Vragen en Antwoorden

Belgische Senaat


Bulletin 1-70

ZITTING 1997-1998

Vragen van de Senatoren en antwoorden van de Ministers

(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans


Minister van Volksgezondheid en Pensioenen

Vraag nr. 666 van de heer Boutmans d.d. 4 december 1997 (N.) :
Koninklijk besluit van 29 augustus 1997. ­ Gevaarlijke planten : Areca catechu.

In de lijst van gevaarlijke planten, gevoegd bij het koninklijk besluit van 29 augustus 1997, is onder meer de Areca catechu vermeld, in het Nederlands bekend als betelnoot, eerder nog als sirih. Daardoor is het verboden deze plant in voedingswaren te gebruiken. In Aziatische landen wordt deze noot zeer veel gepruimd of gekauwd.

Om welke reden is de sirih op de lijst van verboden planten gezet ?

Welke medische of andere informatie lag daaraan ten grondslag ? Is deze plant in andere landen verboden ?

Antwoord : Ik heb de eer het geachte lid het volgende mee te delen.

Areca catechu behoort tot de palmachtigen en het gebruikte deel zijn normaal de zaden of areknoten. Deze zaden bevatten een aantal alkaloïden, waarvan arecoline het meest bestudeerde is. Arecoline verhoogt de speeksel-, bronchinale- en intestinale secreties.

Oosterlingen kauwen ze samen met kalk om de arecoline sneller vrij te stellen.

Bij ons in de veeartsenijkunde wordt de noot gebruikt als wormdrijvend middel en vooral tegen spoelwormen. Zij is beduidend sterker prikkelend dan mannetjesvaren en granaatbast en moet daarom toegediend worden samen met vet of melk om het braken te verhinderen.

Gezien de prikkelende werking en het toepassingsgebied vonden de specialisten het dan ook niet wenselijk de areknoot als veilige plant te laten classificeren en werd deze plant tenslotte op lijst 1 geplaatst. Men moet merken dat alleen 8 g areknoot of 50 mg arecoline toxisch zijn voor de mens. Het veroorzaakt ademhalingsverlamming. Tegengif is atropine.