(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans
Fibromyalgie is een invaliderende chronische aandoening, die kan omschreven worden als een vermoeidheidssyndroom. Vele van aan deze aandoening lijdende patiënten zijn niet meer in staat hun beroep uit te oefenen. Een aantal van hen zijn zelfs reeds gedurende jaren bedlegerig en zijn totaal afhankelijk van hun omgeving. Fibromyalgie is in de Belgische wetgeving een nog niet erkende aandoening. In Nederland, Engeland, de VS, enz. is dit daarentegen al wel het geval. Ondanks het feit dat reeds een aantal geneesheren zich met de patiënten hun problemen bezig houden zijn er een heleboel medische adviseurs en gerechtsdeskundigen die de ernst van deze ziekte niet inschatten. De oorzaak hiervan is veeleer te vinden in het feit dat deze ziekte onbekend is voor hen.
Is de geachte minister op de hoogte van het bestaan van deze ziekte ?
Heeft de geachte minister een overzicht van het aantal personen die geconfronteerd worden met fibromyalgie ?
Welke maatregelen zal de geachte minister ondernemen om het lot van deze patiënten te verbeteren ?
Zal de geachte minister voor een financiële tussenkomst zorgen voor de getroffen patiënten ?
Welke maatregelen zal de geachte minister nemen om ervoor te zorgen dat de medische wereld beter op de hoogte is van het bestaan van deze ziekte ?
Zal de geachte minister middelen ter beschikking stellen om onderzoek te verrichten naar deze tot dusver nog onvoldoende gekende ziekte ?
Antwoord : In antwoord op zijn vraag heb ik de eer het geachte lid het volgende mede te delen.
1. Fibromyalgie is een zeer bekende aandoening die in de medische vakliteratuur uitgebreid wordt beschreven.
2. Wij beschikken in België niet over statistieken in verband met het aantal lijders aan die aandoening.
3 en 4. Die aandoening valt onder de ziekte- en invaliditeitsverzekering en komt als dusdanig in aanmerking voor de bestaande tegemoetkomingen en vergoedingen.
5. Via talrijke initiatieven en een beleid gericht op een hogere kwaliteit van de medische verstrekkingen worden de artsen aangemoedigd hun kennis op peil te houden.
6. Wetenschappelijk onderzoek ressorteert niet onder de rechtstreekse bevoegdheid van de minister van Volksgezondheid.