Vragen en Antwoorden

Belgische Senaat


Bulletin 1-62

ZITTING 1997-1998

Vragen waarop niet werd geantwoord binnen de tijd bepaald door het reglement
(Art. 66 van het reglement van de Senaat)

(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans


Vice-eerste minister en minister van Financiën en Buitenlandse Handel (Financiën)

Vraag nr. 627 van de heer Olivier d.d. 21 november 1997 (N.) :
Bezetting van de douanediensten in de zeehavens van Antwerpen, Gent en Zeebrugge.

De zeehavens fungeren als buitengrens van de Europese Unie wat onder meer betekent dat tal van douaneverrichtingen die vroeger aan de binnengrenzen van de landen van de Unie plaatsvonden, thans in de haven worden uitgevoerd. Dit betekent dat de douanediensten met bijkomende opdrachten en verantwoordelijkheden worden geconfronteerd.

Deze toestand wordt geaccentueerd door de bestendige geografische uitbreiding van de havens ­ waardoor de af te leggen afstanden steeds groter worden ­ de toenemende ingewikkeldheid van de procedures en de sterke groei van het stukgoedverkeer in de havens. Voor dit verkeer moeten veel meer douanedocumenten worden behandeld dan voor bulkverkeer.

Graag had ik van de geachte minister een antwoord gekregen op volgende vragen :

1. Waarom is de personeelsbezetting van de douanediensten niet op evenredige wijze toegenomen met het aantal taken en verantwoordelijkheden ? Kan de geachte minister mij de evolutie van de personeelsbezetting bij de douanediensten van de havens van Antwerpen, Gent en Zeebrugge meedelen ?

2. In bepaalde douanediensten zou de personeelsformatie zelfs niet volledig zijn ingevuld. Zo bestond er bij de gewestelijke directie der Douane te Antwerpen op 30 augustus 1997 een tekort van 795 ambtenaren (tekort van 41 %). Zijn deze cijfers correct ? Hoe is de toestand in de havens van Gent en Zeebrugge ? Wat zijn de oorzaken van het niet invullen van de personeelsformatie ?