Vragen en Antwoorden

Belgische Senaat

ZITTING 1995-1996


Bulletin 1-20

18 JUNI 1996

Vragen waarop niet werd geantwoord binnen de tijd bepaald door het reglement
(Art. 66 van het reglement van de Senaat)

(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands ­ (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans


Vice-Eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken

Vraag nr. 144 van de heer Boutmans d.d. 3 mei 1996 (N.) :
Rijkswacht en gerechtelijke politie. ­ Bestanden.

1. Van hoeveel personen houdt de rijkswacht en de gerechtelijke politie gegevens aan onder de rubriek « op te sporen personen » van het bestand « niet-verdachten » ? Wat is het jaarlijkse kwantitatieve verloop sinds 1990 ? Volgens welke criteria worden gegevens en personen in dit bestand opgenomen ? Door wie en onder wiens leiding en toezicht ?

Hoe lang worden deze gegevens bewaard ?

Op welke wijze en via welke nationale en internationale kanalen kan een persoon in de rijkswachtcomputer opgenomen worden ? Door wie wordt dit geïnitieerd, uiteindelijk beslist en achteraf gecontroleerd ? Welke controle hebben de gerechtelijke autoriteiten daarop ?

2. Worden dergelijke gegevens uitsluitend per arrondissement bewaard, of worden zij gecentraliseerd ? Door wie en onder wiens leiding en toezicht ?

3. Worden deze gegevens van rijkswacht en gerechtelijke politie, en eventueel ook van de gemeentelijke politiediensten, in een of andere fase samengevoegd of vergeleken ? Door wie en onder wiens leiding en toezicht ?