1-189

1-189

Sénat de Belgique

Belgische Senaat

Annales parlementaires

Parlementaire handelingen

SÉANCES DU JEUDI 28 MAI 1998

VERGADERINGEN VAN DONDERDAG 28 MEI 1998

(Vervolg-Suite)

VRAAG OM UITLEG VAN DE HEER OLIVIER AAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN OVER « DE SPREIDING, TARIFERING VAN PRESTATIES EN TERUGBETALINGEN VAN NUCLEAIR MAGNETISCHE RESONANTIETOMOGRAFEN (NMR'S) »

DEMANDE D'EXPLICATIONS DE M. OLIVIER AU MINISTRE DES AFFAIRES SOCIALES SUR « LA RÉPARTITION, LA TARIFICATION DES PRESTATIONS ET LE TAUX DE REMBOURSEMENT DES TOMOGRAPHES UTILISANT LA RÉSONANCE MAGNÉTIQUE NUCLÉAIRE »

De voorzitter. ­ Aan de orde is de vraag om uitleg van de heer Olivier.

Het woord is aan de heer Olivier.

De heer Olivier (CVP). ­ Mijnheer de voorzitter, de NMR's of nucleair magnetische resonnantietomografen zijn heel dure scanners die omwille van hun kostprijs in aantal worden beperkt, meer bepaald maximum 32 toestellen of één toestel per 300 000 inwoners. Volgens sommige bronnen zouden er minstens vijf illegale scanners werken. In de meest recente nota van de Nationale Raad voor Ziekenhuisvoorzieningen, die de versoepeling van de regels voor de plaatsing moet voorbereiden, staan deze illegale scanners zelfs met naam en toenaam vermeld.

Graag kreeg ik van de minister een antwoord op volgende vragen.

Hoeveel NMR-diensten, legaal en illegaal, zijn er in ons land actief en in welke ziekenhuizen ?

De federale subsidiëring door het RIZIV is afhankelijk van de erkenning door de gemeenschappen. Naar verluidt worden heel wat zware medische diensten, onder meer NMR-diensten, federaal gesubsidieerd zonder deze erkenning. Is dat juist ?

Welke andere criteria worden opgelegd of welke voorwaarden worden er gesteld bij de oprichting van NMR-diensten ?

In welke mate wordt bij de plaatsing van de NMR's aandacht besteed aan de regionale spreiding ? In West-Vlaanderen zijn er bijvoorbeeld twee in Brugge en één in Roeselare, terwijl Kortrijk geen enkel ziekenhuis met een NMR telt.

Welke sancties zijn er verbonden aan het in gebruik nemen van een niet-erkende NMR-dienst ? Worden deze sancties ook effectief toegepast, zo neen, waarom niet ?

Hoe worden de prestaties in de NMR-diensten getarifieerd en wat is het terugbetalingstarief ? Zijn de tarifering en het terugbetalingstarief ook van toepassing op de illegale NMR-diensten ?

De voorzitter. ­ Het woord is aan minister De Galan.

De heer Moens, ondervoorzitter,

treedt als voorzitter op

Mevrouw De Galan, minister van Sociale Zaken. ­ Mijnheer de voorzitter, ten eerste wil ik bevestigen dat het aantal legaal actieve NMR-toestellen in België inderdaad 32 bedraagt terwijl er 4 toestellen illegaal actief zijn. Voor 1 NMR-toestel, dat nog niet is geplaatst, is de erkenning voorgesteld omdat het voldoet aan de normen van het koninklijk besluit van 27 oktober 1989, gewijzigd door de besluiten van 26 februari 1991, 21 juni 1994 en 5 december 1994, houdende vaststelling van de normen waaraan een dienst waarin een magnetische resonantietomograaf met ingebouwd elektronisch telsysteem wordt opgesteld, moet voldoen om te worden erkend als zware medisch-technische dienst, zoals bedoeld in artikel 44 van de wet op de ziekenhuizen.

Ten tweede gebeurt de subsidiëring op federaal niveau enkel na bericht van erkenning vanuit de bevoegde gemeenschap. Er dient gewezen te worden op de dubbele financiering van de NMR, enerzijds langs het budget van de ziekenhuizen en dus langs het ministerie van Volksgezondheid voor de investerings- en werkingskosten, anderzijds langs de nomenclatuur van de verrichte prestaties voor de honoraria. Daar er tot op heden geen aparte NMR-nomenclatuur bestaat, gebeurt deze vergoeding in analogie met de nomenclatuurnummers van Ct-scan-onderzoeken. Recentelijk werden aparte NMR-prestaties ontworpen. De nieuwe code zal een beter inzicht verschaffen in het aantal verrichte NMR-onderzoeken.

