Vragen en Antwoorden

Belgische Senaat


Bulletin 1-67

ZITTING 1997-1998

Vragen waarop niet werd geantwoord binnen de tijd bepaald door het reglement
(Art. 66 van het reglement van de Senaat)

(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans


Minister van Wetenschapsbeleid

Vraag nr. 796 van de heer Loones d.d. 23 januari 1998 (N.) :
Strandvondsten. ­ Potvissen en vinvissen.

Regelmatig spoelen de laatste jaren walvisachtigen aan op de stranden van de Vlaamse kust. Telkens stellen zich daarbij grote problemen voor op diverse vlakken, onder meer op vlak van wetenschappelijk onderzoek.

Zo werd in het verleden (Oostduinkerke in 1989, Koksijde in 1994, Oostende in 1987) vastgesteld dat telkens een beroep wordt gedaan op de Universiteit van Luik.

Nochtans, het Rijksstation voor Zeevisserij in Oostende, beschikt onbetwistbaar over de nodige deskundigheid op het vlak van bestudering van contaminanten.

Van de geachte minister had ik graag op de volgende vragen een antwoord verkregen.

1. Waarom werd er in het verleden geen beroep gedaan op het Rijksstation voor Zeevisserij in Oostende, dat een internationale reputatie geniet ?

2. Gaat de geachte minister akkoord dat het volkomen onlogisch, kostenverhogend en zelfs onaanvaardbaar lijkt dat voornoemd station voorbijgestoken wordt ten voordele van Luik ? Is het mogelijk dat in deze kwestie de communautaire wafelijzerpolitiek gehanteerd wordt ?

3. Wie is terzake bevoegd ? Welke financiering is er ? Heeft het optreden van de Universiteit van Luik een wettelijke grondslag ?

4. Welke stappen zal de geachte minister ondernemen om (mochten zich aan de Vlaamse kust in de toekomst opnieuw aanspoelingen van walvisachtigen voordoen), het Rijksstation voor Zeevisserij in Oostende te betrekken bij het wetenschappelijk onderzoek ?