1-163

1-163

Sénat de Belgique

Belgische Senaat

Annales parlementaires

Parlementaire handelingen

SÉANCES DU JEUDI 5 FÉVRIER 1998

VERGADERINGEN VAN DONDERDAG 5 FEBRUARI 1998

(Vervolg-Suite)

MONDELINGE VRAAG VAN MEVROUW THIJS AAN DE STAATSSECRETARIS VOOR VEILIGHEID EN STAATSSECRETARIS VOOR MAATSCHAPPELIJKE INTEGRATIE EN LEEFMILIEU OVER « DE OPLEIDING VAN DE VOORUITGESCHOVEN VRIJWILLIGERSPOSTEN CIVIELE BESCHERMING IN LIMBURG »

QUESTION ORALE DE MME THIJS AU SECRÉTAIRE D'ÉTAT À LA SÉCURITÉ ET SECRÉTAIRE D'ÉTAT À L'INTÉGRATION SOCIALE ET À L'ENVIRONNEMENT SUR « LA FORMATION DES VOLONTAIRES DES POSTES AVANCÉS DE LA PROTECTION CIVILE AU LIMBOURG »

De voorzitter. ­ Aan de orde is de mondelinge vraag van mevrouw Thijs aan de staatssecretaris voor Veiligheid en staatssecretaris voor Maatschappelijke Integratie en Leefmilieu.

Het woord is aan mevrouw Thijs.

Mevrouw Thijs (CVP). ­ Mijnheer de voorzitter, sinds de uitvoering van het koninklijk besluit van 1 mei 1995 betreffende de overgang van de provinciale directies naar permanente eenheden, stelt de provincie Limburg nog steeds vast dat de vrijwilligers van de voorposten in Limburg een afstand dienen af te leggen van 350 kilometer om lessen en oefeningen te volgen in de permanente eenheid.

Met een beetje goede wil en samenwerking met het kabinet, afdeling Algemene Directie Permanente Eenheid, en de ver afgelegen voorposten van Limburg, kan hier een oplossing worden gevonden. De lessen en oefeningen in de voorposten van Limburg laten plaatsvinden betekent een besparing.

De provincie Limburg hoopt dan ook dat de staatssecretaris daartoe de nodige maatregelen neemt, zodat de vrijwilligers van de Civiele Bescherming Limburg, zoals iedereen in België, in hun eigen omgeving lessen en oefeningen kunnen volgen. Dit is prioritair en heeft tot doel, in afwachting van een permanente eenheid in Limburg, die in de beleidsnota van de staatssecretaris is ingeschreven, tegemoet te komen aan de vraag van de vrijwilligers. De verantwoordelijken voor Limburg zouden er tevreden mee zijn.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen.

Is het mogelijk lessen en oefeningen te laten plaatsvinden in de ver afgelegen voorposten of in het Provinciaal Centrum voor Opleiding van Overheidspersoneel ?

Binnen welke termijn is de inplanting van een permanente eenheid in Limburg voorzien ?

Deze discussie dateert al van 1995 en het probleem rijst telkens opnieuw.

De voorzitter. ­ Het woord is aan staatssecretaris Peeters.

De heer Peeters, staatssecretaris voor Veiligheid, toegevoegd aan de minister van Binnenlandse Zaken en staatssecretaris voor Maatschappelijke Integratie en Leefmilieu, toegevoegd aan de minister van Volksgezondheid. ­ Mijnheer de voorzitter, de directeur-generaal van de Directie Civiele Bescherming van Binnenlandse Zaken heeft op onze vraag reeds in haar onderrichtingen van 24 februari 1997 een regeling getroffen over de plaats van de opleidingen.

De permanente eenheden werd opgedragen in de mate van het mogelijke de opleiding te geven in de lokalen van de vooruitgeschoven posten. Dit wordt toegepast in alle eenheden.

