Vragen en Antwoorden

Belgische Senaat

ZITTING 1996-1997


Bulletin 1-34

17 DECEMBER 1996

Vragen waarop niet werd geantwoord binnen de tijd bepaald door het reglement
(Art. 66 van het reglement van de Senaat)

(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands ­ (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans


Vice-Eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken

Vraag nr. 190 van de heer Olivier d.d. 4 november 1996 (N.) :
Aflevering militiegetuigschrift.

Het artikel 28 van het koninklijk besluit d.d. 30 juli 1987 tot uitvoering van de dienstplichtwetten bepaalt dat het militiegetuigschrift (model 33) wordt afgegeven door het college van burgemeester en schepenen van de militiewoonplaats wanneer iemand (tijdelijk) in het buitenland verblijf houdt.

Militiegetuigschriften moeten nog worden uitgereikt aan jongens geboren vóór 31 december 1975 of eventueel geboren na die datum voor bipatriden (om vrijstelling van legerdienst te verkrijgen in het land van andere nationaliteit).

Graag had ik van de geachte minister een antwoord op volgende vraag :

Indien iemand destijds (vóór het inwerkingtreden van de wet van 31 december 1992 ­ toepasselijk tot en met lichting 1993), volgens artikel 1, § 1, van het koninklijk besluit van 18 augustus 1987, in de maand oktober van zijn zestiende levensjaar op de militielijst van een gemeente werd vermeld, omdat hij op 1 oktober aldaar in het bevolkingsregister stond ingeschreven (waarvoor hij zelfs model 6 ontving), en nadien verplichtend met terugwerkende kracht (bijvoorbeeld met ingang van 1/8 van dit zelfde jaar) gemuteerd werd naar een andere gemeente, welke is in dit geval de (militie)gemeente waartoe hij zich moet wenden om dit militiebewijs (model 33) te verkrijgen, de gemeente waar betrokkene « oorspronkelijk » op de lijst stond ingeschreven of de gemeente waar hij verplichtend moest worden ingeschreven ?