Vragen en Antwoorden


Bulletin 1-54

Belgische Senaat

Vragen van de Senatoren en antwoorden van de Ministers

(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands ­ (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans


Minister van Volksgezondheid en Pensioenen (Volksgezondheid)

Vraag nr. 95 van de heer Hostekint d.d. 6 juni 1997 (N.) :
Auditing van overheidsdiensten door private auditbureaus.

Het is bekend dat overheidsdiensten ­ vrij algemeen ­ doorgelicht worden door private auditbureaus.

Mag ik u verzoeken mij antwoord te willen verstrekken op de hiernavolgende vragen :

1. Welke zijn de bedragen die in 1994, 1995 en 1996 werden besteed aan externe auditing :

a) voor federale diensten;

b) voor onder de federale ressorterende organismen;

c) voor instellingen die via enig beheerscontract of enig andere samenwerkingsverband verbonden zijn met de federale overheid ?

2. Welk bedrag is voor 1997 voorzien, verdeeld over de categorieën vermeld onder 1 a) , b) , c) ?

3. Welke zijn, per kategorie a) , b) , c) de gunningswijzen (cf. wet van 14 juli 1976) bij dewelke de onderscheiden private auditbureaus de opdracht kregen toegewezen ?

4. Tegen de achtergrond van de moderne overheidsmanagement- en organisatiemethoden ­ trouwens meestal door de privé-sector aangeprezen ­ zoals privatisering, out-sourcing, agentschappen, public relations partnerships, en andere, wou ik u vragen of er ook auditbureaus bestaan die als overheidsdienst functioneren.

Zo ja, welke zijn ze en waaruit bestond de voorbije jaren hun opdracht ?

Zo neen, waarom niet ? Hierbij aansluitend wil ik dan de vraag koppelen, of de regering, zelfs buiten de geactualiseerde regeringsverklaring om, overweegt om enig initiatief terzake te nemen. Indien ja, welke is dan de motivatie ?


Antwoord : Ik heb de eer het geachte lid mee te delen dat noch van de diensten van het ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, noch van de instellingen van openbaar nut waarover het ministerie de voogdij uitvoert een audit werd uitgevoerd door private bureaus in de jaren 1994, 1995 en 1996.

In de dienst Leefmilieu is er daarentegen een audit geweest wat het Life-project betreft (EU-criteria).

1. Bedragen besteed aan externe auditing : werkelijk betaald 123 480 frank (BTW inbegrepen) in 1996 via orderekening 87.01.04.10 B. Het betrof een revisorale controle bij de betrokken « partners » (ministerie van Volksgezondheid en Leefmilieu, Rijkswaterstaat Zeeland, Rijkswaterstaat Rijksinstituut Kust en Zee, Vrije Universiteit Brussel en Waterloopkundig Laboratorium van Delft) met betrekking tot de kosten voor een project ingediend bij de EC voor het verkrijgen van Life-steun voor de ontwikkeling van een beleidsondersteunend systeem voor het waterkwaliteitsbeheer in het estuarium van de Schelde en de kustzone (beschikking Life 93/B/A25/B/3578). Het betrof beperkte tussentijdse controles en verplichte controles bij de beëindiging van het project (inkomsten, financiële bijdragen, uitgaven, tussentijdse en eindverslagen, evaluatie van de bereikte resultaten).

2. Ten laste van de begroting 1997 werd 2 700 000 frank gereserveerd voor een informatica-audit van het bestuur Gezondheidszorgen.

3. Een onderhandse overeenkomst met verwijzing naar de wet van 14 juli 1996, artikel 17, § 2, 1º en 4º, werd gesloten met Marcel Asselberghs & Co (lid Arthur Andersen & Co), die bovendien werd aanbevolen door de EC en die als goedkoopste coöperatieve vennootschap werd gekozen.

4. Nihil.