Vragen en Antwoorden

Belgische Senaat


Bulletin 1-79

ZITTING 1997-1998

Vragen van de Senatoren en antwoorden van de Ministers

(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans


Minister van Tewerkstelling en Arbeid, belast met het Beleid van gelijke kansen voor mannen en vrouwen

Vraag nr. 748 van de heer Olivier d.d. 30 december 1997 (N.) :
Vrijwilligers. ­ Diensten aan sponsors.

Binnen het verenigingsleven wordt frequent een beroep gedaan op sponsoring teneinde de noodzakelijke fondsen voor de werking te verzamelen. De tegenprestatie die vanuit de vereniging wordt geleverd bestaat meestal in een vermelding van de naam en het logo van de sponsor op folders, programmaboekjes, en dergelijke meer.

Soms wordt met de sponsor afgesproken dat de leden van de vereniging er zich toe verbinden vrijwilligerswerk te doen voor de sponsor, in ruil voor het materiaal of het geld dat ter beschikking van de vereniging wordt gesteld. Geen enkele van de vrijwilligers ontvangt persoonlijk een vergoeding of loon.

Bij sociaalrechtelijke controles wordt aan de sponsor verweten dat de vrijwilligers niet als personeel zijn ingeschreven, ondanks het feit dat het duidelijk om vrijwilligers gaat, die ook maar sporadisch en in functie van het sponsoringbedrag hun diensten ter beschikking van de sponsor stellen.

Graag had ik van de geachte minister een antwoord op volgende vragen :

1. Op grond van welke wettelijke bepalingen kan men stellen dat deze vorm van vrijwilligerswerk niet strookt met de sociale wetgeving ?

2. Wat is haar opvatting terzake ?

Antwoord : Ik heb de eer het geachte lid volgende inlichtingen op zijn vraag mee te delen.

Het toepassingsgebied van een wet regelt op wie een wet van toepassing is. Naargelang de bedoeling van de wetgever kan dit toepassingsgebied van wet tot wet verschillen.

In het arbeidsrecht richt het toepassingsgebied van een wet zich doorgaans tot de werknemers en hun werkgever. In heel wat gevallen wordt dit toepassingsgebied evenwel uitgebreid en worden « de personen die anders dan krachtens een arbeidsovereenkomst, arbeid verrichten onder het gezag van een ander persoon » met werknemers gelijkgesteld. Dit is bijvoorbeeld het geval met de arbeidswet van 16 maart 1971, met de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk en met de wetgeving betreffende het bijhouden van de sociale documenten.

Dit betekent dan dat een werkgever bepaalde verplichtingen kan hebben van zodra een persoon onder zijn gezag arbeid verricht.

Indien een vrijwilliger onder het gezag van een persoon werkt, zullen dus onvermijdelijk een aantal wettelijke verplichtingen moeten worden nageleefd.

Volledigheidshalve wil ik het geachte lid er op wijzen dat indien tegen loon arbeid wordt verricht onder het gezag van een persoon, men te maken heeft met een arbeidsovereenkomst. Het begrip loon in het kader van deze definitie is zeer ruim. « Alles wat de werkgever betaalt omwille van de arbeidsprestatie is loon » (cf . O. Vanachter in Werken als vrijwilliger , uitgegeven door Die Keure, blz. 10).