(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans
Ten gevolge van de splitsing van de provincie Brabant heeft de wet van 16 juli 1993 de rechtsprekende bevoegdheden van de oude bestendige deputatie opgedragen aan een college van negen leden.
Tot die bevoegdheden behoren in principe de geldigverklaring van de verkiezingen van de gemeenteraden en van de OCMW's.
Op 24 februari 1995 heeft dat rechtscollege de verkiezingen van het OCMW van Schaarbeek, die op 23 januari 1995 plaatshadden, ongeldig verklaard.
Tegen die ongeldigverklaring is door de gemeente Schaarbeek bij de Raad van State een beroep ingesteld.
De Raad van State heeft op dat beroep uitspraak gedaan en heeft, bij arrest van 30 juni 1995, de beslissing van het rechtscollege vernietigd en dus de verkiezing van de leden van de raad voor sociale bijstand van Schaarbeek van 23 januari 1995 geldig verklaard.
In feite blijkt uit de analyse van dit arrest dat de Raad van State geoordeeld heeft dat, aangezien geen enkele klacht was ingediend tegen de verkiezing van de leden van het OCMW, het rechtscollege niet bevoegd was om uitspraak te doen over de geldigheid van deze verkiezing.
De Raad van State is van oordeel dat de bevoegdheid van het rechtscollege inzake geldigverklaring van een verkiezing slechts speelt ingeval een klacht is ingediend en dat het college in dat geval optreedt als administratief rechtscollege; de Raad van State is van oordeel dat, als er daarentegen geen klacht is ingediend, de regering van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest bevoegd is om de verkiezing al dan niet geldig te verklaren.
Bijgevolg heeft de Raad van State geoordeeld dat het rechtscollege niet bevoegd was om uitspraak te doen over de verkiezing van de raad van het OCMW van Schaarbeek.
Deze beslissing is nogal verrassend en bovendien strijdig met de algemeen aanvaarde doctrine.
Ze doet voor de toekomst echter een ernstig probleem rijzen voor de geldigverklaring van de verkiezingen van de gemeenteraden en van de OCMW's in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest.
Kunt u dan ook uw standpunt mededelen over het feit of, ingeval geen enkele klacht is ingediend, het rechtscollege of de Gewestregering de verkiezingen van de gemeenteraden en van de OCMW's in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest moeten geldig verklaren ?