Er wordt hiervan afgeweken voor de opleidingen met zwaar interventiematerieel of die specifieke oefenterreinen vereisen. Die kunnen alleen in de kolonnes zelf. Voor Limburg is dat dus in Brasschaat. Ook specialisatiecursussen worden in de permanente eenheden geven. Het betreft de opleiding van een beperkt aantal personen die reeds een basisopleiding hebben gehad of over een basisbekwaamheid beschikken. De lesgevers zijn zeer gespecialiseerd. Ook het gebruikte materiaal is zeer specifiek, zodat de opleiding niet in alle voorposten kan worden gegeven.

Mevrouw Thijs heeft zich voor haar vraag wellicht laten inspireren door klachten van personeelsleden uit de voorpost te Riemst. Riemst is inderdaad de verst afgelegen post.

Volgens de informatie die het centrum van Brasschaat mij heeft verstrekt, werd voor de vrijwilligers van Riemst in 1997 een basiscursus van 24 uur georganiseerd waarvan 21 uur in Riemst zelf werden gegeven en slechts drie uur in Brasschaat. In 1998 zullen er in Brasschaat vijf specialisatiecursussen plaatsvinden. Een aantal personeelsleden van Riemst hebben zich hiervoor reeds ingeschreven : twee personen voor de cursus telecommunicatie, tien voor de cursus pollutie, vier voor de cursus rijbewijs C, twee voor de cursus speciale voertuigen en vier voor de cursus haakliftvoertuigen.

Om tegemoet te komen aan de verzuchtingen van het personeel in Limburg zal van de gebruikelijke regels worden afgeweken en worden onderzocht of de cursus pollutie, waarvoor zich een groot aantal vrijwilligers hebben ingeschreven, niet in Riemst zelf kan worden georganiseerd. Reeds in 1997 werden heel wat inspanningen geleverd om de cursussen zoveel mogelijk plaatselijk te geven.

Zoals meermaals in de beleidsnota wordt aangegeven, zal na het operationeel maken van de kolonnes te Jabbeke en te Gembloux, ook in Limburg een permanente eenheid worden geïnstalleerd. In samenspraak met de Regie der Gebouwen van Limburg en met het Limburgse provinciebestuur zijn mijn diensten sinds 1995 aan het prospecteren om in zuid-west-Limburg een geschikte locatie te vinden met gebouwen die aan de gestelde vereisten voldoen. De site mag niet in een Seveso-risicozone gelegen zijn, maar moet toch goed op het wegennet aansluiten. Oorspronkelijk opteerde de Regie der Gebouwen voor het aankopen en het verbouwen van een gedeelte van de gebouwen van de NV Kempense Steenkoolmijnen. Omwille van de procedure tot klassering en van de onvermijdelijke budgettaire en praktische weerslag ervan, werd deze optie verlaten.

De Limburgse Regie der Gebouwen en het Limburgse provinciebestuur hebben nu een dossier geopend om een terrein te Beringen te verwerven om er een nieuwbouw te kunnen optrekken. Het dossier werd voor advies aan de Inspectie van Financiën overgezonden. Van zodra dit advies wordt verstrekt zal ik contact opnemen met minister Flahaut, zodat de gronden onmiddellijk kunnen worden verworven en de nieuwbouw opgestart.

De voorzitter. ­ Het woord is aan mevrouw Thijs voor een repliek.

Mevrouw Thijs (CVP). ­ Mijnheer de voorzitter, de onderhandelingen waaraan de staatssecretaris refereert, zijn reeds bezig sinds 1995. Inmiddels is het 1998. Hij zou beter komaf maken met dit dossier, zodat alle betrokkenen weten waar ze aan toe zijn.

De staatssecretaris verwijst enkel naar de voorpost van Riemst, maar op nauwelijks 20 kilometer van Riemst zijn er nog andere diensten waar het voor de personeelsleden even vermoeiend is om naar Brasschaat te pendelen. In Limburg is de vereiste ruimte voorhanden. Waarom moet het personeel zich voor zo een groot aantal cursussen naar Brasschaat verplaatsen ? Voor gespecialiseerde cursussen is er misschien geen andere oplossing, maar de meer algemene kunnen net zo goed ter plaatse worden georganiseerd.

De voorzitter. ­ Het incident is gesloten.

L'incident est clos.