Vragen en Antwoorden

Belgische Senaat


Bulletin 1-79

ZITTING 1997-1998

Vragen waarop niet werd geantwoord binnen de tijd bepaald door het reglement
(Art. 66 van het reglement van de Senaat)

(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans


Minister van Volksgezondheid en Pensioenen (Volksgezondheid)

Vraag nr. 1161 van de heer Anciaux d.d. 26 juni 1998 (N.) :
Kwaliteitscontrole op de psychotherapie en de erkenning van de titel van psychotherapeut.

In een Nederlands rapport op vraag van de (Nederlandse) minister van Justitie wordt gewag gemaakt van de gevaren die schuilen in een verkeerd gebruik van therapieën bij bepaalde cliënten. Zogenoemde slachtoffers van seksueel misbruik herinneren zich bepaalde zaken die mogelijks in hun geheugen zijn geslopen via een suggestieve en eerder bedenkelijke methode die hun therapeut hanteerde. In verschillende landen zijn mensen die slachtoffer zijn geworden van dergelijk fictieve herinneringen (of de gevolgen ervan) zich gaan vereniging om hier tegen op te komen.

In ons land loopt er momenteel een onderzoek naar een bepaalde therapeut die mogelijks een beïnvloedende rol zou kunnen hebben gespeeld in de zogenoemde zaak X1.

Zonder onmiddellijk verbanden te leggen tussen deze twee feiten en rekening houdende met het feit dat een goede psychotherapie een enorme hulp kan zijn, zowel in onderzoek als voor cliënten zelf, zou ik de geachte minister volgende vragen willen stellen :

­ Hoe komt het dat er in ons land geen enkele kwaliteitscontrole voor handen is bij het opleiden van therapeuten en het uitoefenen van psychotherapie ?

­ Is het niet dringend nodig, wil men bovengenoemde toestanden in ons land verder vermijden, dat de geachte minister hierin zijn verantwoordelijkheid opneemt en werkt maakt van de erkenning van de titel van psychotherapeut en een strengere controle organiseert op de wildgroei van therapie-opleidingen allerhande ? Zal de geachte minister hier op korte termijn de nodige inspanningen voor leveren ?

Een andere leemte in onze gezondheidszorg behelst de terugbetaling van psychotherapeutische prestaties. Ondanks het bekend zijn van de heilzame werking én de noodzaak van goede therapieën werd dit door de overheid nog niet zo onderkend.

­ Wat zijn de redenen hiervoor ? Zal de geachte minister de nodige inspanningen doen om voor een dergelijke terugbetaling te ijveren ?