Vragen en Antwoorden

Belgische Senaat


Bulletin 1-62

ZITTING 1997-1998

Vragen waarop niet werd geantwoord binnen de tijd bepaald door het reglement
(Art. 66 van het reglement van de Senaat)

(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans


Minister van Justitie

Vraag nr. 612 van de heer Olivier d.d. 17 november 1997 (N.) :
Bijzonder Fonds tot Hulp aan Slachtoffers van Opzettelijke Gewelddaden. ­ Betaling begrafeniskosten. ­ Publicatie van uitvoeringsbesluiten.

In antwoord op mijn schriftelijke parlementaire vraag nr. 242 van 10 januari jongstleden deelde u mij mee dat de gewijzigde paragraaf 2 van artikel 32 van de wet van 1 augustus 1985 houdende fiscale en andere bepalingen inzake de hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden voorziet dat de nabestaanden van een overleden slachtoffer van een opzettelijke gewelddaad een financiële hulp kunnen vragen aan de Commissie voor Hulp aan Slachtoffers van Opzettelijke Gewelddaden, ook voor begrafeniskosten. Het maximumbedrag zou eerlang worden vastgesteld bij een in Ministerraad overlegd koninklijk besluit.

Ik meen hieruit te mogen afleiden dat de nieuwe wet (met retroactieve werking) van toepassing zal zijn op schade volgend uit opzettelijke gewelddaden gepleegd na 6 augustus 1985 (datum waarop de oorspronkelijke wet in voege trad) zodat nabestaanden van overleden slachtoffers thans een verzoek tot tussenkomst van de betaling van de begrafeniskosten van hun kind aan de commissie kunnen richten.

Op 11 september jongstleden is de wet van 18 februari 1997 tot wijziging van de wet van 1 augustus 1985 houdende fiscale en andere bepalingen inzake de hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden inmiddels in het Belgisch Staatsblad verschenen.

De wet treedt in voege op de dag van de publicatie behalve wat betreft de betaling van begrafeniskosten, de uitvoeringsmodaliteiten daarvan moeten immers bij koninklijk besluit worden vastgelegd.

Graag had ik van de geachte minister een antwoord gekregen op volgende vragen :

1. Wanneer worden de uitvoeringsbesluiten in het Belgisch Staatsblad bekend gemaakt ?

2. Zal aan deze besluiten retroactieve werking worden verleend tot op de dag van het invoegetreden van de oorspronkelijke wet, meer bepaald 6 augustus 1985 ?

3. Zal in dit geval aan de ouders van een kind dat ten gevolge van een opzettelijke gewelddaad is overleden en wiens aanvraag in het verleden werd afgewezen worden meegedeeld dat zij vooralsnog een nieuwe aanvraag kunnen indienen om een tegemoetkoming in de begrafeniskosten te verkrijgen ?