(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans
Overeenkomstig artikel 76bis van de gemeentekieswet treedt de « Raad van State » op als rechter in hoogste aanleg in verband met de geschillen betreffende de goedkeuring van de gemeenteraadsverkiezingen. Zo kan er onder meer door het hoge rechtscollege aan de inspectiediensten van de bevolking van het departement Binnenlandse Zaken opdracht gegeven worden om een (bijkomend) onderzoek in te stellen naar de woonplaats van de verkozenen op 1 augustus 1994.
Graag had ik van de geachte minister een antwoord op volgende vragen :
1. Kan een ambtenaar die in opdracht van de Raad van State een dergelijk onderzoek uitvoert, zich een titel aanmatigen door tijdens het onderzoek te beweren dat hij deel uitmaakt van de Raad van State ? Indien men zich deze titel toch aanmatigt welke sancties worden dan tegen die ambtenaar genomen ?
2. Is het gebruikelijk dat de ambtenaren bij het voeren van een dergelijk onderzoek nalaten hun legitimatiebewijs te tonen of zijn zij niet in het bezit van een aanstellingsbewijs ?
3. Is het mogelijk dat zij van de Raad van State, in het kader van een dergelijk onderzoek, opdracht krijgen om een privé-woning te doorzoeken en daarvan een verslag op te maken ?
4. Indien zij een onderzoek uitvoeren zoals vermeld onder punt 3 dienen zij dan niet in het bezit te zijn van een huiszoekingsbevel en is hiervoor het statuut van agent van gerechtelijke politie niet vereist ?
5. Is het gebruikelijk dat zij de identiteit van de personen die zij ondervragen in het kader van een dergelijk onderzoek niet controleren en de verklaringen die zij zouden hebben afgelegd niet laten ondertekenen ? Krachtens welke bevoegdheid mogen zij rechtsgeldig een proces-verbaal opstellen ?
6. In een aantal rapporten opgesteld door de bevolkingsinspecteur wordt ook vermeld dat zij hebben vastgesteld dat op bepaalde dagen de brievenbus al of niet werd geledigd. Werd hen dit ook opgedragen bij het onderzoek dat hun werd bevolen ? Vindt de geachte minister deze handelwijze niet in strijd met de bepalingen van artikel 22 van de Grondwet ?
Antwoord : De vraag die door het geachte lid gesteld wordt heeft een specifiek geval op het oog, waarvan mijn administratie kennis heeft en dat aanleiding heeft gegeven tot een arrest van de Raad van State over de betwisting van de geldigverklaring van de gemeenteraadsverkiezingen.
Concreet zijn de antwoorden op de gestelde vragen de volgende.
1. De inspecteurs van de administratie hebben zich geenszins de titel van lid van de Raad van State aangematigd, maar zij hebben alleen vermeld dat zij op verzoek van een eerste auditeur van dit college handelden.
2. De inspecteurs zijn in het bezit van een legitimatiebewijs dat zij eventueel moeten tonen, in het bijzonder op verzoek van de personen die bij een onderzoek betrokken zijn.
3 en 4. Tijdens een onderzoek mag de ambtenaar vragen om, met de toestemming van de bewoner, de woning te bezichtigen, als deze bezichtiging nuttig is voor de uitvoering van zijn taak als inspecteur en voor het opstellen van een volledig verslag; hij beschikt niet over een machtiging om huiszoekingen te verrichten.
5. De ambtenaren die met het onderzoek belast zijn stellen geen proces-verbaal op, maar zij tekenen hun vaststellingen op in een verslag. Dit verslag, dat de beslissing moet kunnen staven, wordt opgenomen in het dossier van de administratie en, in het bewuste geval, in het dossier waarover de Raad van State beschikt. In beide gevallen kan dit document door de betrokken partijen geraadpleegd worden.
6. Het feit dat een brievenbus klaarblijkelijk niet geledigd wordt is slechts één beoordelingselement tussen andere. Dergelijke vaststelling is geen schending van het privé-leven.