1-198

1-198

Sénat de Belgique

Belgische Senaat

Annales parlementaires

Parlementaire handelingen

SÉANCES DU JEUDI 18 JUIN 1998

VERGADERINGEN VAN DONDERDAG 18 JUNI 1998

(Vervolg-Suite)

MONDELINGE VRAAG VAN DE HEER ANCIAUX AAN DE VICE-EERSTE MINISTER EN MINISTER VAN ECONOMIE EN TELECOMMUNICATIE OVER « HET ONTWIKKELEN VAN ALTERNATIEVE ENERGIEBRONNEN EN HET PROMOTEN OF BOYCOTTEN VAN NIEUWE INITIATIEVEN »

QUESTION ORALE DE M. ANCIAUX AU VICE-PREMIER MINISTRE ET MINISTRE DE L'ÉCONOMIE ET DES TÉLÉCOMMUNICATIONS SUR « LE DÉVELOPPEMENT DE NOUVELLES SOURCES D'ÉNERGIE ET LA PROMOTION OU LE BOYCOTTAGE D'INITIATIVES NOUVELLES »

De voorzitter. ­ Aan de orde is de mondelinge vraag van de heer Anciaux.

Het woord is aan de heer Anciaux.

De heer Anciaux (VU). ­ Mijnheer de voorzitter, de volksgezondheid en de veiligheid van de bevolking worden door de op dit ogenblik bestaande energiemiddelen zoals petroleumproducten en kernenergie, zwaar op de proef gesteld. De luchtverontreiniging neemt onaanvaardbare proporties aan. De berging van radioactief materiaal vormt een onverantwoorde belasting van de volgende generaties. Bovendien zijn de huidige energiebronnen hoe langer hoe meer in handen van enkele oppermachtige groepen. Ons land is op dit vlak vrijwel volkomen afhankelijk van het buitenland. Wij beschikken zelf niet over grondstoffen. Zelfs de nutsvoorziening van elektriciteit en gas is overgegaan in buitenlandse handen.

De de facto monopolievorming die hiermee gepaard gaat, brengt de bevolking in een zeer kwetsbare en afhankelijke positie. De ontwikkeling van nieuwe, zuivere en duurzame energiebronnen bevindt zich in het land nog steeds in een voorhistorische fase. Zonne- of windenergie zijn nog steeds onbetaalbaar voor de gewone consument. Bovendien doet de overheid bitter weinig om alternatieve energieprojecten te ondersteunen. Het lijkt erop dat zij de huidige energieproducenten in geen geval een haarbreed in de weg wil leggen. Zo werd een project van de Gentse universiteit om goedkope en vernieuwde zonnecellen op de markt te brengen, geboycot. De uitvinder van een magnetische ontploffingsmotor, de MACDER-motor ­ Magnetic Amplifier Cross Directed Emitor of Radiations ­ wordt door de verschillende overheden in het land al dertien jaar van het kastje naar de muur gestuurd. Met een investering van een miljoen frank kan nochtans worden aangetoond dat deze motor geen energie verbruikt en geen enkele schadelijke uitstoot produceert.

In het buitenland speelt de overheid wel een actieve rol in het promoten van alternatieve energiebronnen. Zo laat de stad Arnhem in Nederland haar taxi's rijden op zinkwaterbatterijen, die een actieradius hebben van 400 kilometer en waarvan de oplaadtijd niet langer duurt dan een normale tankbeurt bij een pompstation. In Mexico City werd een exclusief project toegekend aan Citroën voor het ontwikkelen van een zeer milieuvriendelijke en zuinige motor, waarmee alle taxi's zullen worden uitgerust. Op deze wijze tracht men in de meest ongezonde stad ter wereld het hoofd te bieden aan de luchtvervuiling.

Graag had ik van de vice-eerste minister vernomen welke initiatieven hij neemt om duurzame energie mogelijk te maken. Welke garanties biedt de regering om nieuwe initiatieven of uitvindingen op dit vlak echt kansen te geven ? Hoe kan worden voorkomen dat revolutionaire en voor de volksgezondheid belangrijke vernieuwingen worden geboycot door de huidige energielobby's ?

De voorzitter. ­ Het woord is aan vice-eerste minister Di Rupo.

De heer Di Rupo, vice-eerste minister en minister van Economie en Telecommunicatie. ­ Mijnheer de voorzitter, in de eerste plaats wil ik de heer Anciaux eraan herinneren dat sedert 1980, de zorg voor de ontwikkeling van initiatieven op het vlak van de alternatieve energiebronnen is toevertrouwd aan de gewesten door de bijzondere wet tot hervorming van de instellingen.

