelde regeling tot doel de werkgever van de verkozene meer ruimte te geven om vlot te kunnen inspelen op de verplichtingen die het mandaat van laatstgenoemde met zich brengt (artikel 7, derde lid).

Er dient hoe dan ook rekening mee te worden gehouden dat een lokale verkozene zich voor een zeer korte tijd moet kunnen vrijmaken om, bijvoorbeeld, een vergadering bij te wonen of een akte te ondertekenen, zonder dat hij daarvoor een volle dag hoeft op te nemen.

Daarom moet het mogelijk zijn de dagen bedoeld voor vrijstelling van dienst en voor facultatief politiek verlof op te splitsen, waarbij de toestemming van het diensthoofd volstaat. Het totaal van opgenomen verlof mag evenwel niet hoger liggen dan de som van de dagen waarin de rubriek « vrijstellingen van dienst » en « facultatieve politieke verloven » voorziet.

Dat verklaart waarom onderstaand voorstel de formule aantal dagen per maand hanteert :

1. Gemeenten met minder dan 30 000 inwoners :

­ gemeenteraadslid :

- vrijstelling van dienst : 2 dagen per maand;

- facultatieve politiek verlof : 2 dagen per maand;

(momenteel : minder dan 10 000 inwoners : vrijstelling van dienst : 1/2 dag per maand; meer dan 10 000 inwoners : 1 dag per maand.

­ burgemeester :

- verplicht politiek verlof : één vierde van een voltijdbaan;

- facultatief politiek verlof : één vierde van een voltijdbaan;

(momenteel : minder dan 10 000 inwoners : vrijstelling van dienst : 1/2 dag, facultatieve verloven : 1 à 2 dagen, ofwel maximum 2 1/2 dagen; van 10 001 tot 20 000 inwoners : vrijstelling van dienst : 1 dag, facultatieve verloven : 1 à 3 dagen, ofwel maximum 4 dagen; van 20 001 tot 30 000 onwoners : vrijstelling van dienst : 1 dag, facultatieve verloven : 1 à 3 dagen, verplichte verloven : 2 dagen, ofwel maximum 6 dagen).

­ schepen :

- verplicht politiek verlof : 4 dagen;

- facultatief politiek verlof : 4 dagen;

(momenteel : minder dan 10 000 inwoners : vrijstelling van dienst : 1/2 dag, facultatieve verloven : 1 à 2 dagen, ofwel maximum 1 1/2 dagen; van 10 001 tot 20 000 inwoners : vrijstelling van dienst : 1 dag, facultatieve verloven : 1 à 3 dagen, ofwel maximum 4 dagen; van 20 001 tot 30 000 inwoners : vrijstelling van dienst : 1 dag, facultatieve verloven : 1 à 3 dagen, verplichte verloven : 2 dagen, ofwel maximum 6 dagen).

2. Gemeenten met 30 001 tot 50 000 inwoners :

­ gemeenteraadslid :

- vrijstelling van dienst : 2 dagen per maand;

- facultatief politiek verlof : 2 dagen per maand;

(momenteel : 1 dag per maand vrijstelling van dienst).

­ burgemeester :

- verplicht politiek verlof : helft van een voltijdbaan;

- facultatief politiek verlof : helft van een voltijdbaan;

(momenteel : verplichte verloven : helft van een voltijdbaan).

­ schepen :

- verplicht politiek verlof : één vierde van een voltijdbaan;

- facultatief politiek verlof : één vierde van een voltijdbaan;

(momenteel : vrijstelling van dienst : 1 dag, facultatieve verloven : 1 à 3 dagen, verplichte verloven : 2 dagen, ofwel maximum 6 dagen).

3. Gemeenten met 50 001 tot 80 000 inwoners :

­ gemeenteraadslid :

- vrijstellingen van dienst : 2 dagen per maand;

- facultatief politiek verlof : 2 dagen per maand;

(momenteel : 1 dag per maand vrijstelling van dienst).

­ burgemeester :

- verplicht politiek verlof : voltijdbaan;

(momenteel : voltijdbaan).

­ schepen :

- verplicht politiek verlof : helft van een voltijdbaan;

- facultatief politiek verlof : helft van een voltijdbaan;

(momenteel : verplichte verloven : helft van een voltijdbaan).

4. Gemeenten met 80 001 inwoners en meer :

­ gemeenteraadslid :

- vrijstellingen van dienst : 2 dagen per maand;

- facultatief politiek verlof : 2 dagen per maand;

(momenteel : 1 dag per maand vrijstelling van dienst).

­ burgemeester en schepen :

- verplicht politiek verlof : voltijdbaan;

(momenteel : verplichte verloven : voltijdbaan).

Bovendien bepaalt het voorstel dat de provincieraadsleden over twee dagen per maand vrijstelling van dienst zullen beschikken en twee dagen facultatief politiek verlof. Momenteel is dat een dag per maand vrijstelling van dienst.

