Vragen en Antwoorden

Belgische Senaat

ZITTING 1996-1997


Bulletin 1-31

5 NOVEMBER 1996

Vragen van de Senatoren en antwoorden van de Ministers

(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands ­ (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans


Minister van Volksgezondheid en Pensioenen (Volksgezondheid)

Vraag nr. 54 van de heer Destexhe d.d. 20 juni 1996 (Fr.) :
Zonnebanken.

Ik zou u een aantal vragen willen stellen in verband met het gebruik van zonnebanken :

1. Bestaat er een wetgeving met betrekking tot zonnebanken ?

2. Wat zijn de schadelijke gevolgen ?

3. Welke soorten lampen worden momenteel op de markt aangeboden en hoe schadelijk zijn ze ?

4. Moet er een strikte reglementering in acht genomen worden met betrekking tot de vervanging of het onderhoud van de zonnebank ?

5. Wie is verantwoordelijk voor ongevallen tijdens het gebruik van een zonnebank ?

6. Is het dragen van een beschermende bril verplicht ?

7. Is de persoon die zich beroepshalve een zonnebank aanschaft ertoe gehouden bepaalde veiligheidsregels in acht te nemen, moet hij de consument waarschuwen of is hij volledig vrij ?


Antwoord : 1. Er bestaat in België geen specifieke reglementering voor zonnebanken. Er bestaat evenwel een Europese norm EN60335-2-57 : 1992 die in België van kracht is en wordt toegepast op toestellen ter behandeling van de huid via stralingen en die zijn uitgerust met ultraviolet- of infraroodstralers. Hierbij moet worden gezegd dat een norm als referentie geldt en niet verplicht toepasbaar is.

2. De schadelijke effecten van zonnebanken zijn toe te schrijven aan de UV-straling afkomstig van de lampen. De voornaamste schadelijke effecten van deze UV-straling situeren zich ter hoogte van de huid, met het optreden van huidkanker als meest gekend risico.

Tot dusver werd de kankerverwekkende eigenschap van UV-licht voornamelijk toegeschreven aan kortegolf UV-straling (UVB). Nieuwe gegevens wijzen op een kankerverwekkende rol van langegolf UV-straling (UVA). Recente epidemiologische studies hebben het gebruik van zonnebanken in verband gebracht met de ontwikkeling van kwaadaardige melanomen.

Een overzicht uitgegeven door de WHO vermeldt ook, naast huidkanker als lange-termijn risico, erytheem, zonnebrand en fotosensibilisatie als korte-termijn risico's, en een versnelling van de huidveroudering als risico op middellange termijn. Daarnaast wijst de publicatie op de risico's van UV-straling voor de ogen (voorkomen van onder andere fotokeratitis, fotoconjunctivitis, carcinomen, cataract), en op het optreden van immunosuppressie ten gevolge van UV-straling.

3. Er zijn in België twee belangrijke fabrikanten van UV-lampen. Het is echter moeilijk om een lijst van lamptypes op te maken, vermits elke grote afnemer zijn eigen merk op de lampen kan aanbrengen, wat het totale marktaanbod onoverzichtelijk maakt.

De verschillen tussen de types lampen zijn verschillend in de hoeveelheid UVB die wordt uitgestraald, waarbij een hogere UVB-hoeveelheid staat voor een grotere agressiviteit van de lamp.

Wat de schadelijkheid van de lampen betreft zijn er drie variabelen waarmee rekening moet worden gehouden : het lamptype, de manier van gebruiken van de lampen en het huidtype hebben een invloed op de mate van impact op het menselijk organisme. Het is bijgevolg niet mogelijk om aan een bepaald type lamp een bepaalde graad van schadelijkheid te koppelen.

4. Er bestaat geen scpecifieke reglementering.

5. De algemene regels van wettelijke aansprakelijkheid zijn van toepassing (art. 1382 of 1383 en 1384, lid 1) voor de beheerder van de installaties; de wet betreffende de aansprakelijkheid voor produkten met gebreken van 25 februari 1991 reglementeert de verantwoordelijkheid van de fabrikant.

6. In de voormelde Europese norm wordt het dragen van een bril aangeraden. Volgens die norm, moeten de UV-toestellen geleverd worden met minstens twee beschermbrillen.

7. De waarschuwingsregels voor de gebruikers zijn opgenomen in de voormelde Europese norm.