Vragen en Antwoorden

Belgische Senaat


Bulletin 1-65

ZITTING 1997-1998

Vragen van de Senatoren en antwoorden van de Ministers

(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans


Minister van Volksgezondheid en Pensioenen (Volksgezondheid)

Vraag nr. 659 van de heer Weyts d.d. 2 december 1997 (N.) :
Keuring van het IVK in de vismijnen. ­ Budgettering.

Sinds het opstarten van het IVK in 1986 werd het aantal uren voor viskeuren stelselmatig verminderd. In 1988 werd de viskeuring met 1/7 afgebouwd, en sinds 1995 moesten nog maar eens 21,5 % van de keururen worden ingeleverd. De grens van wat vanuit de belangen van de volksgezondheid verantwoord is, lijkt nu reeds bereikt. Toch stelde het bestuur van het IVK in oktober 1997 voor om het aantal uren voor viskeuring tot een vierde van het huidige aantal terug te brengen.

Deze drastische reductie van het aantal keururen kadert in het streven van het IVK-hoofdbestuur naar « zelfbedruipende » keuringssectoren (runderen, varkens, pluimvee en vis). De rechten die per sector worden betaald moeten dienen ter financiering van de keuring en controle in elke afzonderlijke sector. Een logisch gevolg van een dergelijke benadering is dat de vissector, die vanwege de zeer beperkte houdbaarheid van het product bijzondere eisen stelt wat kwaliteitscontrole betreft, op grond van zijn kleinere schaal te weinig middelen krijgt om een behoorlijke keuring mogelijk te maken.

Graag had ik van de geachte minister een antwoord op volgende vragen :

1. Valt een dergelijke budgettaire rigueur wel te rijmen met de fundemantele belangen van de volksgezondheid die hier op het spel staan ?

2. Moeten de objectieve keuringsvereisten per sector niet de basis vormen voor het toekennen van middelen, eerder dan de inkomsten die elke sector afzonderlijk genereert ?

Antwoord : 1. De door het geachte lid bedoelde maatregel is erop gericht een grotere uniformiteit te verkrijgen in de tijdsduur die de dierenartsen in de vismijnen besteden om dezelfde hoeveelheden vis te keuren.

Deze maatregel zal slechts in één van de drie vismijnen leiden tot een daling in het aantal keururen die de dierenartsen in deze inrichtingen presteren.

Het bedrag aan financiële middelen die nodig zijn om de keuring en de controles te financieren moet inderdaad per sector worden vastgesteld omdat het niet verantwoord zou zijn dat een bepaalde bedrijfssector de keuringskosten van een andere sector zou helpen betalen. Dit principe is overigens vastgelegd in een Europese richtlijn betreffende de financiering van de veterinaire keuring.

2. De nieuwe regeling die voor het Instituut voor Veterinaire Keuring wordt uitgewerkt, gaat uit van de werkelijke kostprijs van de keuring en controles die in elke sector nodig zijn om de gezondheid van de consumenten te beschermen.