Vragen en Antwoorden

Belgische Senaat


Bulletin 1-68

ZITTING 1997-1998

Vragen van de Senatoren en antwoorden van de Ministers

(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans


Vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken

Vraag nr. 177 van de heer Anciaux d.d. 19 september 1996 (N.) :
Vervoer van Duits plutonium via Oostende naar Schotland.

Volgens Greenpeace vervoerde een Duitse vrachtwagen met militair konvooi, daarna bewaakt door de Belgische rijkswacht, op 11 september 1996 tientallen kilo's plutonium van Duitsland naar België, om dan via de luchthaven van Oostende naar Schotland te vliegen. Het transport met plutonium en uranium hield halt in Mol op het terrein van kernafvalfabriek Belgoprocess en transportbedrijf Transnubel. Aan de krant De Morgen verklaarde een woordvoerder van Transnubel : « Dat is de verantwoordelijkheid van het bedrijf in Duitsland waar het plutonium vandaan komt. De containers voldoen in ieder geval wel aan de veiligheidseisen. » Op 12 september werd de gevaarlijke lading getransporteerd vanuit de luchthaven van Oostende naar de opwerkingsfabriek in het Schotse Dounreay. Greenpeace-militanten slaagden erin op de luchthaven een tijdlang het vliegtuig tegen te houden met andere woorden het vliegtuig ongehinderd te benaderen. Dit terwijl de lading kan gebruikt worden voor de aanmaak van kernwapens.

Is de geachte minister op de hoogte van dit transport en het incident ? Hoe regelmatig wordt plutonium uit Duitsland naar België vervoerd, de verklaring van de woordvoerder van Transnubel indachtig ? Is dergelijk transport verantwoord ? Is het juist dat het plutonium opgeslagen wordt in Mol ? Zijn de containers voldoende veilig, ook voor luchttransport ? Aan welke vereisten moeten dergelijke containers voldoen ? Is het juist dat de beveiliging van dit transport te wensen overliet gezien de geslaagde actie van Greenpeace-militanten ? Welke maatregelen voorziet de geachte minister om dergelijk transport optimaal veilig te laten verlopen ?

Antwoord : Het vervoer van plutonium of plutoniumhoudende stoffen zoals MOX kernbrandstof, samengesteld uit plutonium en uraanoxide, vanuit Duitsland naar of door België is heel uitzonderlijk. Het hier bedoelde transport maakte deel uit van een reeks van enkele transporten met het oog op de overbrenging van overschotten van niet bestraalde MOX brandstofstiften die worden aangewend in de onderzoeksreactor van het onderzoekscentrum KFK ­ Karlsruhe (Duitsland) naar de opwerkingsfabriek van Dounreay (Schotland). De goederen werden in Mol niet opgeslagen. Mol was de tussenhalte bij het wegvervoer, daartoe als nucleaire site geschikt, met het oog op de afstemming met het aansluitende luchtvervoer vanaf de luchthaven van Oostende.

Wat de veiligheidsaspecten betreft kan ik het geachte lid bevestigen dat het transport voldeed aan de van kracht zijnde internationale normen voor het vervoer van gevaarlijke goederen, zowel wat betreft het wegvervoer (ADR) als deze met betrekking tot het luchtvervoer van de Internationale Organisatie voor Burgerluchtvaart (ICAO).

De basisvereisten waaraan de colli met radioactieve stoffen dienen te voldoen zijn :

­ insluiting van de inhoud behouden;

­ afscherming tegen straling verzekeren;

­ afvoer van warmte die door de inhoud geproduceerd wordt verzekeren;

­ onderkritisch houden van de splijtstoffen tijdens het vervoer.

Deze functies dienen zowel in routinematige omstandigheden als in ongevalsomstandigheden gegarandeerd te worden wanneer het om, vanuit stralingsbeschermingsoogpunt significante hoeveelheden gaat. Deze algemene vereisten worden vertaald naar kwantitatieve testvoorwaarden in de technische voorschriften van de reglementering. Op basis van die criteria dienen de modelontwerpen van colli door de betrokken bevoegde overheden te worden goedgekeurd.

Alhoewel de specialisten het erover eens zijn dat mede door het hoge inherente veiligheidsniveau van het luchtvervoer, het risico op ongevallen met zeer ernstige radiologische gevolgen bij luchtvervoer geringer is dan bij het wegvervoer, heeft het Internationaal Atoomenergie Agentschap onlangs bijkomende zwaardere testen voorgeschreven voor het vervoer van grote hoeveelheden radioactieve stoffen door de lucht. Deze situeren zich op het vlak van mechanische en thermische weerstand van de colli en de verspreidbaarheid van de inhoud bij ongeval.

De toepassing van deze nieuwe normen en concepten zal de nodige aanpassingen vergen onder de vorm van nieuw te ontwikkelen verpakkingen en het uitvoeren van de voorgeschreven testen, zodat de effectieve inwerkingtreding voorzien wordt voor het jaar 2000.

Gezien de informatiebeveiliging die vanuit het oogpunt van de fysieke beveiliging van kernmaterialen, ook uit hoofde van onze internationale verplichtingen op dit vlak, dient opgelegd te worden bij deze transporten duidelijk in gebreke bleef, werd deze transportcampagne voorlopig stopgezet.