Vragen en Antwoorden

Belgische Senaat

ZITTING 1995-1996


Bulletin 1-18

22 MEI 1996

Vragen van de Senatoren en antwoorden van de Ministers

(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands ­ (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans


Vice-Eerste minister en minister van Financiën en Buitenlandse Handel (Financiën)

Vraag nr. 72 van de heer Olivier d.d. 29 maart 1996 (N.) :
Eurovignet.

Bij toepassing van artikel 5, lid 2, van de wet van 27 december 1994 worden van het eurovignet vrijgesteld « de voertuigen die in België ingeschreven zijn en slechts af en toe op de openbare weg in België rijden en die worden gebruikt door natuurlijke personen of rechtspersonen die het goederenvervoer niet als hoofdactiviteit hebben, mits het vervoer met deze voertuigen plaatsvindt tot het Belgisch grondgebied beperkt is ».

Graag had ik van de geachte minister een antwoord op volgende vragen :

1. Valt een landbouwer, eigenaar van een vrachtwagen van meer dan 12 ton, die sporadisch zijn eigen oogstprodukten naar de koper brengt onder de vermelde vrijstelling ?

2. Valt een natuurlijk persoon, eigenaar van een vrachtwagen die slechts drie tot zes maanden per jaar wordt gebruikt onder de vermelde vrijstelling of kan hij een eurovignet voor zes of drie maanden kopen ?


Antwoord : Het geachte lid gelieve hierna het antwoord te vinden op zijn vragen.

1. Na grondig onderzoek betreffende de toepassing van het eurovignet in de land- en tuinbouwsector, is de hierna volgende precisering aangebracht met betrekking tot de vrijstelling voor voertuigen die slechts af en toe op de openbare weg worden gebruikt, voorzien bij artikel 5, 2º, van de wet van 27 december 1994 tot invoering van het eurovignet.

Mits aan alle andere in artikel 5, 2º, uitdrukkelijk vermelde voorwaarden is voldaan, mag de vrijstelling, die niet beperkt is tot de land- en tuinbouwsector, met ingang van 1 januari 1996 worden verleend voor de voertuigen of combinaties van voertuigen die maximaal 30 dagen tijdens het belastbaar tijdperk op de openbare weg worden gebruikt.

Een landbouwer, eigenaar van een vrachtwagen van meer dan 12 ton, die sporadisch ­ dit wil zeggen maximaal 30 dagen per belastbaar tijdperk ­ zijn eigen oogstprodukten naar de koper brengt kan dus op die vrijstelling aanspraak maken.

2. Artikel 4, lid 2, van de vermelde wet bepaalt dat voor de voertuigen die in België zijn of moeten zijn ingeschreven, het eurovignet verschuldigd is vanaf het ogenblik waarop deze voertuigen op de openbare weg rijden. Ingevolge artikel 4, lid 3, van de vermelde wet worden deze voertuigen geacht op de openbare weg te rijden zolang zij ingeschreven zijn of moeten zijn in het repertorium van de Dienst van het wegverkeer. Dit derde lid voert dus een onweerlegbaar vermoeden van belastbaarheid in wanneer het betreffende voertuig bij de voormelde dienst is ingeschreven.

Verder is volgens artikel 8 van dezelfde wet, voor de voertuigen die in België ingeschreven zijn of moeten zijn ingeschreven, het eurovignet verschuldigd ten belope van het volledig jaarbedrag. Het is voor deze voertuigen dan ook niet mogelijk het eurovignet te betalen voor een periode van drie of zes maanden. Indien diezelfde voertuigen drie tot zes maanden per jaar worden gebruikt komen zij, gelet op de sub 1 hiervoor gegeven toelichting, evenmin in aanmerking voor de vrijstelling voorzien bij artikel 5, 2º, van de wet.