Ten derde zijn alle voorwaarden tot erkenning van een dienst medische beeldvorming met NMR vervat in punt 1 van het vermeld koninklijk besluit van 27 oktober 1989.

Ten vierde zijn de regionale verspreiding in de voormelde erkenningsnormen vervat. Iedere instelling die aan de erkenningsnormen beantwoordt kan zonder bijkomende voorwaarden worden erkend.

Ten vijfde kan de federale regering sanctionerend optreden. Zij kan ingevolge het koninklijk besluit van 10 mei 1990, gewijzigd door het koninklijk besluit van 31 oktober 1991, namelijk overgaan tot het inhouden van 20% van het budget van een ziekenhuis dat een dergelijke dienst uitbaat zonder dat deze is erkend. Er kan echter maar sanctionerend worden opgetreden na ontvangst van het proces-verbaal waarin vastgesteld wordt dat de dienst geëxploiteerd wordt zonder erkenning, opgesteld door de bevoegde gemeenschap. Tot op heden werd één sanctie van 10% opgelegd aan een ziekenhuis in het Brusselse.

Ten zesde wordt het toekennen van een verzekeringstegemoetkoming voor verstrekkingen die verricht worden in een medisch-technische dienst, zoals bedoeld in artikel 44 van de ziekenhuiswet, afhankelijk van de erkenning door de bevoegde gemeenschapsminister. De bedoelde medisch-technische diensten moeten dus conform zijn de door de Koning vastgestelde erkenningsnormen, in dit geval aan artikel 64 van de wet op de ziekte- en invaliditeitsverzekering.

Zoals ik al heb vermeld, is de grote moeilijkheid dat er tot op heden geen aparte NMR-prestaties in de nomenclatuur zijn opgenomen. De financiering van de prestaties geschiedt dus in analogie met de Ct-scan-prestaties. Aangezien de meeste ziekenhuizen beschikken over een erkende medisch-technische dienst met Ct-scan heeft bijna ieder ziekenhuis dat leefbaar is recht op een Ct-scan. De voorwaarden voor die erkenning is 150 acute bedden in een algemeen ziekenhuis, zoals gisteren aan de heer Vandeurzen werd geantwoord. Er bestaat dus grote verwarring bij de terugbetalingen. Het is momenteel immers onmogelijk de prestaties verricht met illegale NMR-toestellen te onderscheiden van de gerechtvaardigde Ct-scan-onderzoeken. Ik kom daar straks op terug.

Op advies van de overlegstructuur inzake ziekenhuizen, zal het aantal NMR-toestellen worden verhoogd. Deze uitbreiding is noodzakelijk, gelet op de opgedane ervaring, de technologische evolutie, de goedkopere aankoopkosten en de bestaande wachtlijsten. Een goed gebruik van de NMR-technologie verhoogt niet alleen de kwaliteit, maar kan ook een besparend effect hebben op andere prestaties. Wanneer de NMR-onderzoeken worden uitgebreid, zijn sommige andere onderzoeken wellicht overbodig. Volgens de overlegstructuur telt België momenteel het laagst aantal NMR-toestellen in de hele westerse wereld.

Gisteren vroeg de heer Vandeurzen in de Kamer of de illegale Ct-scanners die op campussen buiten de ziekenhuissites werken ook door de gemeenschappen kunnen worden gecontroleerd. Volgens de huidige wetgeving kunnen de gemeenschapsinspecteurs wel controleren op de site van het ziekenhuis, maar niet erbuiten. De situatie in België is immers erg ingewikkeld. Ik heb gisteren in de kamercommissie beloofd de federale wetgeving te wijzigen zodat de gemeenschapscontroleurs ook op de campussen buiten de ziekenhuissites kunnen optreden.

In het Vlaams Parlement heeft de heer Vandendriessche vragen gesteld over hetzelfde probleem. Het antwoord aan mevrouw Demeester luidde dat de gemeenschapsinspecteurs buiten de ziekenhuissites niet kunnen optreden.

Alvorens te handelen moet het proces-verbaal van de gemeenschappen of de gewesten worden afgewacht. Hetzelfde geldt voor de rustoorden die soms gesloten worden omdat zij niet in orde zijn met de gemeenschaps- of gewestreglementering, maar waar het RIZIV geen weet van heeft omdat het proces-verbaal niet naar de federale overheid wordt gezonden.

