Vragen en Antwoorden

Belgische Senaat

ZITTING 1996-1997


Bulletin 1-46

27 MEI 1997

Vragen waarop niet werd geantwoord binnen de tijd bepaald door het reglement
(Art. 66 van het reglement van de Senaat)

(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands ­ (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans


Vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken

Vraag nr. 223 van de heer Anciaux d.d. 25 april 1997 (N.) :
Klachten over bouwwerken van de stad Oostende in de Oude Leopoldschool.

Zoals u wellicht weet heeft de NV European City Services onder andere het Oostendse schepencollege voor de rechtbank gedagvaard aangaande bouwwerken van de stad Oostende in de Oude Leopoldschool in de Ieperstraat zonder bouwvergunning. De NV diende klacht in bij de rijkswacht. De stad Oostende werd veroordeeld bij verstek.

De rechtszaak is een gevolg van klachten van huurders-buurtbewoners die door de bouwwerken schade ondervinden.

Het neerleggen van de klacht verliep niet van een leien dakje. Vooreerst weigerde de politie van Oostende akte te nemen van de klacht. De rijkswacht weigerde aanvankelijk ook akte te nemen, maar na tussenkomst van derden werd de klacht uiteindelijk genoteerd.

Is de geachte minister op de hoogte van dit dossier ? Acht de geachte minister het vanzelfsprekend en logisch dat de politie van Oostende weigert de klacht te noteren ? Op welke basis kan de politie dit weigeren ? Dient hieromtrent geen onderzoek ingezet te worden ? Acht de geachte minister het vanzelfsprekend dat ook de rijkswacht moeilijk deed om de klacht te noteren ? Op welke basis kan de rijkswacht dit weigeren ? Gaat de geachte minister hier een onderzoek instellen ? Wordt in dit dossier niet overduidelijk tussen de stad Oostende en de politie/rijkswacht onder één hoedje gespeeld ? Is dit in het belang van de rechthebbende burger ? Blijft de burger hier niet in de kou staan ? Welke beoordeling hecht de minister aan dit voorval ?