Vragen en Antwoorden

Belgische Senaat


Bulletin 1-74

ZITTING 1997-1998

Vragen waarop niet werd geantwoord binnen de tijd bepaald door het reglement
(Art. 66 van het reglement van de Senaat)

(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans


Vice-eerste minister en minister van Financiën en Buitenlandse Handel (Financiën)

Vraag nr. 1037 van de heer Olivier d.d. 27 april 1998 (N.) :
Wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld. ­ Bereikte resultaten.

Tussen 1 december 1993, datum van inwerkingtreding van de cel voor Financiële Informatieverstrekking, en 30 juni 1995, ontving de cel vanwege de financiële instellingen 4 016 meldingen betreffende transacties waarbij witwassen wordt vermoed. De ontdekte bedragen beliepen 44,8 miljard frank.

Graag had ik van de geachte minister een antwoord op volgende vragen :

1. Hoeveel « verdachte transacties » (en voor welk totaal bedrag) werden tussen juli 1995 en heden gemeld aan de anti-witwascel ?

2. Hoeveel meldingen (en voor welk totaal bedrag) werden daarvan aan het parket overgemaakt ?

3. Welk bedrag aan verdacht geld kon daarvan door de justitie worden in beslag genomen ?

4. Tot hoeveel strafrechtelijke veroordelingen heeft de toepassing van bovenvermelde wet geleid ?

5. In de periode van 1 januari 1993 tot juni 1995 werden 211 dossiers overgemaakt aan de procureur des Konings te Brussel. Deze dossiers sloegen op 2 216 meldingen. Hoeveel van die dossiers werden geseponeerd (en voor welk bedrag) en hoeveel dossiers werden vervolgd ? Heeft de vervolging tot resultaten geleid ?