De nieuwe nomenclatuur over de NMR-prestaties zal ons een beter beeld geven over welke onderzoeken met de NMR of met de Ct-scan zijn uitgevoerd en of het om een zwarte of een witte NMR gaat. De deskundigen zijn het inmiddels eens geworden over een versoepeling van de voorwaarden tot erkenning van NMR's. Vroeger was er het medico-mutakkoord, dat spijtig genoeg werd opgeblazen, maar waarvan ik hoop dat het spoedig opnieuw zal worden uitgevoerd. Er werd een bedrag vastgesteld voor de uitbreiding van het aantal NMR's op voorwaarde dat de nomenclatuur voor andere prestaties die volgens de wetenschappelijke wereld van mindere kwaliteit zijn, wordt aangepast. Alleen de prestaties met de hoogste therapeutische waarde zullen in die nomenclatuur worden behouden.

De voorzitter. ­ Het woord is aan de heer Olivier.

De heer Olivier (CVP). ­ Mijnheer de voorzitter, ik wil de minister bedanken voor haar antwoord, maar het doet mij wel perplex staan. Natuurlijk heeft ze dergelijke zaken niet meer onder controle, aangezien zij pas een veroordeling kan uitspreken nadat er een proces-verbaal is opgemaakt. De gemeenschappen maken dan gewoonweg geen proces-verbaal op, zodat de minister ook niet kan optreden.

Ieder ziekenhuis dat zich respecteert heeft op het ogenblik een Ct-scan, die ondertussen al lang niet meer zo kostelijk is. Bij de NMR, dat een bijzonder goed apparaat is, gaat het over belangrijke investeringen. Het kan de inzet vormen van een nieuwe concurrentie tussen de ziekenhuizen. Als patiënten van Ronse naar Brugge, Brussel of Gent moeten gaan om daar dan bovenop in een lange rij te moeten staan wachten, dan is de dienst aan de patiënt niet verzekerd. Toch is het niet goed dat er te veel van die dure toestellen worden geïnstalleerd. Er moeten dus afspraken worden gemaakt over de spreiding van de investeringen. Niet alleen de installatie, maar ook het gebruik of zelfs het misbruik ervan wegen zwaar op het budget van de ZIV.

Een andere vraag is wat de minister zal doen met al de scanners buiten de ziekenhuizen. Zoals het nu al gebeurt met Ct-scanners kan men er zich ook aan verwachten dat er NMR's buiten de ziekenhuizen terechtkomen. De vraag van de heer Vandeurzen in de Kamer en mijn vraag in de Senaat moet voor de minister toch de gelegenheid bij uitstek zijn om deze problematiek aan te pakken. Alleszins moet veel meer rekenschap worden gegeven van de budgettaire implicaties van de medische handelingen die men erkent. Het belang van de patiënt moet daarbij natuurlijk voorop staan.

De voorzitter. ­ Het woord is aan minister De Galan.

Mevrouw De Galan, minister van Sociale Zaken. ­Mijnheer de voorzitter, wat de inschakeling van de inspectiediensten betreft, is de wetgeving reeds voorbijgestreefd. De evolutie van de technologie gaat zo vlug dat zelfs bepalingen uit de jaren 1988-1989, toen de eerste minister als minister van Volksgezondheid voor de eerste keer in deze materie ingreep, reeds achterhaald zijn. Wij moeten de evolutie op de voet volgen en de gemeenschappen juridisch de mogelijkheid geven dit ook te doen.

De technische prestaties met NMR's moeten minstens in een specifieke nomenclatuur worden opgenomen en worden erkend.

Een liberalisering van de installaties van NMR's zal de concurrentie tussen ziekenhuizen in eenzelfde provincie uitschakelen, de wachtlijsten drastisch inkorten en de gezondheid van de patiënt ten goede komen. Een NMR-onderzoek kan de patiënt immers veel miserie besparen.

Wij zoeken oplossingen zowel voor de illegale Ct-scanners, als voor de problemen met de fusies. In het Vlaamse Gewest doen er zich heel wat moeilijkheden voor met de fusie van kleinere ziekenhuizen. Die problematiek moet uiteraard in het Vlaams Parlement worden opgeklaard. Ik kan er alleen mee voor zorgen dat de dienst aan de patiënt optimaal is en dat de kosten voor het RIZIV zo laag mogelijk worden gehouden. Het komt er voor ons op aan te weten door wie en waar de prestaties worden geleverd. Dat is een taak voor de komende maanden.

Ik zal de heer Olivier ook mijn antwoord aan de heer Vandeurzen bezorgen, zodat hij zijn dossier kan vervolledigen.

De voorzitter. ­ Het incident is gesloten.

L'incident est clos.