(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans
Het confectieatelier Peeters aan de Markgravenstraat in Herentals zou op vijftien jaar tijd liefst vijftien maal zijn failliet gegaan. Even vaak begon de zaakvoerder opnieuw met een zaak.
Met deze 15 falingen kon de zaakvoerder een aanzienlijk bedrag aan bedrijfsvoorheffing ontlopen en dit ondanks de burgerlijke partijstelling van de fiscus bij elk faillissement.
Graag had ik van de geachte minister een antwoord op volgende vragen :
1. Heeft de geachte minister kennis van dit concrete geval en zo ja, welk bedrag aan bedrijfsvoorheffing heeft de fiscus bij de opeenvolgende faillissementen moeten derven ?
2. Wordt de vermelde praktijk veelvuldig toegepast om betaling van bedrijfsvoorheffing te ontlopen ?
3. Voor welk bedrag aan bedrijfsvoorheffingen staan de werkgevers bij de fiscus in het krijt, gecumuleerd over de laatste vijf jaar ?
4. Moet de fiscus niet sneller overgaan tot vervolging van werkgevers die niet aan hun fiscale verplichtingen voldoen ?
5. Wijst de vermelde praktijk niet op een aantal flagrante mankementen in de wetgeving op de faillissementen ? Moet een zaakvoerder of het bedrijf op zich in dergelijke gevallen niet gemakkelijker strafrechtelijk aansprakelijk worden gesteld ? Bestaan er reeds voorstellen tot wijziging van de faillissementswetgeving in die richting ?