Er is voorzien in opheffingsbepalingen omdat sommige bepalingen niet langer van toepassing zijn op de gemeenteraadsleden, de schepen en de burgemeesters.

Voorts wordt momenteel werk gemaakt van een werkgelegenheidsbeleid dat speciaal is gericht op de herverdeling van de arbeidstijd in de overheidsdiensten. In dat verband zou het aantal deeltijdbanen moeten toenemen. Het zou echter van discriminatie getuigen indien de werknemers die hebben gekozen voor een deeltijdbaan, zouden worden verplicht hun mandaat tijdens de aldus vrijgekomen tijd uit te oefenen. Aangezien de maatregelen inzake politiek verlof in de openbare sector op dit ogenblik alleen maar van toepassing zijn op voltijds werkende ambtenaren, moeten passende maatregelen worden getroffen. Zulks is des te belangrijker als men bedenkt dat vrouwen steeds vaker op deeltijdwerk overstappen, maar tegelijkertijd nog steeds ondervertegenwoordigd zijn in de politiek. Daarom zullen ambtenaren met een voltijdbaan voortaan niet meer de enigen zijn die politiek verlof kunnen vragen (artikel 2).

Terzake had men de keuze tussen twee oplossingen. De eerste bestond erin het verlof evenredig te maken aan de gepresteerde arbeidstijd. Die oplossing werd echter niet in aanmerking genomen, omdat men in dat geval met gedeelten van dagen zou moeten werken. De indieners van het wetsvoostel gaven er de voorkeur aan de bepaling in te trekken krachtens welke alleen voltijds werkende ambtenaren recht hebben op politiek verlof. De reden daarvoor is dat die verloven, op de vrijstellingen van dienst na, niet worden vergoed.

B. Het politiek verlof in de particuliere sector

Wat de politieke verloven in de particuliere sector betreft, stellen de indieners van dit wetsvoorstel in de eerste plaats voor artikel 3, tweede streepje, van de wet van 19 juli 1976 tot instelling van een verlof voor de uitoefening van een politiek mandaat, aan te vullen met de precisering dat de dagen waarin het koninklijk besluit tot uitvoering van de wet voorziet, ook mogen worden opgesplitst, teneinde beter te kunnen inspelen op de vereisten van het mandaat.

In dat verband ware het eveneens aangewezen de duur te verlengen van de gebruikmaking van het politiek verlof, zoals die wordt omschreven in het koninklijk besluit van 22 december 1976 betreffende de duur en de voorwaarden van gebruikmaking van het verlof, verleend bij de wet van 19 juli 1976 tot instelling van een verlof voor de uitoefening van een politiek mandaat.

Tot slot suggereren de indieners van dit voorstel dat de bevoegde paritaire organen een collectieve overeenkomst sluiten, waardoor de lokale verkozenen die in de particuliere sector werkzaam zijn, een flexibele werktijd kunnen genieten. Ook deze maatregel heeft tot doel tegemoet te komen aan de vereisten die samengaan met de uitoefening van een lokaal mandaat.

Ten slotte strekt dit wetsvoorstel ertoe de werknemers uit de particuliere sector het recht toe te kennen hun beroepsloopbaan te onderbreken, indien zij hun gemeentelijk mandaat van burgemeester of schepen voltijds wensen uit te oefenen.

Daartoe wordt een artikel 6bis ingevoegd in de wet van 19 juli 1976 tot instelling van een verlof voor de uitoefening van een politiek mandaat (artikel 7 van het voorstel). Dat voorziet in het recht op onderbreking van de beroepsloopbaan, zoals dat wordt omschreven in afdeling 5 van de herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen inzake de onderbreking van de beroepsloopbaan. Ter zake worden evenwel de volgende wijzigingen aangebracht :

­ De loopbaanonderbreking waarover het hier gaat, vereist noch een collectieve overeenkomst die daar expliciet in voorziet, noch een overeenkomst met de werkgever (naar het voorbeeld van het bepaalde in artikel 100bis inzake opschorting van een arbeidsovereenkomst in geval van stervensbegeleiding).

­ De verkozenen die voor dit stelsel hebben geopteerd, hebben geen recht op de bijdrage die wordt uitgekeerd bij onderbreking van de beroepsloopbaan, aangezien zij een vergoeding krijgen voor de uitoefening van hun mandaat.

­ De loopbaanonderbreking stemt in duur overeen met de duur van het lopende mandaat. Ze wordt alleen maar toegestaan voor de uitoefening van een gemeentelijk mandaat.

Philippe BUSQUIN.

WETSVOORSTEL


Artikel 1

Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Art. 2

In artikel 1 van de wet van 18 september 1986 tot instelling van het politiek verlof voor de personeelsleden van de overheidsdiensten, vervallen de woorden « die een voltijds ambt uitoefenen. »

Art. 3

In artikel 3 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht :

A. Het 1º a) en het 1º b) vervallen.

B. In het 3º vervallen de woorden « burgemeester, schepen of ».

C. In het 4º vervallen de woorden « schepen of ».

D. In het 8º worden de woorden « 1 dag per maand » vervangen door de woorden « 2 dagen per maand ».

Art. 4

In artikel 4 van dezelfde wet vervallen aan het slot van de eerste zin de woorden « in dagen of halve dagen ».

