Vragen en Antwoorden

Belgische Senaat

ZITTING 1996-1997


Bulletin 1-30

22 OKTOBER 1996

Vragen waarop niet werd geantwoord binnen de tijd bepaald door het reglement
(Art. 66 van het reglement van de Senaat)

(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands ­ (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans


Minister van Buitenlandse Zaken

Vraag nr. 77 van de heer Hostekint d.d. 6 september 1996 (N.) :
Belgische Unesco-commissie.

Sinds 1946 zet Unesco (United Nations Educational, Scientific, and Cultural Organization) zich wereldwijd in voor de bevordering van de wereldvrede door internationale samenwerking op het gebied van onderwijs, wetenschap en cultuur. Via deze samenwerking wil men het respect voor gerechtigheid en voor de rechten van de mens zonder onderscheid naar ras, geslacht, taal of godsdienst bevorderen.

Unesco is vooral bekend voor haar programma's rond onderwijs voor iedereen (de strijd tegen het analfabetisme), het bevorderen van internationale uitwisselingsprogramma's en de bescherming van het natuurlijk en cultureel patrimonium.

In vrijwel elke lidstaat van de Unesco zijn er nationale commissies, bestaande uit vertegenwoordigers van de regering en van de niet-gouvernementele organisaties. Deze commissies hebben als opdracht het onderhouden van contacten tussen Unesco en de onderwijskundige, wetenschappelijke en culturele middens in het betreffende land. Ook België heeft een nationale Unesco-commissie.

De Belgische staatshervormingen noodzaakten een grondige herstructurering van de nationale Unesco-commissie. Onderwijs en cultuur zijn niet langer federale materies maar behoren nu tot de bevoegdheid van de Gemeenschappen.

In dit verband had ik de geachte minister het volgende willen vragen :

1. Welke zijn de structurele hervormingen van de Belgische nationale Unesco-commissie na de staatshervorming ?

2. Kunt hij de precieze samenstelling van de commissie mededelen ? Zijn er zowel vertegenwoordigers van de federale regering als van de gemeenschappen ?