(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans
Het is bekend dat overheidsdiensten vrij algemeen doorgelicht worden door private auditbureaus.
Mag ik u verzoeken mij antwoord te willen verstrekken op de hiernavolgende vragen :
1. Welke zijn de bedragen die in 1994, 1995 en 1996 werden besteed aan externe auditing :
a) voor federale diensten;
b) voor onder de federale overheid ressorterende organismen;
c) voor instellingen die via enig beheerscontract of enig andere samenwerkingsverband verbonden zijn met de federale overheid ?
2. Welk bedrag is voor 1997 voorzien, verdeeld over de categorieën vermeld onder 1 a) , b) , c) ?
3. Welke zijn, per categorie a) , b) , c) de gunningswijzen (cf. wet van 14 juli 1976) bij dewelke de onderscheiden private auditbureaus de opdracht kregen toegewezen ?
4. Tegen de achtergrond van de moderne overheidsmanagement- en organisatiemethoden trouwens meestal door de privé-sector aangeprezen zoals privatisering, out-sourcing, agentschappen, public relations partnerships, en andere, wou ik u vragen of er ook auditbureaus bestaan die als overheidsdienst functioneren.
Zo ja, welke zijn ze en waaruit bestond de voorbije jaren hun opdracht ?
Zo neen, waarom niet ? Hierbij aansluitend wil ik dan de vraag koppelen, of de regering, zelfs buiten de geactualiseerde regeringsverklaring om, overweegt om enig initiatief terzake te nemen. Indien ja, welke is dan de motivatie ?
Antwoord : Hierbij heb ik de eer het geachte lid volgende gegevens te verstrekken als antwoord op zijn parlementaire vraag.
a) De punten 1, 2 en 3 hebben alleen betrekking op de volgende besturen en parastatalen van mijn departement :
I. Bestuur voor het Landbouwbeleid
1. a) 1996 : 968 000 frank, zijnde twee trimesteriële voorschotten voor de certificeringsopdracht van de jaarrekeningen van de federale EOGFL-Garantiebetaalorganen, met name het Belgisch Interventie- en Restitutiebureau (BIRB), een parastatale van het ministerie van Middenstand en Landbouw, en het bestuur voor het Landbouwproductiebeheer (overeenkomst van 5 februari 1996). + 409 800 frank zijnde het voorschot van 50 % van de kosten van de opdracht inzake begeleide opzet van operationele interne auditdepartementen bij het BIRB en Landbouwproductiebeheer (overeenkomst van 21 juni 1996).
Deze twee opdrachten vloeien voort uit Europese verplichtingen ingesteld in het kader van de nieuwe procedure inzake de goedkeuring van de EOGFL-Garantierekeningen (vorderingen 1287/95 en 1663/95).
2. a) 1997 :
Certificeringsopdracht : 2 289 320 frank.
Begeleidingsopdracht interne auditcellen : 680 840 frank.
3.
Certificeringsopdracht : beperkte offerteaanvraag.
Begeleidingsopdracht : onderhandse overeenkomst, met akkoord van de Inspectie van Financiën omdat het aanvullende diensten op de certificeringsopdracht betreft.
II. Bestuur voor de Dierengezondheid en de Kwaliteit van de dierlijke producten
1. c) 1996 : audit van de verbonden ter bestrijding van dierenziekten : 3 546 918 frank (BTW inbegrepen).
2. c) 1 805 093 frank.
Voorbereiding tot accreditatie van de laboratoria van de verbonden ter bestrijding van dierenziekten.
3. c) 1996 : beperkte offerteaanvraag.
1997 : onderhandelingsprocedure.
III. Bestuur voor het Sociaal Statuut van de zelfstandigen
1. b) Bij het Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der zelfstandigen :
1994 : 1 458 776 frank.
1995 : 248 444 frank.
1996 : 2 665 708 frank.
2. b) RSVZ : 3 983 562 frank.
3. b) Beperkte offerteaanvraag en onderhandse procedure.
IV. Belgisch Interventie- en Restitutiebureau (BIRB)
1. 1996 : 200 000 frank (BTW niet inbegrepen).
2. 1997 : 128 000 frank (BTW niet inbegrepen).
3. Doelloos voor het BIRB. Procedure vastgesteld door het bestuur voor het Landbouwbeleid.
b) Wat betreft punt 4 van zijn parlementaire vraag, kan ik volgend antwoord verstrekken.
In het bestuur voor het Landbouwbeleid, dienst financiering van het Landbouwbeleid, was bij de herstructurering van het ministerie van Middenstand en Landbouw een externe auditcel gepland met het oog op het auditeren van de EOGFL-Garantiebetaalorganen, maar deze cel is nooit operationeel geworden door de Europese verplichting om bij de EOGFL-Garantiebetaalorganen zelf interne auditdepartementen in te stellen, door het gebrek aan personeel en middelen en door mijn beslissing om voormelde certificeringsopdracht toe te wijzen aan een professioneel leidend extern particulier audit-bureau.
Wat betreft de interne audit, kan, meer in het algemeen, worden vermeld dat op het niveau van het ministerie in het kader van de herstructurering van 1995, een audit-cel werd opgericht die ressorteert onder het secretariaat-generaal. Deze oprichting berust op een voorafgaandelijke analyse, gemaakt door Ambtenarenzaken (Adviesbureau ABC), waarin het invoeren van een dergelijke audit in alle ministeries werd aanbevolen.