Art. 5

In artikel 5 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht :

A. In het 1º vervallen de woorden « burgemeester, schepen of ».

B. In het 2º vervallen de woorden « schepen of ».

C. Het artikel wordt aangevuld met een 5º, luidende : « 5º provincieraadslid, niet-lid van de bestendige deputatie : 2 dagen per maand ».

Art. 6

In artikel 6 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht :

A. Het 1º vervalt.

B. In het 2º vervallen de woorden « schepen of ».

Art. 7

In dezelfde wet wordt een artikel 6bis ingevoegd, luidende :

« Art. 6bis. ­ De personeelsleden bedoeld in artikel 1, § 1, genieten op hun verzoek vrijstelling van dienst of facultatief politiek verlof, of krijgen politiek verlof voor en binnen de grenzen van de volgende politieke mandaten :

1º Gemeenten tot 30 000 inwoners

gemeenteraadslid :

­ vrijstelling van dienst : twee dagen

­ facultatief politiek verlof : twee dagen

burgemeester :

­ ambtshalve politiek verlof : een vierde van een voltijdbaan

­ facultatief politiek verlof : een vierde van een voltijdbaan

schepen :

­ ambtshalve politiek verlof : vier dagen

­ facultatief politiek verlof : vier dagen

2º Gemeenten van 30 001 tot 50 000 inwoners

gemeenteraadslid :

­ vrijstelling van dienst : twee dagen

­ facultatief politiek verlof : twee dagen

burgemeester :

­ ambtshalve politiek verlof : de helft van een voltijdbaan

­ facultatief politiek verlof : de helft van een voltijdbaan

schepen :

­ ambtshalve politiek verlof : een vierde van een voltijdbaan

­ facultatief politiek verlof : een vierde van een voltijdbaan

3º Gemeenten van 50 001 tot 80 000 inwoners

gemeenteraadslid :

­ vrijstelling van dienst : twee dagen

­ facultatief politiek verlof : twee dagen

burgemeester :

­ ambtshalve politiek verlof : voltijds

schepen :

­ ambtshalve politiek verlof : de helft van een voltijdbaan

­ facultatief politiek verlof : de helft van een voltijdbaan

4º Gemeenten vanaf 80 001 inwoners

gemeenteraadslid :

­ vrijstelling van dienst : twee dagen

­ facultatief politiek verlof : twee dagen

burgemeester en schepenen :

­ ambtshalve politiek verlof : voltijds

Het personeelslid dat in het raam van een gemeentelijk mandaat over politieke verloven beschikt, legt in het begin van de maand zijn politieke verloven van ambtswege vast.

De vrijstellingen van dienst en de facultatieve politieke verloven kunnen worden genomen na het diensthoofd daarvan in kennis te hebben gesteld, met een minimum van een uur evenwel zonder dat de som van die verloven het maandelijkse totaal van de toegestane vrijstellingen van dienst en facultatieve politieke verloven overschrijdt. »

Art. 8

In artikel 8 van dezelfde wet worden de woorden « en artikel 6, 1º en 2º » vervangen door de woorden « artikel 6, 2º, en artikel 6bis ».

Art. 9

In de wet van 19 juli 1976 tot instelling van een verlof voor de uitoefening van een politiek mandaat, wordt artikel 3, tweede streepje, aangevuld met de volgende zin : « Die verloven kunnen worden opgesplitst naar gelang van de vereisten die aan de uitoefening van het lokaal mandaat zijn verbonden. »

Art. 10

In dezelfde wet wordt een artikel 6bis ingevoegd, luidende :

« Art. 6bis. ­ § 1. Een werknemer heeft het recht zijn arbeidsovereenkomst volledig op te schorten met het oog op de uitoefening van een gemeentelijk uitvoerend mandaat.

§ 2. De periode tijdens welke de werknemer zijn arbeidsovereenkomst kan opschorten, stemt overeen met de duur van het gemeentelijk mandaat.

§ 3. Loopbaanonderbreking met het oog op de uitoefening van een uitvoerend mandaat wordt slechts toegestaan voor de uitoefening van een enkel mandaat.

§ 4. In geval van opschorting van de arbeidsovereenkomst met het oog op de uitoefening van een gemeentelijk uitvoerend mandaat, wordt de in het raam van de beroepsloopbaanonderbreking verleende uitkering niet toegekend. »

Art. 11

Deze wet treedt in werking bij de eerstvolgende algehele vernieuwing van de gemeenteraden.

Philippe BUSQUIN.
Hugo VANDENBERGHE.
Fred ERDMAN.
Michel FORET.
Magdeleine WILLAME-BOONEN.
Roger LALLEMAND.
Joëlle MILQUET.
Jean-François ISTASSE.