De heer Mahoux, ondervoorzitter

treedt als voorzitter op

Dit geldt ook voor de ontwikkeling van nieuwe technologieën die gebonden zijn aan de duurzame evolutie. Het gaat meer bepaald over technologieën van rationeel energieverbruik waarvoor de gewesten trouwens een beleid voeren. Dat beleid geeft uitvoering aan de voorstellen die sinds enkele jaren door de Europese Gemeenschap naar voren worden gebracht. Een voorbeeld daarvan is het witboek over de hernieuwbare energiebronnen.

Het is aan de bevoegde gewestelijke overheid om op de kritiek van de heer Anciaux te antwoorden.

Je suis tout à fait conscient de l'importance de ces questions. La compétence de l'autorité fédérale en matière de tarification permet au ministre de l'Économie de contribuer à l'effort de promotion. Le prix rachat par le réseau, de l'énergie autoproduite, peut avoir un effet important sur ce plan. J'ai d'ailleurs incité à plusieurs reprises le Comité de contrôle de l'électricité et du gaz, au sein duquel toutes les instances sont représentées ­ pouvoir fédéral et pouvoirs régionaux ­ à proposer des mesures. L'intervention extratarifaire actuellement en vigueur, à concurrence d'un franc par kilowatt/heure, est un pas dans la bonne direction même s'il est peut-être insuffisant. C'est la raison pour laquelle nous envisageons d'adapter la réglementation actuelle des prix dans le cadre de la transposition de la directive européenne relative à l'ouverture du marché de l'électricité. Le but de cette adaptation serait, entre autres, de préciser les modalités de fixation d'un prix minimum pour le rachat de l'électricité produite par l'autoproduction ou la production combinée vapeur-électricité. En effet, la réglementation actuelle ne nous permet d'intervenir qu'en ce qui concerne la fixation d'un prix maximum.

Par ailleurs, la Commission européenne envisage de créer un marché intérieur spécifique aux énergies renouvelables.

Quoi qu'il en soit, nous resterons attentifs à l'évolution de cette problématique, et ce dans les limites des attributions du gouvernement fédéral car, dans ce domaine, la plupart des compétences sont dévolues aux régions.

De voorzitter. ­ Het woord is aan de heer Anciaux voor een repliek.

De heer Anciaux (VU). ­ Mijnheer de voorzitter, ik vermoed dat het juist is wat de vice-eerste minister zegt. Toch wil ik wijzen op een brief van de eerste minister van 25 mei 1998 waarin hij gelet op zijn drukke agenda vraagt om het dossier over alternatieve motoren en dergelijke op te sturen daar hij geen tijd heeft om in te gaan op een uitnodiging. Het dossier werd inderdaad opgestuurd. In een brief van 10 juni 1998, schrijft de eerste minister aan dezelfde persoon : « Uw brief van 29 mei 1998 heb ik goed ontvangen en met aandacht gelezen. Daar de door u aangehaalde problematiek tot de bevoegdheden behoort van de minister van Economie, zend ik uw schrijven voor verder gevolg door aan de vice-eerste minister, Elio Di Rupo, de Meeûssquare, 43 te 1000 Brussel. Met de meeste hoogachting. »

Vice-eerste minister Di Rupo zegt mij nu dat hij niet bevoegd is. Dit is een kat en muis spel. Dit is niet ernstig. Het gaat hier toch om economische zaken.

Ik heb kennis genomen van een aantal uitvindingen die de jongste jaren werden ontwikkeld op het gebied van milieuvriendelijke en bovendien zeer goedkope energiebronnen. Het is bijna angstaanjagend dat sterk ontwikkelde uitvindingen worden opgekocht door grote lobby's of grote bedrijven om ze uit de markt te houden. Er zijn bewijzen dat de MACDER-motor werkt. Hij werkt op magnetische energie, volgens het principe dat een magneet aantrekt en ook afstoot. Nog niemand was erin geslaagd deze energie om te zetten in een bewegende structuur, in een motor.

Het betreft hier een economisch belang en economische zaken zijn de bevoegdheid van de vice-eerste minister. Het is premier Dehaene zelf die hierop heeft gewezen en het is dus aan de minister van Economische Zaken om ernstig te antwoorden op mijn vraag.

M. le président. ­ La parole est à M. Di Rupo, vice-premier ministre.

M. Di Rupo, vice-premier ministre et ministre de l'Économie et des Télécommunications. ­ Monsieur le président, le premier ministre n'a certainement pas pu examiner le dossier quant au fond et il l'a transmis à mon département, ce qui me paraît tout à fait logique. Je n'ai pas encore eu l'occasion de prendre connaissance de ce courrier. Je chargerai mon département de l'examiner et je vous adresserai directement une réponse, monsieur Anciaux. Celle-ci sera argumentée sur le fond et elle portera également sur des aspects relatifs aux compétences des régions et du gouvernement fédéral.

De voorzitter. ­ Het incident is gesloten.

L'incident est clos.